Wie niet weg is, is gezien

Op een zonnige dag in september is Lander op wandel in het bos. Onder zijn arm draagt hij zijn tekenblok en zijn doos met kleurpotloden. Hij wandelt tot aan de rand van het bos waar de babbelboom staat. Hij gaat zitten op het stronkje met mos. Lander komt daar vaak om te tekenen. “Het is hier zo rustig en straks als het een beetje donker wordt, maak ik de babbelboom wakker en dan kunnen we vertellen,” denkt Lander. Een tijdje later begint het al te schemeren en Lander zegt de spreuk:

Biebbele babbele boe

 Oren open en mondjes toe.

 Het is geen grap, het is geen droom,

 Luister naar de Babbelboom.

 Letters, woorden, zinnen,

 Laten we beginnen.’

Langzaam wordt de boom wakker en zegt: “Dag Lander, ik ben blij dat je op bezoek komt. Wat heb je daar bij?” Lander laat zijn tekenblok en zijn kleurpotloden zien.”Heb jij dat allemaal getekend?“ vraagt de babbelboom, ”jij bent een echte kunstenaar.” Lander wordt een beetje verlegen.”Ik doe mijn best. Ik zit hier al een tijdje en kijk… dit is mijn laatste tekening,” zegt Lander fier, ”weet jij wat dat is?” Lander toont zijn tekening.

Lees verder “Wie niet weg is, is gezien”

Kabouter Kas

Het is tijd voor een verhaaltje uit het grote babbelboek. Ga even zitten en zeg de toverspreuk dan komt het verhaaltje, het wordt heel leuk.

‘In het grote babbelboek

zijn de letters en de kleuren zoek.

Open, toe en schudden maar…

Het verhaal is klaar, echt waar!’

Er was eens een klein lief kaboutertje. Zijn naam was Kas. Samen met mama en papa kabouter woonde hij in een gezellig bos. Nee, ze woonden niet in een paddenstoel maar in de stam van een holle boom. Daar hadden ze een gezellig huisje van gemaakt. Net groot genoeg voor hun drietjes. Er woonden ook heel veel dieren in bos. Maar er woonde maar één kabouterfamilie. En dat vond Kas helemaal niet leuk. Hij wilde vriendjes om mee te spelen…

“Misschien willen de kleine dieren wel vriendjes met je worden,” zei mama kabouter op een dag, ”je kan het altijd eens vragen.” En Kas trok het bos in, op zoek naar vriendjes.

Lees verder “Kabouter Kas”

De kombimachine

“Amai, nu hebben we toch wel een heel moeilijke taak gekregen,” zucht Lars als hij thuiskomt van school. “Ja, Lars, je zit nu al in het vierde leerjaar en dan worden de lessen en de taken wat moeilijker,” zegt papa. “Wat is die moeilijke taak dan?” wil mama weten.

Lees verder “De kombimachine”

Schip ahoy!

De hele zomer lang zijn Edison ezel, Kootje konijn en Valeir de vogelverschrikker op stap geweest. Ze willen de hele wereld zien en elke dag opnieuw ontdekten ze mooie plaatsen en kregen ze nieuwe vrienden. Op de heel warme dagen trokken ze door de bossen op zoek naar wat koelte. Ze sliepen vaak op een strand en genoten van het geluid van de golven en van de frisse wind. Maar de zomer loopt stilaan op zijn einde. De dagen worden al frisser en korter en de nachten soms al koud. Daarom zijn ze op zoek naar warme plaatsen om te overnachten. Ook aan de zee vinden ze het al te koud. En vandaag nemen ze afscheid van de zee met een prachtige wandeling langs de kust.

Lees verder “Schip ahoy!”