Alle kleuren van de regenboog

Tijdens een wandeling door het bos kwam Lena voorbij de Babbelboom. Lena wilde even rusten en zette zich neer op het stronkje met mos en zei de toverspreuk:

Zelfportret Lena D’hooghe

‘Biebbele babbele boe

 Oren open en mondjes toe.

 Het is geen grap, het is geen droom,

 Luister naar de Babbelboom.

 Letters, woorden, zinnen,

 Laten we beginnen.’

Langzaam werd de boom wakker en zei: “Dag Lena, ik ben blij dat je op bezoek komt. Kan ik je plezieren met een verhaaltje? En waarover mag het verhaaltje gaan?”

Lena zei natuurlijk ja en vroeg, “ken je een verhaal over een dwergje?”

De Babbelboom knikte ja en vertelde:

Er was eens een dwergje. Zijn naam was Daan. Daan woonde met mama en papa dwerg in een groot bos. Met z’n drietjes hadden ze een holle boom ingericht tot een heel gezellig huisje. Daan hield heel erg veel van kleuren. Maar in het bos was het al een hele tijd heel donker. Al weken na elkaar was het bewolkt en het regende ook vaak. “De zon laat zich weer niet zien vandaag. Ze zal op vakantie zijn,” lachte papa dan. Maar Daan kon echt niet lachen. Hij werd echt verdrietig van het slechte weer. Buiten spelen mocht hij niet als het regende. “Ik ben het zo beu om binnen te moeten blijven,” zeurde Daan.

Op een dag werd Daan heel vroeg wakker. Door een spleetje van de gordijnen piepte de zon naar binnen. “De zon, de zon is daar!” riep Daan en hij sprong uit zijn bed. Daan liep naar de slaapkamer van mama en papa. “De zon is terug van vakantie papa!” riep Daantje blij. “Dan is ze nog maar net terug want daarjuist was het nog aan het regenen,” zei mama. Ze deden vlug hun kleren aan en gingen naar buiten. Het was zo mooi in het bos. De zon kleurde alles prachtig met haar warme stralen.

“Daan, kijk eens daar!” riep papa. Daan stond met open mond te kijken… zoiets moois had hij nog nooit gezien. “Oh zo veel mooie kleuren!” riep Daan. “Dat is een regenboog. Goed kijken, want straks is hij weer weg,” zei papa. “Nee niet weggaan regenboog, jij bent zo mooi,” riep Daan. Maar eventjes later was de regenboog weg. “Gaat hij straks terugkomen, papa?” vroeg Daan een beetje verdrietig. “Straks niet maar op een andere keer misschien wel. Een regenboog komt er als het geregend heeft en daarna de zon begint te schijnen. In de lucht zitten dan nog regendruppels en als de zon daarop schijnt, komt er een boog met allemaal mooie kleuren,” vertelt papa. “Ik heb ze gezien die mooie kleuren. Rood, oranje, geel en groen,” zei Daan. “Er was ook nog blauw, paars en roos bij,” zegt mama. Daan kon de hele dag buitenspelen in de zon. Als hij ’s avonds heel moe in zijn bedje kroop, vertelde papa nog een verhaaltje over een olifant die niet grijs was, maar hij had alle kleuren van de regenboog. Ondertussen zorgde mama voor een leuke verrassing…

De volgende morgen, toen Daantje wakker werd, was de lucht weer grijs. “Mag ik vandaag terug buitenspelen?” vroeg Daan. “Het is wel jammer dat de zon niet meer schijnt, gisteren was alles zo mooi in het bos.”  Toen Daan terug op zijn kamer kwam om zich aan te kleden, lagen er mooie rode kleren op zijn bed.

Een rode muts, een rode jas en een rode broek. “Mama, hier liggen mooie rode kleren op mijn bed, mag ik die vandaag aandoen? Heb jij die gemaakt mama,” vroeg Daantje blij. “Ja, toen jij gisteren al in je bed lag, heb ik die gemaakt omdat ik weet dat mooie kleuren je blij maken. En vandaag maak ik oranje kleren en morgen gele…”zei mama. “En ook groene, blauwe, paarse en roze?” vroeg Daan. “Wil je dat graag?” vroeg mama. “Ja, want dat zijn alle kleuren van de regenboog!” riep Daan. En mama beloofde het. Daan kon nu elke dag andere kleren aandoen. “Joepie” riep Daan superblij.

Op maandag deed hij rode kleren aan en dan ging hij op zoek in het bos wat er allemaal rood was. Hij vond mooie rode klaprozen.

 

Op dinsdag deed hij oranje kleren aan en ging hij in het bos op zoek wat er allemaal oranje was. Daan vond een mooie vlinder die eventjes kwam rusten op een blad.

Op woensdag droeg Daan gele kleren en ging hij weer op zoek. Hij vond een mooie gele bloem die heel lekker rook.

 

Op donderdag had mama groene kleren klaargelegd. Daan moest niet lang zoeken naar groen wantin het bos was er het groene gras, de groene bladeren. Maar plots zag Daan een hert dat zich verstopte achter een groene struik.

Op vrijdag scheen de zon. Voor die dag had mama blauwe kleren gemaakt. Toen Daan in het bos speelde zag hij de mooie blauwe lucht en ook een spinnetje dat een web gemaakt had.

Op zaterdag was Daan superblij want hij mocht een paarse muts, een paarse jas en een paarse broek aandoen. Paars was zijn lievelingskleur. In het bos vond hij een paarse bloem waarop een dikke bij zat.

Op zondag deed hij roze kleren aan en plukte hij een boeketje roze bloemen voor mama om haar te bedanken voor al die mooie kleren in al die mooie kleuren.

Toen Daan die avond ging slapen was het mama die nog een verhaaltje vertelde over een dwergje dat verdrietig was als het regende en niet kon buitenspelen. Maar toen hij op een dag de regenboog zag, was hij superblij… “En nu vertel ik verder,” zei Daan. “En dat dwergje had de liefste mama van de hele wereld die voor hem kleren had gemaakt in de kleuren van de regenboog. En ook al was het buiten grijs en grauw, hij was blij met al die kleuren, rood, groen, geel, oranje, paars, roos en blauw.” Mama moest lachen met het einde van het verhaal. Ze gaf Daan nog een zoen en een dikke knuffel. “Slaapwel, tot morgen!” zei mama. “Slaapwel en morgen doe ik weer mijn rode kleren aan…” lachte Daan.

(illustratie Lena D’Hooghe – foto’s Hilde De Wilde)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *