Het is tijd voor een verhaaltje uit het grote babbelboek. Ga even zitten en zeg de toverspreuk dan komt het verhaaltje, het wordt heel leuk.
‘In het grote babbelboek
zijn de letters en de kleuren zoek.
Open, toe en schudden maar…
Het verhaal is klaar, echt waar!’
Het is nog heel vroeg in de ochtend. De zon is nog maar
juist opgekomen en schijnt op de prachtig gekleurde bloemen in de bloementuin.
Het is muisstil. Zelfs de wind hoor je niet. Het belooft een prachtige dag te
worden. Tussen de bloemen zie je de eerste bijtjes vliegen. Die zijn al druk in
de weer. En enkele vlinders laten hun mooiste kleuren zien.
Sverre luistert heel graag naar verhalen. Elke avond voor
het slapengaan lezen mama of papa een verhaal voor uit één van Sverre’s boeken.
Hij houdt van spannende en griezelige verhalen. Sverre gaat vaak naar de bib om
boeken uit te lenen. “Daar heb ik veel keuze en de boeken mag ik gratis
uitlenen,” zegt Sverre als hij weer eens thuiskomt met een nieuwe lading
boeken. “Onze boekenwurm is daar,” lacht mama dan. Enkele weken geleden was hij
jarig. Hij werd acht jaar. Op die dag besloot Sverre dat hij te oud geworden is
om naar verhaaltjes te luisteren. Hij zal ze zelf wel lezen voor het
slapengaan. Gisteren heeft papa voor de laatste keer verteld…
Edison, Valeir en Kootje hebben de hele dag gewandeld. Ze willen zo vlug mogelijk aankomen bij hun vrienden, de alpaca’s, om daar de koude nachten weer door te brengen. Kootje en Valeir hebben vaak op de rug van Edison gezeten. Die stapt zo snel… zijn vrienden kunnen hem echt niet volgen. Voor vanavond zullen ze wel nog een andere plaats moeten zoeken want ze zijn er nog lang niet. “Komaan, het laatste eindje moeten jullie zelf stappen want mijn rug wordt al een beetje moe,” lacht Edison. “Ok,” roept Kootje en springt naar beneden. Edison stapt goed door en Kootje huppelt vrolijk mee.”Hé, niet zo vlug, ik heb maar slappe beentjes hé,” zucht Valeir.
Tijdens een wandeling door het bos kwam Fran voorbij de Babbelboom. Fran wilde even rusten en zette zich neer op het stronkje met mos en zei de toverspreuk:
‘Biebbele babbele boe
Oren open en mondjes toe.
Het is geen grap, het is geen droom,
Luister naar de Babbelboom.
Letters, woorden, zinnen,
Laten we beginnen.’
Langzaam werd de boom wakker en zei: “Dag Fran, ik ben blij dat je op bezoek komt. Kan ik je plezieren met een verhaaltje? En waarover mag het verhaaltje gaan?”
Fran zei natuurlijk ja en vroeg, “ken je een verhaal over een kangoeroe?”
De Babbelboom knikte ja en vertelde:
Net als de koalabeertjes leven kangoeroes aan de andere kant van de wereld in Australië. Kangoeroes zijn speciale en eigenlijk wel grappige dieren. Als een volwassen kangoeroe rechtop staat is hij bijna zo groot als een volwassen mens. Het lichaam van een kangoeroe is gemaakt om te springen. Hij heeft sterke achterpoten met lange voeten. Hiermee kan een kangoeroe lange en hoge sprongen maken. Ze zijn ook heel snel. Ze halen soms een snelheid van wel 20 km per uur. Kangoeroes hebben een grote dikke gespierde staart waarmee ze heel goed hun evenwicht kunnen behouden. De kangoeroe is een planteneter. Hij eet vooral takjes en bladeren. Maar het liefste eet hij sappig groen gras.