Kids in space!

Het is tijd voor een verhaaltje uit het grote babbelboek. Ga even zitten en zeg de toverspreuk dan komt het verhaaltje, het wordt heel leuk.

‘In het grote babbelboek

zijn de letters en de kleuren zoek.

Open, toe en schudden maar…

Het verhaal is klaar, echt waar!’

Foto Suzanne Vermeer-Stoop

Twee zusjes, Rive en Lulu, zijn met mama, papa en broertje Noé een dagje aan zee. Ze hebben genoten van de zee en het strand. Zandkastelen maken met papa, varen in een rubberbootje, vliegeren, pootjebaden en schelpjes zoeken. Aan zee is zo veel te doen… Een blauwe lucht en een prachtige zon zorgden voor een fantastische dag. “Wordt de zon nooit moe?” vraagt Lulu aan haar grote zus als ze met z’n drietjes zitten te kijken naar de golven van de zee.  “Straks gaat ze slapen. Dan verdwijnt de zon in de zee. Dat noemen ze zonsondergang,” vertelt Rive.

Mama en papa komen er ook bij zitten. “Straks gaat de zon slapen. Dat is euh… ‘zonsondergang’,” vertelt Lulu heel fier. “Amai, dat weet jij goed,” zegt papa. “Rive heeft dat verteld,” zegt Lulu blij “en ik heb dat goed onthouden.” Ondertussen is kleine Noé bij mama op schoot gekropen. “Onze Noé gaat nu al een dutje doen,” lacht mama, ”hij wacht niet op de zon.” Even later ligt Noé te slapen. En als je heel goed luistert hoor je hem af en toe een beetje snurken. “Blijven we tot de zon ondergaat? Want dat is zo mooi?” vraagt Rive. “Oh ja, dan kunnen we naar de euh… ’zonsondergang’ kijken. Please please please,” vraagt Lulu met haar allerliefste stemmetje. “Ja hoor, we blijven hier op het strand tot de zon is ondergaan en daarna gaan we… nee, dat vertel ik nog niet. Da’s nog een verrassing,” lacht papa. “Zeg papa, je maakt ons zo nieuwsgierig,” zeuren de meisjes, ”wat gaan we doen?” Maar papa en ook mama vertellen niets. “Ah nee, want dan is het geen verrassing meer,” lachen ze samen.

Foto Danny Verslype

Stillaan wordt het donkerder en krijgt de lucht een prachtige oranje kleur. Rive en Lulu zitten stilletjes te genieten. “Kijk eens Lulu, nu kan je de zon goed zien hé. Het lijkt wel een grote ronde bal. Als de lucht blauw was, konden we niet naar de zon kijken want dan was haar licht veel te helder. Maar nu wel hé,” vertelt Rive. “Gaat de zon niet verdrinken als ze in de zee zakt?” vraagt Lulu terwijl ze haar wenkbrauwen fronst. “Het lijkt alsof ze in de zee zakt maar dat is niet zo hoor. Ze gaat nu schijnen voor de mensen die aan de andere kant van de wereld wonen,” legt Rive uit. Mama en papa luisteren geboeid en genieten van het gesprekje tussen hun meisjes. En kleine Noé ligt nog rustig te slapen op de schoot van mama. Ondertussen is de zon nu een grote witte bol geworden en de lucht is prachtig rood en oranje gekleurd. De zon zakt dieper en dieper tot ze helemaal verdwenen is achter de horizon. “Kom,” zegt papa, ”nu is het tijd voor de verassing.” De meisjes springen recht. Ze zijn dol op verrassingen. Ook Noé is nu wakker. Ze gaan met z’n allen naar de parking…

Foto Suzanne Vermeer – Stoop

“Maar papa, we gaan toch niet naar huis hé? Je had toch nog een verrassing?” zeurt Rive teleurgesteld. “En die heb ik ook, wacht maar,” lacht papa die Noé op zijn arm heeft genomen. Mama opent de koffer van de auto en neemt er drie kleine hoofdtelefoons uit. De meisjes begrijpen er niets van. “Zet deze maar op want straks begint de verrassing,” zegt mama. PSSSSST!  KNAL!!!! Wat is dat???? De kids schrikken. Een vuurpijl schiet naar omhoog met een piepend geluid en dan volgt een luide knal gevolgd door een prachtige kleurenregen. “Bravo!” Noé klapt in zijn kleine handjes. Hij vindt het prachtig. “Oh, vuurwerk!” roept Rive, “prachtig!” Lulu gaat achter papa staan. Ze was zo geschrokken. Maar even later staat ze naast haar grote zus en genieten ze samen. Het vuurwerk gaat nog even door en als het bijna gedaan is, volgen er nog een paar luide knallen en dan is het stil. En dan klinkt een luid applaus van alle mensen die genoten van het prachtige vuurwerk.

Foto Danny Verslype

“Kijk, de zon is er al terug!” roept Lulu als ze weer in de auto zitten op weg naar huis “Nee, nee, dat is de maan,” antwoordt Rive. Als de zon schijnt is de lucht blauw. Maar nu zien we de maan en de is er als het buiten donker is en de lucht zwart.” De hele weg naar huis kijken de kids door de autoraampjes naar buiten. “Da maan, da maan!” roept kleine Noé als hij naar de maan wijst. “En vanavond is de maan een grote ronde bol omdat het volle maan is. En als ik groot ben ga ik op reis naar de maan,” vertelt Rive. “Oh, gaan we dan allemaal naar de maan? Met jouw helikopter papa?” vraagt Lulu.

Foto Suzanne Vermeer – Stoop

De papa van Rive, Lulu en Noé is helikopterpiloot van beroep. “Nee, dat zal niet gaan Lulu,” lacht papa. “Naar de maan kan je niet vliegen met een helikopter. Van hier bij ons op de aarde naar de maan is het 384 400km. Je kan alleen naar de maan vliegen met een raket. En dat kunnen alleen astronauten doen. Dus Rive als je naar de maan wil gaan, zal je later voor astronaut moeten studeren.” Maar dat vindt Rive geen probleem. “Maar dat ga ik doen hoor, papa. Dan kan ik met een raket naar de maan vliegen en ondertussen naar de sterren en de planeten kijken. Zalig!” zegt Rive vastbesloten. “Sterren ken ik, maar wat zijn planeten?” vraagt Lulu. “Dat zullen we morgen allemaal eens vertellen,” zegt mama. Ondertussen zijn ze thuisgekomen en kleine Noé ligt al in dromenland. Dan gaan we samen in mijn boek van ‘Sterren en planeten’ kijken,” geeuwt Rive.

Een halve uurtje later liggen de kids in hun bedje. Behalve Rive die kijkt nog even door het raam naar de maan. “Dag maan, als ik groot ben, kom ik op bezoek hoor,” geeuwt ze en dan kruipt Rive ook in haar bedje…

Als Rive de volgende morgen wakker wordt, is het nog heel stil in huis. Iedereen slaapt nog.

De maan is verdwenen als Rive naar buiten kijkt. “Oh zo jammer, het regent,” zeurt ze, “we gaan de zon niet zien vandaag. Ze zit verstopt achter dikke grijze regenwolken.” Rive neemt haar boek waar ze straks gaat uit vertellen. Want dat heeft ze aan haar zusje belooft. Ze leest over de aarde, de maan, de zon, de sterren en de andere planeten. Rive heeft het boek gekregen voor haar verjaardag. Ze had zo veel vragen over sterren en planeten. Ze wilde weten hoe het komt dat er dag en nacht is. Waarom de maan niet altijd een ronde bol is? Of de zon een ster is? Welke planeten er allemaal zijn en nog veel veel meer. “Je bent een echt vraagstaartje,” had mama lachend gezegd. Toen Rive het boek helemaal uitgelezen had, wist ze het antwoord op al die vragen. “Goeiemorgen kleine astronaut, ben je al lang wakker?” lacht mama die een kijkje komt nemen in Rive’s kamer,” of zat je tussen de sterren en de planeten?” Rive had mama niet zien binnenkomen. “Goeiemorgen mama, ik ben in mijn boek aan het lezen want ik ga straks aan Lulu vertellen over de sterren en de planeten. Dat had ik beloofd hé,” zegt Rive een beetje geschrokken. “Prima, maar eerst gaan we ontbijten. Kom je? We zitten allemaal te wachten op jou,” vraagt mama. Rive neemt haar boek onder de arm en gaat naar de keuken. “Gaan we vandaag terug naar zee?” geeuwt Lulu. “Kijk eens naar buiten,” lacht papa, “het regent pijpenstelen en de zon zit verstopt achter dikke grijze wolken. Da’s geen weer om naar zee te gaan.” Inderdaad, papa heeft gelijk de kinderen zullen zich vandaag thuis moeten amuseren. “Ik ga straks uit mijn boek vertellen Lulu en mogen we daarna knutselen mama?” vraagt Rive met haar liefste stemmetje. Dat vindt mama een superidee. Na het ontbijt gaan de drie kids samen in de zetel zitten en Rive vertelt. Ook kleine Noé kijkt mee in het boek.

Foto Nasa / Illustratie Rive, Lulu en Noé Vermeer

Als Rive verteld heeft over de astronauten heeft mama een idee. “Gaan we astronautjes maken?” vraagt ze. “Ja!” roepen Lulu en Rive, ”dan vliegen we naar de maan!” Mama print twee kleurplaten van ruimtepakken af voor Lulu en Noé en Rive tekent haar pak zelf. Even later zitten ze samen aan de tafel te kleuren. Ook kleine Noé doet flink zijn best. Na het kleuren plakken ze er een foto van hun hoofdje in.

Foto Nasa / Illustratie Rive, Lulu en Noé Vermeer

“Papa, kom eens kijken?” roept Lulu. “Hoe leuk is dit!” lacht papa als hij de drie astronautjes ziet. Rive draait de prenten ondersteboven. “Kijk papa, en nu vliegen we rond en gaan we wandelen op de maan. Ik wou dat ik al groot was en een astronaut. Dan kon ik echt rond de maan vliegen en rondtollen,” zucht Rive, ”maar dat zal nog zo lang duren.”  Ze zit dromerig voor haar uit te kijken. ”Maar, mijn beste astronautjes, hoe gaan jullie op de maan geraken?” lacht papa. “Met een raket!” roepen Lulu en Rive samen.

Foto Pixaby / Illustratie Rive Vermeer

Rive bladert in haar boek waar een tekening van een raket in staat. Papa laat een foto van een opstijgende raket zien op zijn computer. “Gaat die heel snel?” vraagt Lulu. “Razendsnel wel 300 keer sneller dan een auto en 150 keer sneller dan de helikopter waar ik mee vlieg,” zegt papa. “Mogen we ook een raket knutselen mama?” vraagt Rive.  Natuurlijk mag dat. En grote zus maakt van een doos, zilverpapier en karton een prachtige raket. Ze versiert ze met haar waterstiften en maakt een gaatje bovenaan om leeuwtje in te stoppen. “Ziezo, leeuwtje is klaar om met zijn raket naar de maan te vliegen,” lacht Rive trots.

Foto Nasa / Illustratie Noé Vermeer

Ondertussen heeft kleine Noé met de hulp van Lulu een prachtige schilderij gestempeld van de sterrenhemel. “Kijk!” roept Noé als zijn kunstwerk klaar is. “Bravo!” roepen mama, papa en de meisjes en klappen in hun handen. Noé klapt mee en schatert van de pret. Ondertussen is het tijd voor Noé om een middagdutje te doen. Hij heeft niet veel zin om te slapen. Maar als Rive en Lulu een slaapliedje voor hem zingen, ligt hij vlug in een diepe slaap.

Twinkel twinkel kleine ster

O wat straal jij mooi van ver.

Boven lijkt de wereld klein

Maar jij wil er altijd zijn.

Twinkel twinkel kleine ster

O wat straal jij mooi van ver.

Illustratie Rive & Lulu Vermeer

“Wonen er eigenlijk mensen op de maan?” vraagt Lulu. “Nee, er zijn wel al mensen op de maan geweest. Maar die droegen een speciaal ruimtepak want anders zouden ze doodgaan. Maar er bestaan wel verhaaltjes over marsmannetjes. Die zijn er altijd een beetje gek uit. Misschien kunnen we eens gekke mannetjes maken,” stelt Rive voor. Mama heeft het gehoord en heeft de knutseldoos al klaargezet. Met klei, wc-rolletjes en allerlei spulletjes maken ze gekke ventjes met voelsprieten en grappige ogen.

“Gaan we nu nog eens in het boek kijken?” vraagt Lulu. Ze gaan samen in de zetel zitten en Rive vertelt over de planeten. Ze kent ze allemaal. Lulu luistert aandachtig…

Foto Pixabay

“Kijk, dit is de zon en daar zijn de planeten. Ze hebben allemaal een naam. Het dichtste bij de zon staat Mercurius. Dat is de kleinste planeet. Daarnaast staat Venus. En hier wonen wij want dat is de aarde. En naast de aarde staat Mars,” vertelt Rive. “Oh een mars, da’s lekker,” lacht Lulu. “Nee gekkie da’s iets anders hé,” zegt Rive terwijl ze haar wenkbrauwen fronst. “En de volgende planeet is Jupiter en dan Saturnus. Dat vind ik de mooiste want die heeft zo een mooie ring. En dan zijn er nog Uranus en Neptunus,” zegt Rive met een diepe zucht. “Amai Rive wat weet je veel,” zegt Lulu verwonderd. “Inderdaad,” zegt papa, ”jij weet echt wel heel veel over de sterren en de planeten.” Rive wil heel graag de planeten knutselen en ophangen zoals bij een mobiel zodat ze kunnen bewegen. En omdat Lulu geen zin meer heeft om te knutselen beloofd mama om Rive te helpen want dat is best wel een moeilijk werkje.

Foto Nasa / Illustratie Rive Vermeer

Ze nemen er een foto bij om te zien hoe groot de planeten moeten zijn en welke kleur ze hebben. De planeten worden gemaakt van isomo bollen van verschillende grootte en beschilderd met verf. Als ze droog zijn steekt mama er een draadje door om ze zo op te hangen aan houten stokjes. De mobiel is fantastisch goed gelukt en mag op Rive haar kamer hangen. “Dat was niet gemakkelijk maar toch goed gelukt hé mama,” zegt ze blij.

Als Rive die avond in haar bedje ligt, kijkt ze fier naar de planetenmobiel. Als ze heel hard blaast draaien de planeten rond. Ze kijkt nog even naar de maan door het raam. “Dag maan, als ik groot ben, kom ik op bezoek hoor,” geeuwt ze en dan kruipt Rive ook in haar bedje. En voor ze in slaap valt, zingt ze stilletjes het prachtige liedje van de maan.

https://www.youtube.com/watch?v=NwOzc6o802

De maan is rond, de maan is rond.

Hij heeft twee ogen, een neus en een mond.

De maan is rond, rond als een bol

en als hij rond is, dan heet hij ‘vol’.

Daar is de maan, daar is de maan.

Zie je hem hoog aan de hemel staan?

Daar is de maan, daar is de maan.

Wat is hij ver bij ons vandaan.

De maan is rond, de maan is rond.

Soms wordt hij kleiner, is dat wel gezond?

Dan zie je nog maar een halve maan

of lijkt hij meer op een banaan.

Daar is de maan, daar is de maan.

Zie je hem hoog aan de hemel staan?

Daar is de maan, daar is de maan.

Wat is hij ver bij ons vandaan.

De maan is weg, de maan is weg.

Hij is verdwenen, o wat een pech.

Gsteren zag ik hem echt nog staan

laten we gaan: op zoek naar de maan.

Waar is de maan, waar is de maan?

Is hij hier ergens heel ver vandaan?

Waar is de maan, waar is de maan?

Zonder de maan is er echt niks aan.

Daar is de maan, daar is de maan .

Zie je hem hoog aan de hemel staan?

Daar is de maan, daar is de maan.

Wat is hij ver bij ons vandaan.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *