Op babybezoek.

Vervolg op ‘Kijk eens daar

Alffartje ligt luid te snurken bij Schalulleke en haar kleintjes in de stal. “Mèèèè mèèèèè,” mekkert mama geit, “die is vast nog heel moe van zijn lange reis.” Aster en Astrid houden hun kopje schuin.  Ze begrijpen niet waarom de vreemde blauwe vogel zo een raar geluid maakt en kruipen dicht bij Schalulleke.

“Mèèè mèèèè, we gaan hem zachtjes wekken die grote slaapkop,” lacht mama geit en kruipt voorzichtig dichterbij. Haar kleintjes volgen. Ze geeft een duwtje tegen zijn grote oranje bek. Astrid en Aster geven er een klein likje op. “Hatsjie! Hatsjie! Niest Alffartje en schrikt wakker. “Oh wat gebeurt er?” vraagt Alffartje terwijl hij met zijn kop schudt en zijn bruine kam helemaal slap gaat hangen. “Mèèèè mèèèèè het is tijd om op te staan,” mekkert Schalulleke, “je ligt al een hele tijd te slapen.”

Inderdaad Alffartje had wel twee uur geslapen. Hij waggelt naar buiten en fluit er een vrolijk liedje bij. Het dutje heeft hem deugd gedaan.

Alffartje spreidt zijn vleugels en vliegt naar het kippenhok. Zijn buikje knort van de honger.

“Oh zalig,” geniet Alffartje als hij de warmte van de zon op zijn snuit voelt. Hij vliegt heel hoog. Van daarboven heeft een prachtig uitzicht. Rode en witte bloesems kleuren de Alffarhoeve. Het is lente. Dat voel je en dat zie je. “Ik ben zo blij om weer thuis te zijn”, zucht Alffartje. En hij fluit er weer een vrolijk deuntje bij.

Als hij dicht bij het kippenhok komt, ziet hij een kip en een haan zenuwachtig heen en weer lopen. Alffartje landt en waggelt er naartoe. “Zoeken jullie iets?” vraagt hij. “Tok tok tok, je komt als geroepen Alffartje. De witte kip heeft vijf kuikentjes. En deze morgen, telde ze er maar vier,” kakelt de kip ongerust. “Kukeleku kukeleku,” kraait de haan, “ééntje is alleen op stap. We zijn op zoek. Kan jij ons helpen Alffartje?” Alffartje spreidt zijn vleugels. “Natuurlijk! Ik vind het wel. Weet je nog toen met Jozefke?” roept Alffartje terwijl hij boven de Alffarhoeve vliegt. (Zie de grote held)

“Ik vind je kleintje wel hoor!” roept Alffartje als hij boven de witte kip met haar vier kleintjes vliegt. Ze loopt kakelend heen en weer en hoort hem niet.

“Misschien is het bij de kuikentjes van de zwarte kip,” denkt Alffartje luidop en gaat wat lager vliegen. Geen klein geel kuikentje te zien en Alffartje zoekt verder. Vanuit de lucht roept hij naar alle dieren of ze een klein kuikentje gezien hebben dat alleen op stap is. “Hé Alffartje, je bent terug,” roepen de dieren die hem nog niet gezien hadden. Maar niemand heeft het kuikentje gezien. Alffartje vliegt nog hoger om verder te kunnen kijken. Bij het blotevoetenpad ziet Alffartje iets bewegen en vliegt er naartoe. En ja hoor op de houtschilfers trippelt een kuikentje heen en weer. Alffartje landt een eindje verder en waggelt voorzichtig naar het kuikentje. “Hé kleintje, jij bent wel heel ver van huis,” fluistert Alffartje.

“Piep, piep, piep”, piept het kuikentje bang. Het bibbert van de kou en kruipt onder Alffartjes vleugels. “Niet bang zijn. Ik breng je wel terug naar je mama,” troost de lieve blauwe vogel. En samen waggelen ze naar het kippenhok.

“Wat ben jij toch onze grote held,” kakelen de kippen blij als ze Alffartje zien. Het kleine kuikentje trippelt naar mama kip en haar broertjes en zusjes. En nu is het de hoogste tijd voor Alffartje om een graantje mee te pikken want zijn buikje gromt nog steeds van de honger.

Als zijn buikje goed gevuld is gaat hij op verkenning.

Toen hij hoog boven de Alffarhoeve vloog, zag en hoorde hij dat er veel veranderd is tijdens zijn afwezigheid. Hij hoorde niet alleen de vele kuikentjes piepen, hij hoorde bij de geiten en de schapen ook vreemde geluiden en zag dat het in de grote stal heel druk was. Tijd om op bezoek te gaan.

Eerst gaat Alffartje bij de geiten langs. Hij staat met open snavel te kijken. Niet alleen Schalulleke is mama geworden. Hij ziet nog heel wat kleintjes en trotse mama’s. Alffartje wil ze allemaal zien en kennismaken.

Schalulleke is daar ook met Aster en Astrid. “Amai wat een gemekker. En zo veel kleine geitjes,” zegt Alffartje. Maar door al die drukte hoort Schalulleke hem niet. Alffartje waggelt wat dichter. De kleine geitjes springen en lopen in het rond. “Wie is er nu mama geworden en ken jij al de namen van de kleintjes?” lacht Alffartje. “Mèèèh mèèèèh, ik denk het wel. Eventjes denken… Sanne is mama geworden van Snoepke, een meisje. Sterre heeft twee dochtertjes Elsa en Anna. En dan is er nog Saar die werd mama van Robijntje, ook een meisje. Schalulleke kijkt nog eens goed rond. “Ja dat zijn al de kleine geitjes,” zucht ze tevreden. “Wat een vrolijke bende,” lacht Alffartje. “Gefeliciteerd allemaal!” roept Alffartje terwijl hij rondvliegt in de grote stal. Nu beginnen de mama’s ook nog te mekkeren. Tijd voor Alffartje om de stilte weer op te zoeken. Met zijn vleugels voor zijn oortjes waggelt hij naar buiten, spreidt zijn vleugels en vliegt weg.

