Dit is het vervolg op “Wat ben ik blij”
Het is al een hele tijd geleden dat de vrienden in de grote tuin nog iets gehoord hebben van de grote ooievaar. Alle ooievaars kwamen terug naar het ooievaarsdorp en de grote ooievaar was weer samen met zijn vrouwtje. Als hun nest helemaal klaar was, heeft het vrouwtje haar eieren gelegd. Dat deden allemaal de ooievaarsvrouwtjes. En toen werd het rustig in het ooievaarsdorp. De broedtijd was begonnen. De mannetjes en de vrouwtjes wisselden elkaar af bij het broeden op de eieren. Dat duurt na al een maand. Maar nu breekt er een spannende tijd aan…
In het nest van de grote ooievaar en zijn vrouwtje is het nog rustig maar niet lang meer…
De grote ooievaar heeft de hele nacht op de eieren gezeten en ze lekker warm gehouden. Nu is het de beurt aan het vrouwtje. Ze gaat zitten. Maar plots staat ze weer recht. Ze voelt iets bewegen en ze hoort iets kraken. “Wat gebeurt er?” vraagt ze bezorgd aan het mannetje. “Ik denk dat we mama en papa gaan worden,” lacht hij. In één ei zit een barst en er komt nog één en nog één. Door het gaatje in het ei zien ze een klein snaveltje piepen. Dan breekt het ei helemaal en er komt een piepklein ooievaartje uitgekropen.
Mama en papa ooievaar zijn zo fier op hun kleintje. Mama ooievaar gaat vlug terug op de andere eieren zitten want die moeten ook nog uitgebroed worden. Nu moet de kleine ooievaar goed verzorgd worden. Papa ooievaar gaat op zoek naar eten en drinken voor zijn kleintje. Als het de beurt is aan papa om te broeden, doet mama ooievaar dat.
De grote ooievaar wil het fantastische nieuws aan zijn vrienden in de grote tuin vertellen. Op zijn zoektocht naar eten en drinken vliegt hij daar over. Hij landt naast de grote vijver en begint te klepperen. Kobe de kikker schrikt en springt in het water. Pol de mol, die juist uit zijn holleke kruipt, duwt zijn brilletje op zijn neus en kijkt rond. “Hé grote vriend, da’s lang geleden,” roept Pol, ”alles ok met jou?” Bartholomeus bij heeft het ook gehoord en komt kijken. “Ik ben papa geworden!” roept de grote ooievaar fier. “Vertel, vertel,” zegt Bartholomeus ongeduldig. “Proficiat!” roept Kobe terwijl hij terug op zijn lelieblad springt. “Hoe is dat allemaal gebeurd?” vraagt Pol. “Weet je nog de laatste keer toen ik hier was? Wel een dag later heeft mijn vrouwtje drie eieren gelegd. Dan zijn we de eieren beginnen uitbroeden, elk om beurt en deze morgen is er uit één ei een klein ooievaartje gekomen. Ons eerste kindje,” vertelt de grote ooievaar trots. “Fantastisch! Gefeliciteerd” roepen de vrienden. “Maar nu ben ik weg, ik heb niet veel tijd. Ik moet voor mijn kleintje zorgen en straks is het weer mijn beurt om te broeden hé,” lacht de grote ooievaar. “Altijd welkom hoor!” roept hij, terwijl hij verder vliegt.
“Zo een piepklein ooievaartje wil ik wel eens zien,” zegt Bartholomeus. “Ik niet hoor,” zegt Kobe, “één ooievaar is voor mij meer dan genoeg.” Pol de mol vindt het ook geen goed idee. “Da’s te ver weg voor mij. Maar jij kan toch eens gaan kijken,” zegt hij tegen Bartholomeus, ”jij kan toch naar het ooievaarsdorp vliegen.” Bartholomeus vindt het een goed idee en besluit een kijkje te gaan nemen. Hij is zo nieuwsgierig…
Na een tijdje vliegen komt hij aan in het ooievaarsdorp. Daar ziet hij houten palen die in de grond staan. Bovenop liggen ronde houten platen met daarop de nesten van de ooievaars. Het is stilletjes in het dorp. De ooievaars zijn aan het broeden. Na een tijdje zoeken komt hij bij het nest van zijn vriend, de grote ooievaar. Dat is het enige nest waar al een kleine ooievaar uit een ei is gekomen.
Bartholomeus vliegt rond het nest en ziet papa ooievaar met het kleintje. Mama ooievaar zit op de andere eieren te broeden. “Hallo!” roept Bartholomeus, ”hier ben ik dan. Ik kom eens naar je kleintje kijken.” Papa ooievaar hoort hem niet, hij is druk bezig met eten en drinken te geven aan de kleine ooievaar. Bartholomeus gaat op de rand van het nest zitten. Na een tijdje heeft papa ooievaar hem gezien.
“Oh je bent gekomen. Super!” zegt de grote ooievaar blij, “maar je bent alleen.” Dat vindt hij wel jammer want hij wilde zijn kleintje aan iedereen laten zien. “Kobe heeft te veel schrik van zoveel ooievaars bij elkaar. En voor Pol is het te ver om naar hier te komen. Maar ik moest je heel veel groetjes doen,” zegt Bartholomeus. De grote ooievaar begrijpt het wel. “En wat vind je van ons kleintje?” vraagt hij. “Voor mij is dat niet zo klein,” lacht Bartholomeus. Heel voorzichtig gaat hij nog wat dichter kijken. Maar dan schrikt hij. “Heb je dat gehoord?” vraagt hij ongerust. Mama ooievaar staat ook recht. In het tweede ei komt ook een barst. “Ons tweede kleintje is er bijna,” zegt de grote ooievaar.
“Dan laat ik jullie maar, ik wil echt niet storen,” zegt Bartholomeus. “De grote ooievaar staat helemaal rechtop en spreidt zijn vleugels. “Kom maar snel terug, dan kan je onze andere kinderen ook zien,” lacht hij, ”en doe de groetjes aan Kobe en Pol.” “Tot ziens!” roept Bartholomeus, ”binnenkort kom ik nog eens kijken.”
Die avond, als het donker wordt, komen de vrienden weer bij elkaar. En iedereen is er bij ook Pedro de pony. Bartholomeus vertelt over de grote ooievaar, zijn vrouwtje, en de kleintjes die uit het ei gekomen zijn. Ze besluiten van binnenkort allemaal samen eens op bezoek te gaan. Want ‘samen’ dat is wat vrienden doen. En voor het slapengaan zingen ze het vriendenliedje.
‘Vrolijke, vrolijke vrienden, vrolijke vrienden dat zijn wij!
‘Vrolijke, vrolijke vrienden, vrolijke vrienden dat zijn wij!
En Bartholomeus speelt op zijn accordeon.