Een zonnige dag in het grote dierenbos is
bijna voorbij. De dieren vonden het nogal druk want er waren heel veel
wandelaars. Ze verstoppen zich dan in de bomen en tussen de struiken. Maar als
de avond valt wordt het veel rustiger en komen de vrienden weer tevoorschijn.
Op de wandelpaden zie je nog enkele fotografen die wachten op het gouden
uurtje…
Het is tijd voor een verhaaltje uit het grote babbelboek. Ga even zitten en zeg de toverspreuk dan komt het verhaaltje, het wordt heel leuk.
‘In het grote babbelboek
zijn de letters en de kleuren zoek.
Open, toe en schudden maar…
Het verhaal is klaar, echt waar!’
Foto Suzanne Vermeer-Stoop
Twee zusjes, Rive en Lulu, zijn met mama, papa en broertje Noé een dagje aan zee. Ze hebben genoten van de zee en het strand. Zandkastelen maken met papa, varen in een rubberbootje, vliegeren, pootjebaden en schelpjes zoeken. Aan zee is zo veel te doen… Een blauwe lucht en een prachtige zon zorgden voor een fantastische dag. “Wordt de zon nooit moe?” vraagt Lulu aan haar grote zus als ze met z’n drietjes zitten te kijken naar de golven van de zee. “Straks gaat ze slapen. Dan verdwijnt de zon in de zee. Dat noemen ze zonsondergang,” vertelt Rive.
In de tuin waar Bartholomeus bij en zijn vrienden wonen is
er de laatste twee weken heel wat veranderd. De herfst is in het land en dat
kan je heel goed zien. De bomen kleuren bruin, rood en geel. En als de wind
hard waait, dwarrelen de blaadjes met tientallen naar beneden. Het wordt ook kouder en de dagen worden
korter. Elke morgen zijn het gras, de planten en de bloemen nat van de dauw. ‘s
Nachts zoeken de dieren een warme plaats om te slapen. En als het nog kouder en
winter zal worden, zal dat hun plaatsje worden om de winter door te brengen.
Pedro de pony blijft nu vaker in zijn warme stal. Pol de mol blijft langer
onder grond en komt alleen een kijkje nemen als de zon schijnt. Kobe zie je ook
alleen maar op het waterlelieblad zitten als de zon er is. Anders zit hij aan
de rand van de vijver, verstopt onder een dekentje van bladeren. En
Bartholomeus bij kruipt als het koud is, in een klein gaatje in de grond. Maar
vandaag is de zon nog van de partij en Bartholomeus vliegt rond in de grote tuin.
Het is tijd voor een verhaaltje uit het grote babbelboek. Ga even zitten en zeg de toverspreuk dan komt het verhaaltje, het wordt heel leuk.
‘In het grote babbelboek
zijn de letters en de kleuren zoek.
Open, toe en schudden maar…
Het verhaal is klaar, echt waar!’
Foto Marleen Van Hul
Kleine Oona logeert bij oma en opa. Die hebben een vakantiehuisje
aan zee. Als het mooi weer is en de zon schijnt, gaan ze elke namiddag naar het
strand. Oona doet eerst haar middagdutje en daarna vertrekken ze. Voor Oona is
het altijd feest als ze met oma en opa gaat wandelen op het strand. Ze geeft
opa altijd een handje. Oona kan al heel flink alleen stappen maar ze is nog een
beetje bang van het water van de zee. “Brrr,” zegt Oona en krult haar kleine
teentjes. Het natte zand is koud en plakt aan haar voetjes.
“Mama, mag ik buiten spelen?” vraagt Vico. “Ja natuurlijk, de zon schijnt al en het is lekker warm,” zegt mama vos. “Wat is dat, de zon?” vraagt Vico. “Kom,” zegt mama, ”en ze gaat mee naar buiten. “Oh, het is zo licht, ik kan bijna niet kijken,” zegt Vico verbaasd, ”en mijn hoofdje wordt warm.” Vico heeft de zon al gezien en gevoeld.
Tijdens een wandeling door het bos kwam Lena voorbij de Babbelboom. Lena wilde even rusten en zette zich neer op het stronkje met mos en zei de toverspreuk:
Zelfportret Lena D’hooghe
‘Biebbele babbele boe
Oren open en mondjes toe.
Het is geen grap, het is geen droom,
Luister naar de Babbelboom.
Letters, woorden, zinnen,
Laten we beginnen.’
Langzaam werd de boom wakker en zei: “Dag Lena, ik ben blij dat je op bezoek komt. Kan ik je plezieren met een verhaaltje? En waarover mag het verhaaltje gaan?”
Lena zei natuurlijk ja en vroeg, “ken je een verhaal over de maan?”
De Babbelboom knikte ja en vertelde:
“Goeiemorgen Miel,” zegt oma als ze het rolgordijn optrekt. Miel heeft nog geen zin om op te staan en kruipt helemaal weg onder zijn dekbed. “Als ik bij jou kom logeren mag ik toch altijd uitslapen, oma,” moppert Miel. “Ben je dan vergeten wat we vandaag gaan doen?” vraagt oma. Miel springt uit zijn bed. “O ja, we gaan naar zee vandaag want de zon schijnt!”