“Hé de baasjes zijn daar!” juicht Alffartje als hij over de kleine stal vliegt. Verbaasd kijkt hij naar beneden. Wat doen ze daar?

BI (baasje Ingeborg) heeft een lammetje vast en een flesje melk. “Da’s raar,” denkt Alffartje, “waar is de mama van het kleintje?” Vanop een afstand kijkt hij wat er gebeurt. Even later komt BB (baasje Bart) er ook bij. Nu geeft hij het lammetje het flesje. Alffartje begrijpt er niets van. Hij waggelt voorzichtig dichterbij. Zijn bruine kam hangt slap. BB heeft hem gezien. “Hé dag Alffartje, zo fijn dat je weer thuis bent. Ik had je nog niet gezien,” fluistert hij. “Komt maar dichterbij,” fluistert BI die dicht bij Alffartje komt staan. “Wat gebeurt hier? Wie is de mama van dit kleintje? En waarom krijgt ze een flesje van jullie?” vraagt de kleine blauwe vogel ongerust. “Dit lammetje is Fernando en is het zoontje van Flora. Het was voor de mama een moeilijke geboorte omdat Fernando nogal groot is. Flora moet nog veel rusten en daarom kan ze haar zoontje geen eten geven. Daarom geven wij hem nu flesjes. “Oh amai, en komt alles weer goed met Flora,” zucht Alffartje. “Daar gaan wij voor zorgen. Heb je de andere lammetjes al gezien?” vraagt BB. “Ik heb ze nog niet gezien, maar wel al gehoord toen ik op bezoek ging bij de geiten en hun kleintjes,” lacht Alffartje.

Als Fernando zijn flesje goed gedronken heeft en hij terug bij zijn mama is, gaan BI en BB met Alffartje naar de schaapjes kijken. “Het bruine schaapje is Fé en zijn mama is Julienne. Het witte lammetje met het zwarte neusje is Fredje en zijn mama is Nora. Dan is er nog Fritz, het zoontje van Elodie. En Lina, het kleintje van Sien. En ook nog Roosje het kleine rackaschaapje. Het dochtertje van Rami,” vertelt BB. “Ook weer een vrolijke bende,” lacht Alffartje. “Zeker en vast,” zegt BI, “en de grappigste zijn Fredje en Fé.”

Terwijl BI en BB de andere dieren gaan verzorgen, blijft Alffartje nog kijken naar Fredje en Fé. “Wie is nu weer Fredje en wie Fé?” roept Alffartje nog naar de bazen. “Het witte lammetje is Fredje en het bruine is Fé,” roept BB terug, “nog veel plezier!”

Fredje en Fé zijn echt grappige lammetjes. Ze luisteren en kijken naar alles. Ze blaten zo fijn en zachtjes. Ze spelen met hun mama’s en met elkaar. Soms rollebollen ze in het stro en liggen ze met hun vier pootjes omhoog. Hun kleine staartjes kwispelen de hele tijd heen en weer. Ze gaan ook wel eens met hun pootjes in de voeder- en drinkbak staan. Van al dat spelen krijgen ze natuurlijk grote honger en nemen ze een pauze om bij hun mama lekkere melk te drinken.

Plots blijft Alffartje stokstijf staan…

“Oh, ik hoor stemmen,” zegt Alffartje. Zijn bruine kam hangt slap. De blauwe vogel is bang. Hij spreidt zijn vleugels en vliegt naar de hoogste boom. Van daaruit kan hij goed zien wat er gebeurt. Er komen vreemde mensen op de hoeve gewandeld. Grote en kleine mensen komen zijn vrienden bezoeken. Ze willen zo graag de kleine geitjes en de lammetjes zien. Ze mogen ze aaien of soms wel vastpakken. Wel niet te lang want anders gaan de mama’s boos worden. Vanuit de boom ziet Alffartje een klein meisje met een roos speelpak en laarsjes aan. Wat is ze blij en dapper. Ze mag een geitje en een lammetje aaien en ze is helemaal niet bang. Alffartje vindt dat zo mooi en lief. Zijn bruine kam staat weer mooi rechtop.

Als de bezoekers weer vertrokken zijn, vliegt Alffartje naar zijn knotwilg. Tijd voor een dutje. Het babybezoek was vermoeiend.

Ondertussen weten nu alle vrienden van de Alffarhoeve dat de vreemde blauwe vogel terug thuis is. Net als Alffartje zijn ogen sluit, hoort hij: “VERRASSING!”

Alffartje schrikt en kijkt naar buiten. Zijn vrienden staan daar.  Allemaal samen roepen ze “WELKOM THUIS!”

Alffartje fluit die avond zijn mooiste liedjes voor zijn vrienden tot de zon bijna ondergaat. Enkele dieren beginnen zelfs te dansen. Ze zijn zo blij. Als het bijna donker is, nemen ze afscheid en zoeken elk hun eigen slaapplaats op. “Oh wat ben ik toch een gelukkige vogel! Met zo veel vrienden en een fantastische thuis. Alffartjes bruine kam staat weer helemaal rechtop…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *