Een eindje springen…

Tijdens een wandeling door het bos kwam Fran voorbij de Babbelboom. Fran wilde even rusten en zette zich neer op het stronkje met mos en zei de toverspreuk:

Zelfportret Fran Cole

‘Biebbele babbele boe

 Oren open en mondjes toe.

 Het is geen grap, het is geen droom,

 Luister naar de Babbelboom.

 Letters, woorden, zinnen,

 Laten we beginnen.’

Langzaam werd de boom wakker en zei: “Dag Fran, ik ben blij dat je op bezoek komt. Kan ik je plezieren met een verhaaltje? En waarover mag het verhaaltje gaan?”

Fran zei natuurlijk ja en vroeg, “ken je een verhaal over een kangoeroe?”

De Babbelboom knikte ja en vertelde:

Net als de koalabeertjes leven kangoeroes aan de andere kant van de wereld in Australië. Kangoeroes zijn speciale en eigenlijk wel grappige dieren. Als een volwassen kangoeroe rechtop staat is hij bijna zo groot als een volwassen mens. Het lichaam van een kangoeroe is gemaakt om te springen. Hij heeft sterke achterpoten met lange voeten. Hiermee kan een kangoeroe lange en hoge sprongen maken. Ze zijn ook heel snel. Ze halen soms een snelheid van wel 20 km per uur. Kangoeroes hebben een grote dikke gespierde staart waarmee ze heel goed hun evenwicht kunnen behouden. De kangoeroe is een planteneter. Hij eet vooral takjes en bladeren. Maar het liefste eet hij sappig groen gras. 

De kangoeroe is een buideldier. Als babykangoeroetjes geboren worden, zijn ze piepklein. Ze blijven een hele tijd in de buidel. Daar drinken ze melk van mama kangoeroe. Als het kleintje ongeveer 6 maanden oud is, duwt mama het voorzichtig uit de buidel. Het kangoeroetje moet nu zelf leren eten en springen. Als het wil drinken steekt het zijn kop in de buidel. Een jonge kangoeroe blijft graag in de buurt van zijn moeder, daar is hij veilig.

Foto Monique van Middelkoop

Nu was er eens een kangoeroe die al vijf maand haar kleine baby’tje in haar buidel verzorgd had. Nu vond ze het stilaan tijd om haar kleintje kennis te laten maken met de wereld buiten de buidel. De voorbije maanden was het al flink gegroeid en in de buidel had het niet zo veel plaats meer om te bewegen. De kleine kangoeroe begon ook al zwaar te wegen. Als mama op zoek gaat naar lekker mals gras, duwt ze haar kleintje een stukje naar buiten zodat zijn kopje uit de buidel steekt. “Kijk eens, dit is lekker mals gras,” zegt mama kangoeroe, ”proef maar eens.” Het kangoeroetje komt voorzichtig piepen en kijkt rond terwijl hij met zijn ogen knippert. Hij moet wennen aan het licht van de zon. Dat ziet hij voor de eerste keer want in de buidel was het altijd donker. Dan likt hij even aan het gras. “Bah vies,” zegt het kleintje en kruipt vlug terug in de buidel. “We zullen nog maar even wachten, daar ben je precies nog een beetje te klein voor,” zegt mama bezorgd. Het kleine kangoeroetje kruipt diep in de buidel waar het lekker warm en zacht is en geniet van het drinken bij mama.

Foto Monique van Middelkoop

Enkele weken later komt het kleintje al heel vaak een kijkje nemen. Hij kijkt geboeid naar buiten. Naar de zon, de wolken, de planten, de bloemen en naar mama kangoeroe. Hij kijkt naar alles wat ze doet. Mama zoekt takjes en blaadjes. Met zijn kleine voorpootjes neemt hij ook een takje. “Bah vies,” zegt het kleintje en kruipt snel terug in de buidel om bij mama te drinken. Maar dat wordt altijd maar moeilijker en moeilijker. In de buidel is echt geen plaats meer genoeg. “Morgen kom je helemaal uit de buidel en gaan we leren springen en eten zoals de grote kangoeroes dat doen,” zegt mama streng.

Foto Monique van Middelkoop

En dan is het eindelijk zo ver. Het kleine kangoeroetje kruipt helemaal uit mama’s buidel. Hij kijkt heel goed hij mama springt. “Nu is het jouw beurt,” zegt mama, ”komaan je kan het.” Het kleine kangoeroetje blijft stilletjes staan. Mama geeft hem een klein duwtje in de rug en … daar gaat hij. De kleine kangoeroe heeft zijn eerste sprong gemaakt. Hij vindt het geweldig en hij sprint nog eens en nog eens…

Foto Monique van Middelkoop

Plots blijft hij staan en kijkt verwonderd naar zijn grote dikke staart. Hij steunt met zijn staart op de grond en blijft mooi rechtop staan. “Kijk eens mama, hoe groot ik al ben!” roept hij fier. “Ik heb wel een beetje honger, mag ik weer in de buidel kruipen om te drinken?” Maar dat mag niet meer. “Nee nee vanaf nu moet je zelf je eten zoeken, een lekker blaadje of mals gras,” zegt mama. Dat vindt het kleintje wel jammer. “Je bent echt veel te groot geworden om in mijn buidel te zitten. Er is echt geen plaats meer voor jou, je bent geen baby’tje meer,” lacht mama.

Foto Monique van Middelkoop

De kleine kangoeroe wil toch nog eens proberen. “Zie je wel,” lacht mama, ”je grote voeten kunnen er niet meer bij.” Nu weet de kleine kangoeroe het zeker, hij is groot geworden. “Daaaag, mama, tot straks, ik ga een eindje springen,” roept hij fier…

Illustratie Fran Cole

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *