Kielie avonture (kriebelavonturen)

Foto Yvonne Spierenburg

“Ek dink dis slaaptijd,” lacht mama als ze naar Owen kijkt. Hij zit rustig in de zetel te wachten met zijn pyjama aan en olifantje Fan op zijn schoot.  Naast hem ligt een boek, een boek van toen mama klein was en in Nederland woonde. “Vertel eers uit die boek van die kieliebeeste want jy het dit belowe hey mamma,” antwoordt Owen heel fier. Hij spreekt al een aardig mondje Afrikaans. Maar hij spreekt ook graag Nederlands en hij luistert er supergraag naar. Vooral naar mama, als ze vertelt.  “Is jy gereed om te luister?” vraagt mama terwijl ze naast Owen komt zitten. “Ja!” roept Owen en kruipt heel dicht tegen haar aan.

“Kriebelpoten,” leest mama en Owen opent het boek. Het boek vertelt over Lika de poes. Zij gaat op ontdekking in het huis, en de tuin van haar baasjes. Terwijl mama het verhaal vertelt, kijkt Owen geboeid naar al de kleine diertjes in het boek.  Het zijn er heel wat. Mama kent heel veel namen van insecten en andere diertjes. “Die heb ik hier ook al gezien,” zegt Owen als hij een vlinder ziet. Ook de spin en de rups herkent hij. “Ja die leven hier ook in Afrika zien ze er wel een beetje anders uit,” lacht mama. “Oh mama, wil je dat liedje nog eens zingen over het spinnetje,” vraagt Owen met zijn allerliefste stemmetje. “Ok, maar jij doet dan de spinnendans,” lacht mama. “Papa, doe jij ook mee?” roept Owen als papa naast hem in de zetel komt zitten. “Goed, kom ons dans saam met ons drie. Mamma moet ook aansluit,” lacht papa. En even later zingen en dansen ze samen het spinnenlied en -dansje.

Spinnetje, spinnetje, kriebel spinnetje
Waar spin jij je draad naartoe
Spinnetje, spinnetje, kriebel spinnetje
Ben jij dan nog steeds niet moe

Je gaat naar links en je gaat naar rechts
Wie heeft jou dat uitgelegd

Spinnetje, spinnetje, lief klein spinnetje
Spinnetje, spinnetje, kriep, kriep kriep

Spinnetje, spinnetje, kriebel spinnetje
Waar spin jij je draad naartoe
Spinnetje, spinnetje, kriebel spinnetje
Ben jij dan nog steeds niet moe

Je gaat van boven naar benee
Als ik kon dan ging ik mee
Spinnetje, spinnetje, lief klein spinnetje
Spinnetje, spinnetje, kriep, kriep kriep

Spinnetje, spinnetje, kriebel spinnetje
Waar spin jij je draad naartoe
Spinnetje, spinnetje, kriebel spinnetje
Ben jij dan nog steeds niet moe

Je gaat van achteren naar voor
Ik kijk naar jou en je gaat maar door
Spinnetje, spinnetje, lief klein spinnetje
Spinnetje, spinnetje, kriep, kriep kriep

“En voor ons kleinste spinnetje is het nu bedtijd,” zegt mama. “Oh nee ‘heeeuw,’ eerst nog eens naar de foto’s van de Afrikaanse kriebeldiertjes kijken,“ geeuwt Owen terwijl hij in zijn ogen wrijft. “Dat zal voor morgen zijn,” lacht mama, “hier is een jongetje heel moe.” Nog tandjes poetsen en dan is Owen helemaal klaar om naar bed te gaan. Hij neemt Tan stevig vast en kruipt in zijn bed. Nog een dikke knuffel van mama en papa. “Lekker slaap,” zeggen ze samen in het Afrikaans. Owen sluit zijn ogen. “Lekker slaap Tan,” fluistert hij en valt in slaap.

Foto Yvonne Spierenburg

De volgende morgen, na het ontbijt, zit Owen ongeduldig te wachten bij de computer van mama. “Gaan we eerst naar de ‘verkleurmannetjes’ kijken?” vraagt hij, “daar weet ik veel over.” Terwijl mama erbij komt zitten, begint Owen al te vertellen. “Hé wacht eens even. Ik moet de computer nog opstarten,” lacht mama, “ben wel eens benieuwd wat je nog weet over de ‘verkleurmannetjes’ of “…”De kameleons!” roept Owen. Bij het zien van de foto van papa met een kameleon op zijn hand begint Owen te vertellen.

“Kameleons zijn zo leuk omdat ze van kleur kunnen veranderen. Ze zien er echt grappig uit Hun tenen zijn speciaal. Ze hebben een lange tong en ze kunnen hun staart oprollen. Hun ogen kunnen ze helemaal ronddraaien. Echt gek om te zien.” Tijdens het vertellen heeft mama geboeid en een beetje verwonderd geluisterd. “Wow, wat heb jij dat allemaal goed onthouden,” zegt ze trots. “En hier kroop het verkleurmannetje op mijn buik. Ik was echt niet bang. Maar hij kriebelde me wel met zijn rare teentjes,” giechelt Owen.

“Welke diertjes wil je nu graag zien?” vraagt mama. “Nu mag jij kiezen. Elk om beurt hé mama,” zegt Owen.

Foto Yvonne Spierenburg / Illustratie Lulu Vermeer

“Ken je deze nog?” vraagt mama. Het wordt even stil… “Oh nee, ik weet het niet meer,” zeurt Owen. “Kijk eens goed naar de eerste foto. Wat staat erop?” vraagt mama. “Een boom… ja en een boom heeft takken. Het is een wandelende tak!” roept Owen.  “En in het Afrikaans noemen we dat ‘een stokinsek’ “, lacht mama. “En dat was een grote. Groter dan jouw hand,” zegt Owen fier, “en ik weet nog dat ze overdag slapen en dan bewegen ze niet en daarom zie je ze niet goed zitten. Ook omdat ze dezelfde kleur als de boom hebben. Oh en mijn schilderij staat er ook bij. Jippie!”

“Ik kies nu voor de rupsen,” zegt Owen vastberaden.

Foto Yvonne Spierenburg

Voor mama de foto’s zoekt, neemt ze het boek van ‘Kriebelpoten’ erbij. “Kijk Owen, hier staan ook rupsen in. Maar die zien er weer een beetje anders uit dan hier bij ons,” toont mama. “Ja en die groene is Rupsje Nooitgenoeg. En die eet en eet en dan maakt ze een cocon en als de zon schijnt, kruipt ze eruit en dan is ze een prachtige vlinder geworden,” vertelt Owen. Hij kent het verhaal heel goed want mama heeft het al veel verteld. “Zo vlug heb ik het verhaal nog nooit gehoord,” zegt mama verwonderd. “Ik ken het ook heel goed hé mama … het is zo mooi.” https://www.youtube.com/watch?v=G_FrSIruAtE

“Worden deze rupsen ook allemaal mooie vlinders?” vraagt Owen. “Niet allemaal. Er zijn rupsen die nachtvlinders worden en die hebben geen mooie kleuren,” antwoordt mama.

Het is mama’s beurt om te kiezen en zij kiest natuurlijk voor… de vlinders.

Foto Yvonne Spierenburg

“De vlinders!” roept Owen als de foto’s verschijnen. “Ik vind ze allemaal prachtig. Maar ik weet er niet zo veel over,” zucht mama. “Oh maar weet je nog mama,” vertelt Owen, “we kwamen een tijd geleden voorbij een boom en daar zaten heel veel vlinders. Met veel verschillende kleuren en dat vond jij zo mooi hé. En dan hebben we thuis op de computer gezocht hoe ze noemen. Maar we hebben het niet gevonden. Jammer hé?”  Ondertussen is mama toch nog tussen de boeken van de dieren gaan kijken. Maar nee, ze hebben boeken over heel veel Afrikaanse dieren maar niet over vlinders. “Een beetje jammer,” zegt mama, ”er zijn er zo veel. Veel te veel om op te noemen. Maar weet je nog Owen toen je buiten speelde met water. Het was toen een snikhete dag en er kwam een hele zwerm vlinders naar jou toe om van het water te drinken?” Owen denkt even heel diep na… ”Oh ja, en dat waren allemaal dezelfde met bruin en blauw,” juicht Owen terwijl hij naar de foto wijst op de computer. Mama maakt de foto groter. “Die naam ken ik wel. Dat zijn grote gestreepte zwaarddragers,” zegt mama fier. “Jaja, de vechtvlinders,” lacht Owen. “Nee gekke jongen, vlinders vechten niet,” lacht mama. “Ze noemen zo omdat het lijkt dat ze een zwaard bijhebben, maar dat is een buis waarmee ze water drinken.”

Nu mag Owen weer een kriebeldiertje kiezen…

Foto Yvonne Spierenburg / Illustratie Rive Vermeer

“Euh, ik wil graag foto’s zien van die speciale sprinkhaan. Die zo met zijn pootjes doet,” zegt Owen terwijl hij zijn handen vouwt. “Je bedoelt de bidsprinkhaan,” lacht mama, ”die is zo leuk!” Owen wacht tot hij de foto’s ziet. “Ja dat zijn ze!” roept hij, ”en mijn tekening staat er ook bij! Met het lieveheersbeestje!” Dat was weer een leuke verrassing. Owen wist niet dat daar een foto van was. “De lieveheersbeestjes hier in Afrika zien er wel een beetje anders uit,” plaagt mama. “Ja dat weet ik,” zeurt Owen, ”maar bij een tekening kan dat wel. Bij een tekening kan alles.” Dat vindt mama ook. “Weet je Owen, dat er in heel de wereld wel 2400 verschillende soorten zijn. Die grappige voorpoten zien er zo uit als de bidsprinkhaan rust. Als zijn grijppootjes opengaan is hij op jacht om kleine insecten of kriebeldiertjes te vangen,” vertelt mama terwijl ze de sprinkhaan nadoet en Owen vastgrijpt met haar handen. “Kom hier mijn klein kriebeldiertje,” lacht mama en geeft Owen een dikke knuffel.

“Nu mag jij weer kiezen mama, “ zegt Owen ongeduldig.

Foto Yvonne Spierenburg

“Oh ja, de shonglolo!” juicht Owen, “mijn lievelingskriebelbeestje.”  Owen vindt een duizendpoot een grappig en interessant diertje om naar te kijken. Hij legt ze dan in een potje om te zien hoe ze zich oprollen als hij ze aanraakt met zijn kleine vinger.  Ze doen dat omdat ze dan bang zijn. Op de grond moeten ze over blaadjes kruipen die Owen heeft klaar gelegd. Hij ziet de vele kleine pootjes als de duizendpoot zich uitrekt om zo verder te bewegen. Owen kan al heel goed tellen maar … “Hoeveel is duizend eigenlijk?” vraagt hij als hij naar de foto’s kijkt. Kan ik al tot zoveel tellen? En kan jij dat? En hebben alle shonglolo’s duizend pootjes?” Mama kijkt verbaasd naar Owen. “Zo veel vragen. Nee, zo ver kan jij nog niet tellen en ja, ik kan dat wel maar dat duurt zo lang. En niet alle duizendpoten hebben duizend poten. Maar ze hebben er wel allemaal veel,” zegt ze. “Kijk en luister eens,” lacht mama. Ze zoekt op de computer en …. er klinkt een leuk liedje.

De moeder van de duizendpoot was vreselijk ontevreden
Want haar zoontje was zojuist in de sloot gegleden
En als je even rekent
Weet je wat dat betekent
Op zijn hoofd een grote buil
En duizend sokjes vuil!

Owen vindt het zo grappig en even later zingen Owen en mama vrolijk mee.

“Jij mag het laatste diertje kiezen,” zegt mama, “daarna is het tijd om naar papa te gaan.” Papa was deze morgen al vlug gaan werken met de helikopter. En rond de middag gaan ze hem halen.

“Spinnetje, spinnetje” zingt Owen. “Ok”, zegt mama en ze zoekt de foto’s van de spin.

Foto Yvonne Spierenburg

Er zijn heel veel soorten spinnen in Zuid-Afrika. Owen heeft er al heel veel gezien. Hele kleine en hele grote. “Mag ik vertellen wat ik weet over de spinnen?” vraagt Owen. “Ja hoor, we hebben nog even de tijd voor we moeten vertrekken,” antwoordt mama.

“Spinnen hebben 8 poten. Ze maken een web en dat is hun huisje maar daar vangen ze ook hele kleine diertjes in en eten ze op. De meeste spinnen hebben 8 ogen maar er zijn ook blinde spinnen en die wonen in grotten waar het altijd donker is. Er zijn ook gevaarlijke spinnen die je bijten en je ziek maken. Daarom altijd voorzichtig zijn als je een spin ziet,” vertelt Owen trots. “Dat heb je heel goed gezegd,” lacht mama, ”maar nu is het echt de hoogste tijd om te vertrekken.”

Even later zijn ze met de jeep op weg naar de landingsplaats. Het is ongeveer een uurtje rijden.  Owen kijkt geboeid naar buiten….  “Als we op tijd zijn, mag je misschien nog eens helikopterpiloot zijn,” zegt mama. “Owen? Owen?” lacht mama. Ze weet het al…Owen is in slaap gevallen. Dat gebeurt wel vaker als ze een heel eind met de jeep moeten rijden. Het is nogal druk op de zandweg. En mama moet opletten waar ze rijdt. Plots vertraagt ze en steekt haar arm door het open raam. Zo doet ze teken naar de andere chauffeurs om te vertragen en te stoppen. Als de jeep stilstaat wordt Owen wakker. “Heeuw, zijn we er al?” geeuwt Owen. “Nee, maar kijk eens Owen er loopt iets over de weg,” zegt mama.

Foto Yvonne Spierenburg

Omdat de andere auto’s ook gestopt zijn, stappen mama en Owen uit. “Het is een kameleon,” fluistert Owen want hij wil het verkleurmannetje niet laten schrikken. Het diertje wandelt rustig over de weg. “Oh mama, zo goed dat je hem zag. Anders hadden de auto’s over hem gereden,” zucht Owen. De kameleon stapt wel heel traag en daarom neemt mama hem voorzichtig op, zet hem op haar hand en samen gaan ze naar de kant. “Oh, wat is hij groot en mooi,” lacht Owen. Mama ’s jeep staat veilig aan de kant.  Daarom hebben ze even tijd om het diertje te bewonderen. “Zo een grote heb ik nog nooit gezien,” zeg mama terwijl ze enkele foto’s maakt. Owen staat met open mond te kijken.

Foto Yvonne Spierenburg

“Kijk mama, het verkleurmannetje krijgt bruine stipjes overal,” zegt Owen bezorgd. De kameleon zit nog steeds op mama’s hand maar wordt onrustig. “Ja, da’s omdat hij bang is van ons en van het lawaai van de auto’s die voorbijrijden,” zegt mama.  De kameleon kruipt een stukje verder op mama’s hand en krabt met zijn pootjes. “He, dat doet pijn hoor, kleine groene deugniet,” lacht mama.

Foto Yvonne Spierenburg

Hij krijgt steeds meer bruine vlekjes en mama besluit om de kameleon in de struiken te zetten aan de kant van de weg naar waar hij op weg was. Ze blijven nog even kijken terwijl de kameleon rustig verder kruipt op een dikke tak. Hij is weer rustig en de bruine vlekjes verdwijnen. Het verkleurmannetje is weer helemaal groen, rustig en veilig. “Dat hebben we goed gedaan hé mama. We hebben het verkleurmannetje gered,” zegt Owen heel fier terwijl ze voorzichtig de weg oversteken en weer in de jeep gaan zitten.

Het is nog even rijden tot de landingsplaats. “Gaan we op tijd zijn?” vraagt Owen ongeduldig. Hij wil zo graag in de helikopter zitten en papa over de grote verkleurman vertellen. Als ze aankomen staat papa al te wachten. “Jy is zo laat,” zegt hij. “Gaan we in de helikopter zitten, papa? Dan zal ik vertellen waarom we laat zijn,” zegt Owen. Mama wacht in de jeep tot Owen zijn avontuur verteld heeft, en dan rijden ze samen naar huis. Als ze op de terugweg voorbij de plaats komen waar ze de kameleon zagen, kijkt Owen of hij het verkleurmannetje ziet. “Hij zal aan de andere kameleons aan het vertellen zijn dat we hem gered hebben,” zegt Owen heel fier. “Seker, seker,” lacht papa en knipoogt naar mama.

Illustratie Lander Loots

Die avond voor het slapengaan, maakt Owen een grote tekening van een kameleon. “Mama maak jij een foto van mijn tekening? Dan kan je die op de computer zetten bij de andere foto’s van mijn grote verkleurman,” vraagt Owen met zijn allerliefste stemmetje. Mama belooft om dat morgen zeker te doen.

Als Owen in bed ligt, vertelt hij zijn grote avontuur aan Tan, zijn olifantenknuffel. Hij neemt hem stevig vast voor een dikke knuffel en samen vallen ze in slaap.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *