Verrassing!

Het is de laatste week van de zomervakantie en mama en papa hebben nog een weekje verlof en… een grote verrassing.

Gisteren hebben Lars en Lies met hun ouders een grote fietstocht gedaan. Toen ze bijna thuis waren, gingen ze nog even langs oma en opa. ”Heb je het al verteld?” vroeg oma aan mama. “Wat verteld?” vroegen Lies en Lars nieuwsgierig. “Wacht even,” lachte mama terwijl ze een fotoboek uit oma haar kast nam. “Gaan we nu weer in het fotoboek van de Efteling kijken,” zuchtte Lars, ”dat hebben we al zo vaak gezien.” Lies ging al klaar zitten in de zetel om te kijken. Ze vindt het prachtig al die foto’s van het sprookjesbos. “Wat zouden jullie ervan denken om alles in het echt te zien?” vroeg mama. “Euh, in het echt? Gaan we naar de Efteling?” riepen de kids. “Ja, echt waar!” riep mama, ”en we gaan… morgen!”

De kids vonden het fantastisch. Ze konden bijna niet wachten tot het morgen was. “Mag ik het fotoboek meenemen om er in te kijken als we morgenvroeg met de auto naar de Efteling rijden?” vroeg Lies aan oma. “Ja hoor!’ zei oma. “En dan gaan we ook nieuwe foto’s maken natuurlijk,” zegde papa. Die avond wilden Lies en Lars vroeg gaan slapen. “Want morgen wordt het een superdag!” lachten de kids.

Na twee uur rijden, komen ze eindelijk aan in de Efteling. Het belooft een spannende dag te worden en de zon is ook van de partij.

Eerst gaan ze naar het sprookjesbos. De kids zijn reuzebenieuwd. “Zou er veel veranderd zijn?” vraagt mama, ”het is meer dan vijftien jaar geleden dat ik hier nog geweest ben.”

Foto Shana Van Raemdonck

“Kijk, het peperkoekenhuisje van Hans en Grietje,” roept Lies, ”dat staat in het fotoboek.” Met z’n vieren gaan ze bij het huisje op een bankje zitten. “Hoe gaat dat verhaaltje weer mama?” vraagt Lars en mama vertelt het in het kort…

‘Heel ver weg, in een mooi bos, woonde eens een arme houthakker met zijn vrouw en twee kinderen. Het jongetje heette Hans en het meisje Grietje. Op een dag was er geen geld meer om brood te kopen. De houthakker en zijn vrouw lieten de kinderen alleen achter in het enge bos. Hans en Grietje konden de weg naar huis niet meer terugvinden. Opeens zagen ze een grappig snoephuisje. Maar daar woonde een boze heks… ‘

Het ganse verhaal zal ik voorlezen uit het grote sprookjesboek dat we thuis hebben, want dat duurt veel te lang en er is nog heel veel om te zien.

Foto Shana Van Raemdonck

Een beetje verder in het sprookjesbos ligt een grote reus. “Dat verhaaltje ken ik mama,” zegt Lars, “dat is van Klein Duimpje en de reus.” Ondertussen zijn papa en Lies heel dichtbij gaan kijken. “Oh, maar dat verhaal ken ik ook,” lacht papa, “er was eens een grote papa en een heel klein meisje dat Liesje heette.”  Die papa toch… “Mama, weet jij hoe het verhaaltje echt is?”  Dat weet mama heel goed…

Er was eens een houthakker die een vrouw en zeven zonen had. De jongste van de zeven was heel klein. Hij was niet groter dan een duim. Daarom werd hij Klein Duimpje genoemd. 

Het gezin was heel arm. Zo arm dat ze niet meer voor hun kinderen konden zorgen en daarom wilden ze de zeven zonen achtelaten in het bos. Maar Klein Duimpje was slim. Hij strooide steentjes zodat ze de weg terug konden vinden. Enkele dagen later probeerden de ouders het opnieuw. Ze zegden tegen klein Duimpje dat hij geen steentjes mocht rapen. Hij had wel nog broodkruimels en strooide die op de grond. Maar toen hij zijn broertjes de weg terug wilde wijzen, waren alle kruimels door de vogeltjes opgegeten. Snel klom hij in een boom. “Ik zie in de verte een huis, daar wonen vast mensen.” Maar er woonden geen mensen maar een reus…

“Dat lijkt een beetje op het verhaal van Hans en Grietje,” zegt Lies. “Da’s juist en de rest van het verhaal vertel ik thuis wel een keer.”

Foto Shana Van Raemdonck

Even later gaan ze voorbij het huis van grootmoe. En Roodkapje klopt op de deur. Ze heeft haar mandje vol lekkers. “Oppassen Roodkapje,” roept papa, ”niet binnengaan want de boze wolf gaat je opeten.” Die papa toch… “Dat verhaal moet je niet vertellen mama, want ik ben bang van de boze wolf,” zegt Lies. “Dat zullen we nog wel zien,” lacht mama.

Foto Shana Van Raemdonck

“Kijk, daar!” roept Lars, “de walvis uit het sprookje van Pinokkio.”  En natuurlijk heeft papa weer een grapje klaar. “Pinokkio, het meneerke dat een lange neus krijgt als hij liegt,” lacht papa, ”zoals ons meneerke en mevrouwke, die krijgen soms ook een lang neusje hé mama.” Die papa toch…

Foto Shana Van Raemdonck

En dan komen ze bij de sprookjesboom. “Dat vind ik het allermooiste van de hele Efteling,” zucht mama, “hier op het bankje zat ik vroeger zo graag om naar de verhaaltjes te luisteren.”

“Ja,” zegt papa, ”dat weet ik ook nog. Dan moesten we blazen en stampen om de boom wakker te maken en dan verraste hij ons met een verhaaltje.”  En dat is nog altijd zo…

“Mama, wanneer gaan we die meneer met zijn lange nek zien,” vraag Lies. “En dat meneerke met zijn dikke kaken? Die wil ik ook wel eens zien,” lacht Lars. “Die komen we straks wel nog tegen,” lacht mama.

Foto Shana Van Raemdonck

“Kijk ,daar is langnek,” roept mama. En op dat moment steek hij zijn lange nek uit. “Die nek is bijna vijf meter lang,” zegt papa, ”welk sprookje is dit mama?” Mama weet alleen dat ‘langnek’ een personage is uit het sprookje ‘de 6 dienaren’. Het verhaal kent ze niet. “Dat zullen we thuis eens opzoeken,” zegt ze.

Foto Shana Van Raemdonck / Illustratie Pieter Saegeman

Ze brengen natuurlijk ook een bezoek aan Ravelijn, een middeleeuws dorp. Lars wil heel graag de paarden en de ridders zien. Ze blijven daar om naar een spannende voorstelling te kijken en ondertussen kunnen ze ook een beetje rusten.

Foto Pixabay / Illustratie Pieter Saegeman

“Papa, wat staat daar?” vraagt Lars. Hij wijst naar een heel grote achtbaan. “Ja, dat is iets nieuw, dat was er vroeger nog niet. Dat is ‘de Baron’, een achtbaan waarin je heel snel naar beneden gaat. Maar daar mogen jullie nog niet in. Daar zijn jullie nog te klein voor,” vertelt papa. “Da’s jammer, maar dan komen we nog eens terug als we groter zijn hé?” vraagt Lars.

Foto Shana Van Raemdonck

Het wordt stilaan tijd om naar huis te gaan. Het is nog een heel eind rijden. “Wie heeft er nog papiertjes ?”vraagt mama. Ze heeft papier bijgehouden van de picknick deze middag. “Waarom?” vraagt Lies. “Ik weet het!” roept Lars, ”daar is Holle Bolle Gijs!” Als ze dichtbij komen horen ze : “papier hier, hallo hallo, papier hier.” De kids stoppen alle papiertjes in zijn mond en dan zegt Holle Bolle Gijs : “dank u wel, dank u wel.” En hij geeuwt.

En dat doen Lars en Lies ook als ze in de auto zitten op weg naar huis. Het was een superleuke maar heel vermoeiende dag. “Benieuwd naar de foto’s,” fluistert mama, want de kids zijn in slaap gevallen. “Het blijft toch leuk hé, de Efteling,” lacht papa, ”en als de kids nog wat groter zijn komen we nog eens terug hé mama.” