“”AAAAA, wat heb ik lekker geslapen,” geeuwt Alffartje en spreidt zijn vleugels. Hij is vroeg wakker vandaag. Nog voor de hanen die elke morgen kraaien om de dieren op de Alffarhoeve te wekken.
Zijn buikje knort en Alffartje heeft zin in een lekker ontbijtje bij de kippen. Een eindje vliegen en dan landt hij bij het kippenhok.
“KUKELUREKU! KUKELUREKU!” kraaien de witte en de zwarte haan. Alffartje schrikt en waggelt razendsnel naar binnen. “Iedereen zal nu wakker zijn. Dat is zeker,” zucht hij, “was me dat schrikken zeg.” De kippen zijn nu ook wakker en samen met Alffartje genieten de dametjes van een lekker ontbijt.
Alffartje hoort mensenstemmen en wacht even om naar buiten te waggelen.
Door de deur die op een kiertje staat, ziet Alffartje baasje Bart, Mia en Pol. Ze zijn op ochtendronde om de dieren te voederen en te verzorgen. “Dieren zijn toch net als mensen hé,” lacht Bart. “Ja, wij willen ook graag een lekker ontbijtje en een proper plaatsje om te wonen,” antwoordt Mia. En dan gaan ze elk een andere kant op.
De kust is veilig en Alffartje vliegt naar de pipowagen. Hij geniet van de zon en de ontwakende natuur. Wanneer hij de vogels hoort, fluit hij gezellig een deuntje mee.
“Goeiemorgen Alffartje,” klinkt een vrolijke stem, “hier kan je genieten hé.” Alffartje zijn bruine kam hangt slap. Hij is geschrokken en altijd een beetje verlegen als hij baasje Bart ziet.
BB komt bij Alffartje zitten op de bovenste trede van het trapje.
“Ik heb een vraagje,” zegt de kleine blauwe vogel verlegen. “Prima, wat wil je weten Alffartje,” zegt BB. “Daarnet zat ik bij de kippen voor mijn ontbijt. De deur stond op een kier en ik zag jullie voorbijkomen. Jij lachte en zei tegen Pol en Mia dat dieren net als mensen zijn. Maar dat kan toch niet. Ik ben een dier en jij bent een mens en wij zijn toch anders.”
BB neemt Alffartje op schoot. “Inderdaad jij bent een dier en ik ben een mens. We zijn helemaal anders maar we doen wel vaak hetzelfde,” vertelt BB. Alffartje houdt zijn kopje schuin. Hij begrijpt het niet. “Kom eens mee,” zegt BB, “volg me maar.”
Bart stapt naar het kippenhok en Alffartje waggelt achter hem aan.
Ze komen bij het kippenhok. De dametjes zijn nog altijd aan het ontbijten. Net als de kippen, heb ik deze morgen genoten van mijn ontbijt,” zegt BB. “Kijk, ginder staat een schaap. Het knabbelt aan het hooi dat nog in de kruiwagen ligt. Die heeft grote honger,” lacht BB, “en is heel ongeduldig.” Een eindje verder staan de schapen gezellig samen te eten. “Dat doen wij mensen ook maar wij zitten dan aan de tafel op een stoel”, vertelt baasje Bart. Hij neemt nu grote stappen tot bij Skippy de wallaby. Alffartje vliegt want hij kan BB niet volgen. “Kijk eens hier, onze Skippy lijkt heel veel op een mens. Hij eet een boterhammetje met zijn twee voorpootjes. Net zoals wij eten met onze handen. “Zie je nu dat dieren precies als mensen zijn?” vraagt BB. Alffartje houdt zijn kopje nog schuin. Hij twijfelt nog.
“Kom, volg me maar,” wenkt BB en ze stappen en vliegen naar de Alpaca’s en kijken ook naar de schapen.
Ze staan allemaal verbaasd te kijken als Alffartje en BB dichterbij komen. “Zij hebben allemaal een dikke jas aan,” vertelt BB, “net als de mensen. Als wij het koud hebben, doen we ook warme kleren aan. Wij kunnen kleren uitdoen als het warmer wordt. De alpaca’s en de schapen kunnen dat niet. Zij worden geschoren voor de zomer. De warme jas groeit terug als het weer kouder wordt.
Ze stappen en waggelen nu naar de pony’s. “Die hebben een dikke vacht met veel dikke haartjes, die uitvallen als het warmer wordt,” vertelt BB.
“Nu begrijp ik het al een beetje meer,” zucht Alffartje en zijn bruine kam staat al iets rechter.
Ze zetten hun tocht verder. BB en Alffartje gaan op bezoek bij de pauw.
Prince de pauw wandelt rond. Zijn staartveren slepen over de grond. “Kijk goed,” lacht BB, “onze Prince gaat zich mooi maken.” En ja hoor, hij spreidt zijn staartveren tot een prachtige waaier. Alffartje staat met open snavel te kijken. Wat is Prince mooi! “Als zijn staartveren zo prachtig openstaan, is hij heel fier en loopt hij mooi rechtop,” vertelt BB. “Doen mensen dat ook?” vraagt Alffartje verbaasd. BB denkt even na. “Ja hoor, mensen maken zich ook graag mooi. Ze kleden zich heel mooi en kijken in de spiegel om hun haar en hun gezicht mooi te maken. En dan stappen ze ook heel fier rond,” lacht BB.
Alffartje houdt zijn kopje schuin. “Zulke mensen heb ik hier toch nog niet gezien,” zegt hij heel serieus. “Nee natuurlijk niet. Die mooie kleren zouden vlug vuil worden op de hoeve tussen de dieren en in het zand,” lacht BB. “Of in de modder, als het veel geregend heeft,” vult Alffartje aan. De kleine blauwe vogel weet dat heel goed want hij houdt niet van modder.
Ondertussen zijn alle wolken verdwenen, en geniet iedereen van de blauwe lucht en een stralende zon.
Ze wandelen en vliegen voorbij de zeboes, de geitjes, de ezeltjes en de kippen die nu op een grote bot stro zitten te kakelen. De zon maakt hen blij. De zeboes liggen lekker te zonnen en stil te knorren. “Bèèèè, bèèèèè,” mekkeren de geitjes blij. En de ezeltjes liggen lekker te luieren. “Dat doen de mensen ook. Wij houden ook van de zon. En als het te warm wordt, zoeken we een frisse plaats in de schaduw,” vertelt BB.
Alffartjes bruine kam staat bijna helemaal rechtop. Hij is ook blij dat de zon schijnt. BB begint te lachen als hij Alffartjes blije snoet ziet. “Je bent echt wel veel mooier met je bruine kam kaarsrecht en je blije gezicht,” lacht baasje Bart luidop.
“Dat is iets wat wij, dieren niet kunnen,” zegt Alffartje triestig. “Bedoel je lachen?” vraagt BB verbaasd. Alffartje knikt. “Maar jullie kunnen wel lachen. Ik zal het je tonen. Volg me maar,” zegt BB.
Samen stappen en vliegen ze rond. Op zoek naar lachende dieren.
“Daar de emoe! Zie je hem lachen?” vraagt BB. “Hé ja, ik zie het,” antwoordt Alffartje verbaasd. Alffartje blijft even kijken maar BB stapt verder. De blauwe vogel vliegt hem achterna. Ze stoppen bij de geitjes. Mama geit en haar kleintje komen een kijkje nemen en…
ze hebben ook een lachend gezichtje. “Niet te geloven!” roept Alffartje, “die lachen ook.”
“Kom eens kijken!” roept BB die al bij de zeboes staat. “Oh, Chloë staat ook te lachen. Fantastisch!” juicht Alffartje. “En jij lacht nu ook!” plaagt BB. “Kan ik ook lachen?” vraagt de blauwe vogel. “Ja ja nu kunnen we samen lachen!” geniet BB en hij geeft Alffartje een dikke knuffel.
“Hé oh, wat doe jij nu?” schrikt Alffartje, “is dat ook iets van de mensen?” Hij zet een paar stappen achteruit. “Als mensen vrienden zijn, geven ze elkaar soms een dikke knuffel of een zoen. En dieren doen dat ook wel eens. Volg me maar…” zegt BB die al vertrokken is. Nieuwsgierig vliegt Alffartje hem achterna.
“Hi hi hoe leuk is dit,” lacht Alffartje als BB hem roept. Friedle de alpaca geeft een zoentje op Olga’s natte neus. “Doen jullie dat ook zo?” wil Alffartje weten. “Ja het lijkt erop,” lacht BB. “En daar, is dat een knuffel zoals jij me er een gaf?” vraagt Alffartje. Hij wijst met zijn rechtervleugel naar Chepito en Baba die staan te knuffelen in de kleine weide. “Zo is dat. Zie je nu dat dieren precies als mensen zijn?” lacht BB. “Ik denk het wel,” zegt Alffartje en zijn bruine kam staat weer mooi rechtop.
Het is nu tijd voor BB om afscheid te nemen want er is nog veel te doen op de Alffarhoeve.
Alffartje gaat nog op bezoek bij zijn dierenvrienden. Hij wil heel graag weten of er nog dieren kunnen lachen.
Als het begint te schemeren, zit baasje Bart op het terras te genieten van een prachtige avond. De ondergaande zon tovert de lucht om tot een prachtig schilderij. Op weg naar de knotwilg ziet Alffartje hem zitten en hij gaat nog even langs. “Hé da’s een leuke verrassing. Nog een laat bezoekje van mijn kleine blauwe vriend,” lacht BB. Alffartje vliegt tot heel dicht bij baasje Bart en geeft hem een dikke knuffel. “Want wij zijn vrienden hé,” lacht hij.
“Zeker,” zegt BB, “en daar is nog een dikke vriend en die wil ook een knuffel. Het is Quiroz één van de grote honden. “Nee, nee, dat durf ik niet,” zegt Alffartje bang. “Hi hi hi, hij ziet er een beetje gek uit zo met zijn pots op. Net zoals de mensen die zien er soms ook een beetje gek uit,” plaagt Alffartje, “maar het is waar dieren zijn precies als mensen.” De vrienden wensen elkaar een rustige nacht en Alffartje vliegt naar de knotwilg.
Omdat het volle maan is, ziet hij zijn drie beste vrienden Schalulleke, Chloë en Chepito heel goed staan. Alffartje geeft ze alle drie een dikke knuffel. Ze kijken verbaasd. “Dat doen de mensen ook. En dieren zijn precies als mensen,” zegt Alffartje heel serieus.
Hij heeft hen heel wat te vertellen over de voorbije dag.
Als de vrienden naar hun slaapplaats vertrekken, is het muisstil… of toch niet.
Alffartje zit op een dikke tak te luisteren. Een vreemd geluid weerklinkt in het bos. Alffartje spreidt voorzichtig zijn vleugels en vliegt naar de plaats waar het geluid vandaan komt.
In het licht van de volle maan ziet Alffartje een diertje zitten. Hij maakt een prachtig geluid. Hij houdt iets vast. Wie is dit? Wat doet die hier? Zou het een nieuwe vriend zijn?
Wordt vervolgd.