Tijdens een wandeling door het bos kwam Lander voorbij de Babbelboom. Lander wilde even rusten en zette zich neer op het stronkje met mos en zei de toverspreuk:
‘Biebbele babbele boe
Oren open en mondjes toe.
Het is geen grap, het is geen droom,
Luister naar de Babbelboom.
Letters, woorden, zinnen,
Laten we beginnen.’
Langzaam werd de boom wakker en zei: “Dag Lander, ik ben blij dat je op bezoek komt. Kan ik je plezieren met een verhaaltje? En waarover mag het verhaaltje gaan?”
Lander zei natuurlijk ja en vroeg, “ken je een verhaal over een ridder?”
De Babbelboom knikte ja en vertelde:
Er was eens een jongen die gek was op ridders. Zijn naam was Florian en hij was net 5 jaar geworden. Toen Florian jarig was, kreeg hij superleuke cadeaus. Alles had te maken met ridders.