Helemaal herfst!

Foto’s Bart Verschelden

Het is nog muisstil op de Alffarhoeve. De meeste dieren slapen nog. De stilte wordt verstoord door het gekraak en het geritsel van afgevallen blaadjes.

Het is Pol die zoals elke morgen vroeg op post is om de dieren hun ontbijt te bezorgen. De afgevallen bladeren kraken onder zijn laarzen waaraan enkele blaadjes blijven plakken. Hij blijft even staan en luistert naar de stilte en kijkt naar de prachtige natuur op de Alffarhoeve.

Dan begint hij aan de voedertocht. Stilaan ontwaken de dieren met een knorrend maagje. Het ontbijt zal weer smaken. Ze zien Pol heel graag komen.

Als hij voorbij het hok van de grote dwerggeiten komt, blijft hij weer staan. “Wat is dit prachtig! Een echt kunstwerk!” denkt Pol luidop als hij dicht bij een spinnenweb staat. Hij zet een stap opzij omdat hij het spinnenweb niet wil stukmaken. Aan de draden van het web hangen kleine dauwdruppeltjes. Het lijken wel kleine pareltjes.

Illustratie Bart Verschelden / Foto’s Pixabay

Aan de rand van de Alffarhoeve, in de holte van de knotwilg is het nog rustig. Alffartje ligt nog te slapen op zijn zachte bedje van mos. Maar plots schrikt hij wakker…van een oorverdovend geklop. “Is me dat schrikken zeg!” roept Alffartje, “wat gebeurt daar?” Hij steekt zijn kopje buiten en ziet een specht. Die hakt met zijn snavel tegen de stam van een boom die een eindje verderop staat. “Kan dat niet wat stiller!” roept Alffartje boos. Maar de specht hoort hem niet. Hij vliegt naar de boom, landt op een dikke tak en waggelt voorzichtig dichterbij. De specht heeft Alffartje gezien. “Goeiemorgen,” zegt de specht. “Vooral een lawaaierige morgen. Wat doe jij daar toch?” zeurt Alffartje, ”ik sliep nog en ben zo geschrokken.” De specht huppelt tot bij Alffartje op de tak.

“Ik kom hier altijd rond deze tijd van het jaar om naar de nestholte te kijken waarin ik samen met mijn vrouwtje na de winter een nestje ga maken. Maar ik zag dat onze plaats niet meer vrij was. Daarom hak ik een nieuwe holte in een andere boom,” vertelt de specht. “Oh oei dat wist ik niet. Is dat veel werk zo een holte hakken?” vraagt Alffartje verlegen. “Ja toch wel. Het duurt een hele tijd. Ik zal wel een paar dagen bezig zijn. Daarom ben ik al begonnen, want als het kouder wordt, is mijn snavel vlug moe,” antwoordt de specht. “Geen probleem hoor, maar wil je ’s morgens wachten om te beginnen hakken tot ik wakker ben? Ik kijk er al naar uit om in de lente een spechtgezinnetje als buren te hebben,” lacht Alffartje. “Ok! Tot ziens dan buurman,” lacht de specht terwijl hij wegvliegt om het leuke nieuws aan zijn vrouwtje te vertellen.

Foto’s Bart Verschelden

“Tijd voor ontbijt!” denkt Alffartje als hij zijn buikje hoort grommen. Hij spreidt zijn vleugels vliegt een eindje maar landt dan weer op de grond. Hij waggelt verder tot aan het kippenhok. Alffartje stapt met zijn grote gele poten door een tapijt van afgevallen blaadjes. Een krakend, ritselend geluid, net als bij Pol. Af en toe schudt hij met een poot als er blaadjes blijven plakken.

Net voor hij zijn rechterpoot weer op de grond zet, ziet Alffartje twee kleine witte paddenstoeltjes staan. “Wow, net op tijd gezien. Anders had ik ze platgetrapt,” schrikt hij. Hij waggelt voorzichtig verder. Bij elke stap, die hij met zijn grote gele poten zet, kijkt Alffartje goed uit. En ja hoor… even verder staan er weer paddenstoelen. “Ik ga toch vliegen, want ik wil echt geen paddenstoelen stukmaken,” zucht Alffartje terwijl hij zijn vleugels spreidt en naar het kippenhok vliegt. Daar smult hij samen met de kippen en de hanen van een lekker ontbijtje.

Foto’s Bart Verschelden

Op weg naar de pipowagen, vliegt Alffartje over de vijver. Plots begint het heel hard te waaien.  Twee eendjes kwaken heel luid. “Kwèèèk, kwèèèk, kwèèèk, ga vlug schuilen! Er hangt onweer in de lucht!” Alffartje kijkt omhoog en een dikke regendruppel valt op zijn kromme bek …en nog één en nog één. In de verte klinkt het geluid van de donder. Als Alffartje ziet dat de deur van de pipowagen op een kier staat, vliegt hij daar naar binnen. Net op tijd want terwijl de donder luider wordt, valt de regen met bakken uit de lucht. Na enkele minuten liggen er grote plassen en is alles kletsnat. Het was een kort maar hevig onweer.

Als alles weer rustig is en het gestopt is met regenen, waggelt Alffartje naar buiten. Het is alsof de zon de donkere wolken wegduwt en dan… Alffartje staat op de trappen van de pippowagen met zijn grote oranje bek wijd open naar de lucht te staren. Daar verschijnt een prachtige regenboog boven de Alffarhoeve. “Oh, hoe mooi is dit! Echt de mooiste en grootste regenboog die ik ooit zag,” zegt Alffartje. Maar even later is hij verdwenen. “Jammer,” zucht de vreemde blauwe vogel. Hij spreidt zijn vleugels en vliegt naar de holle knotwilg.

Illustratie en Foto Bart Verschelden

Door de harde wind zijn er heel veel blaadjes gevallen. Ook bij de knotwilgen ligt er een hele hoop. Als Alffartje thuiskomt ziet hij, aan de voet van zijn knotwilg een hoopje bladeren dat beweegt. “Dat is raar,” denkt Alffartje. Hij waggelt voorzichtig dichterbij. “Is daar iemand?” fluistert Alffartje terwijl het hoopje bladeren weer beweegt. Er verschijnt een klein zwart neusje en kleine zwarte oogjes. “Ja, ik ben hier,” zegt een stil bang stemmetje. Als het hoopje heen en weer beweegt en er blaadjes rondvliegen ziet Alffartje de kleine oortjes en enkele stekels van… een egeltje.

“Wat doe jij hier kleine prikkebol?” lacht Alffartje. “Toen het heel hard waaide en regende kwam ik dicht tegen de stam van deze boom zitten om me zo een beetje te beschermen. Ik rolde me op zoals wij egeltjes doen als we bang zijn. Toen het weer rustig werd, was ik bedolven onder bladeren,” zucht het egeltje terwijl hij de laatste bladeren wil afschudden. “Ik zal je helpen want er zijn heel wat bladeren op je stekels geprikt. Je bent echt wel het mooiste en grappigste egeltje dat ik ooit gezien heb,” lacht Alffartje. Het egeltje is zo dankbaar en wil Alffartje een dikke knuffel geven. “Oei dat lijkt me geen goed idee, prikkebolletje. Dat zal vast wel pijn doen,” zegt Alffartje terwijl hij naar achter stapt. “Och ja, ’t is waar. Ik vergeet wel eens dat ik stekels heb,” lacht hij en het egeltje doet neuzeneuze met de grote oranje bek van Alffartje. “Als je nog eens hulp nodig hebt… je weet me wonen hé!” zegt Alffartje terwijl de kleine prikkebol verder op zoek gaat naar een lekker hapje. “Dat zal dan in de lente zijn want binnenkort begin ik aan mijn winterslaap. Tot ziens!” roept de kleine egel.

Illustratie Bart Verschelden

De dag is weer voorbij en de zon gaat onder. Tijd voor de drie vrienden Chloë, Chepito en Schalulleke om in het grootste geheim op wandel te gaan. Deze avond is het volle maan en daarom zien ze hun vriend Alffartje weer heel goed staan. Hij staat ongeduldig te wachten om zijn spannende avonturen van de voorbije dag aan zijn vrienden te vertellen.

Wordt vervolgd.

Eén antwoord op “Helemaal herfst!”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *