Tijdens een wandeling door het bos kwam Lena voorbij de Babbelboom. Lena wilde even rusten en zette zich neer op het stronkje met mos en zei de toverspreuk:

‘Biebbele babbele boe
Oren open en mondjes toe.
Het is geen grap, het is geen droom,
Luister naar de Babbelboom.
Letters, woorden, zinnen,
Laten we beginnen.’
Langzaam werd de boom wakker en zei: “Dag Lena, ik ben blij dat je op bezoek komt. Kan ik je plezieren met een verhaaltje? En waarover mag het verhaaltje gaan?”
Lena zei natuurlijk ja en vroeg, “ken je een verhaal over de maan?”
De Babbelboom knikte ja en vertelde:
“Goeiemorgen Miel,” zegt oma als ze het rolgordijn optrekt. Miel heeft nog geen zin om op te staan en kruipt helemaal weg onder zijn dekbed. “Als ik bij jou kom logeren mag ik toch altijd uitslapen, oma,” moppert Miel. “Ben je dan vergeten wat we vandaag gaan doen?” vraagt oma. Miel springt uit zijn bed. “O ja, we gaan naar zee vandaag want de zon schijnt!”