Elke avond als Lies gaat slapen neemt ze een heleboel knuffels mee in haar bed. Bouli de sneeuwman mag vanavond het dichtste bij haar liggen. Voor Lies ging slapen hoorde ze op televisie de weervrouw vertellen dat het morgen gaat sneeuwen. “Dan kan ik misschien een echte Bouli sneeuwman maken,” had Lies gezegd. “Dan gal ik je helpen en dan gaan we sneeuwballen gooien en sleeën,” roept Lars. “Dat zal leuk worden, maar nu gaan slapen. Kruip maar vlug in jullie warme nestje,” lacht mama.
De volgende morgen als Lies en Lars wakker zijn, kijken ze vlug door het raam. “Ja, joepie het heeft echt gesneeuwd!” roept Lies. Er licht al een dik wit tapijt. De straten zijn helemaal wit en ook in de tuin ligt al een dik pak sneeuw.
Lies kan bijna niet wachten om een sneeuwman te gaan maken. Ze heeft Bouli meegebracht naar beneden. “Vlug Lars eet je boterhammen op dan kunnen we in de sneeuw gaan spelen en een echte Bouli maken,” zegt Lies ongeduldig. “Jaja zus, ik eet zo vlug ik kan,” lacht Lars, “zet jeBouli voor het raam dan kunnen we kijken hoe we de echte moeten maken.” “Doe maar vlug jullie jas en laarzen, muts, sjaal en handschoenen aan, want het is heel koud buiten,” zegt mama. Papa heeft de slee al klaargezet op het terras.
Als ze warm ingeduffeld zijn, gaan Lies en Lars naar buiten. Mama en papa gaan ook mee. Op het terras zakken ze met hun laarzen in de sneeuw. “Kijk, onze voetstappen staan erin en luister eens hoe de sneeuw kraakt onder onze voeten,” zegt mama stilletjes.
In de tuin staat een voederhuisje voor de vogels. Het huisje wordt druk bezocht want de vogels vinden nu geen eten. Alles licht bedolven onder de sneeuw. “Gaan we nu Bouli maken?” vraagt Lies ongeduldig. “We zijn al bezig!” roept papa. Lars en papa rollen al een kleine bal door de sneeuw die altijd maar groter en groter wordt. “Leuk,” zegt Lies, ”maken jullie de buik voor Bouli, dan maken mama en ik zijn hoofd.”
Als de twee sneeuwballen klaar zijn, zet papa ze voorzichtig op elkaar. “En nu goed kijken wat we nog nodig hebben,” zegt mama. “Een hoed, een sjaal, knopen voor de jas, iets voor de ogen, de mond en de neus,” zegt Lies. Als ze alles gevonden hebben, maken ze samen de sneeuwman helemaal af. Ze doen een stapje achteruit om hun kunstwerk te bewonderen. “Fantastisch, super, formidabel!” roept Lars. Lies gaat eens kijken of hij er uitziet als Bouli. “Hij is niet helemaal hetzelfde maar toch wel supermooi,” zegt Lies. Zijn neus is een wortel en papa heeft een pijp in de sneeuwman zijn mond gestopt. Allemaal klappen ze in hun handen. Papa maakt een foto van de sneeuwman. Want als het weer warmer wordt en de sneeuw smelt, zal de sneeuwman weg zijn. “Dat is wel jammer hé papa,” zegt Lars, ”maar als het dan nog eens sneeuwt, maken we gewoon een nieuwe.”
Ze gaan ook nog een wandeling maken in de sneeuw. Lars en Lies zitten op de slee en mama en papa trekken ze verder. Als ze weer thuiskomen, doen ze nog een sneeuwballengevecht. Buiten wordt het al wat donker. “Ik ben een beetje moe en ik heb honger,” zucht mama. “En ik heb zin in frietjes,” zegt papa. Lars mag mee met papa naar de frituur. Ondertussen zetten mama en Lies de tafel. Als ze lekker gegeten hebben, is het bijna tijd om te gaan slapen. “Pyjama aan en tanden poetsen,” zegt papa, “en dan in jullie warme nestje.” Eerst kijken ze nog eens door het raam waar ze hun prachtige sneeuwman zien staan.
Vandaag wordt er geen verhaaltje verteld. Lars en Lies zijn zo moe dat ze vlug in slaap vallen. En Bouli krijgt van Lies een dikke knuffel en dan valt ze in slaap.