Mama
ezel vindt het fantastisch dat haar zoon weer thuis is. Maar ze weet ook dat
haar ‘ontdekkingsreiziger’, zoals ze Edison noemde toen hij nog klein was,
binnenkort de boerderij weer zal verlaten. Er zijn nog zo veel plaatsen te
ontdekken en nog zo veel avonturen te beleven…
Woef, woef, kiekeboe! Dag allemaal! Hier ben ik weer met een nieuw verhaal…
Jammer, maar het is weer voorbij die mooie zomer. Hihi, dat
is een liedje dat ik baasje Katrien gisteren hoorde zingen. Het ging zo…
’t Is weer voorbij die mooie zomer.
Die zomer die begon zowat in mei.
Ah, je dacht dat er geen einde aan kon komen.
Maar voor je ’t weet is heel die zomer al heel lang
voorbij…
Het was wel een mooi liedje maar ik begreep er weer niet zo
veel van. Ik hield mijn kopje schuin om te zeggen, ”baasje leg het eens uit.”
Baasje Katrien had het direct begrepen. “Ja Selah, in de zomer waren de meisjes
Fran en Kaat veel thuis en zijn we veel naar Samrée geweest. Maar nu zijn ze
weer naar school en wordt het buiten al wat frisser. De zon gaat vroeger onder
en de meisjes gaan nu vroeger slapen dan in de vakantie.” Woef, woef, ik denk dat ik het begrijp.
Dus in de zomer, zoals ze dat noemen, heb ik weer heel wat
avonturen beleefd. Even nadenken…
Het is al
anderhalf jaar geleden dat Edison ezel de boerderij van boer Tijs verliet om de wereld te ontdekken. Toen hij
afscheid nam van mama ezel beloofde hij om vaak langs te komen. Onderweg leerde
hij Valeir de vogelverschrikker en Kootje konijn kennen. Met z’n drietjes
hebben ze een heleboel avonturen beleefd. Maar vandaag zijn ze op weg naar de
boerderij. Het is de hoogste tijd om een
bezoekje te brengen aan mama ezel en de andere dieren.
Het is alweer een hele tijd geleden maar vandaag gaat Lander
nog eens een wandeling maken in het bos waar de Babbelboom staat. Na zijn
wandeling gaat hij nog even langs de prachtige oude boom om een praatje te
maken. Lander zet zich neer op het bankje met mos. Hij geniet van de prachtige
omgeving en zegt de toverspreuk…
‘Biebbele babbele boe…
Oren open en mondjes toe.
Het is geen grap, het is geen droom.
Luister naar de Babbelboom.
Letters, woorden, zinnen…
Laten we beginnen.’
Langzaam wordt de boom wakker…
“Wat ben ik blij om jou nog eens te zien Lander. Is het al vakantie?” vraagt de boom. “Ja hoor,” lacht Lander, ”al enkele weken. En ik ben al op reis geweest.” Dat vindt de babbelboom fantastisch. Dan kan hij naar een verhaal luisteren in plaats van er één te vertellen. Lander kan ook mooi vertellen net als de boom. “En je hebt je tekenblok meegebracht. Heb je getekend op reis? En waar ben je naartoe geweest?” vraagt de boom ongeduldig.
Het regent al enkele dagen in de tuin waar Bartholomeus en zijn vrienden wonen. “Zalig toch die zachte verfrissende regendruppels,” zegt Bartholomeus als hij ’s morgens een bezoekje brengt aan Pedro de pony. “Hihihi,” hinnikt hij blij, ”echt genieten en goed voor de bloemen en de planten.”
In de diepe zee waar Zora en Zita, de zeemeerminnen wonen, klinkt er deze morgen een prachtig lied.https://www.youtube.com/watch?v=etxDUI8ecAw Het is feest want Zora is jarig vandaag. Ze wordt 7 jaar. Koning Zebedeus, koningin Zafira en Zita, hebben Zora gewekt met een verjaardagslied. “Hé, Zora is jarig!” schrikt Otto octopus, ”dan moet ik nog een cadeautje zoeken.” Hij was het helemaal vergeten. Otto woont dicht bij het kasteel van koning Zebedeus en zijn gezin. Bij het horen van het verjaardagslied schrok hij toch wel even. “Ik heb een probleem,” zucht Otto, ”ik heb nog geen cadeau voor Zora. En ik denk dat mijn kleine vrienden het ook allemaal vergeten zijn. Ramp, ramp, grote ramp.” Maar zoals altijd zal de slimme Octopus het probleem vlug oplossen. Met zijn acht armen kruipt hij zo snel als hij kan over de bodem van de zee op zoek naar zijn kleine vrienden.
“Wij zijn twee vrienden, jij en ik. Twee dikke vrienden, jij
en ik. We blijven altijd bij elkaar al worden we meer dan honderd jaar. We
blijven vrienden ja, jij en ik,” klinkt het in het grote bos. Het begint al te
schemeren en Meneer uil en de bonte specht zingen een heel leuk liedje samen.
Het zijn de beste vrienden. En elke avond voor het feestje op de open plek
komen ze samen voor een gezellig onderonsje. Meneer uil is dan al wakker en de
bonte specht komt een beetje vroeger dan Krisje krekel en de andere dieren.
In het grote bos klinkt een vrolijk deuntje. Het is Krisje
krekel die de dieren wekt door op zijn viool te spelen. Zoals elke morgen komen
Krisje krekel en zijn vrienden samen op de open plek in het bos om elkaar een
goeiemorgen te wensen. Kraakje de eekhoorn is als eerste op post. Het zijn
drukke dagen voor hem. Het legt zijn wintervoorraad aan en zoekt nootjes die
hij begraaft en paddenstoelen om te drogen. Even later komt Prikkebol de egel
tevoorschijn. Hij sliep vannacht onder een stapeltje afgevallen bladeren
waarvan er nog enkele op zijn stekels hangen. Omdat de nachten al koud zijn,
kruipen de konijntjes al dieper in hun holletjes en duurt het langer voor zij
op post zijn. Meneer uil gaat hoog in de boom zitten en wenst de vrienden een
fijne dag. Het is voor hem tijd om te gaan slapen. “Wacht even, meneer Uil!”
roept Kraakje, ”ik wil jullie allemaal nog iets vertellen.”
Het is tijd voor een verhaaltje uit het grote babbelboek. Ga even zitten en zeg de toverspreuk dan komt het verhaaltje, het wordt heel leuk.
‘In het grote babbelboek
zijn de letters en de kleuren zoek.
Open, toe en schudden maar…
Het verhaal is klaar, echt waar!’
Er was eens een klein lief kaboutertje. Zijn naam was Kas.
Samen met mama en papa kabouter woonde hij in een gezellig bos. Nee, ze woonden
niet in een paddenstoel maar in de stam van een holle boom. Daar hadden ze een
gezellig huisje van gemaakt. Net groot genoeg voor hun drietjes. Er woonden ook
heel veel dieren in bos. Maar er woonde maar één kabouterfamilie. En dat vond
Kas helemaal niet leuk. Hij wilde vriendjes om mee te spelen…
“Misschien willen de kleine dieren wel vriendjes met je
worden,” zei mama kabouter op een dag, ”je kan het altijd eens vragen.” En Kas
trok het bos in, op zoek naar vriendjes.
Het is al enkele maanden geleden dat Bartholomeus bij op bezoek ging in het ooievaarsdorp. Hij wilde zo graag het kleintje zien van zijn grote vriend, de ooievaar. En toen hij daar was, zag hij iets fantastisch gebeuren. Een tweede babyooievaar kwam uit zijn ei. Op dat moment had hij afscheid genomen en beloofd om nog eens op bezoek te komen. En enkele weken geleden, heeft hij dat gedaan. En wat een verrassing! In het grote nest zaten drie kleine, flinke ooievaars. Papa en mama ooievaar waren zo fier op hun kleintjes. “Wat een leuke verassing,” riep papa ooievaar blij, ”je bent nog eens gekomen!”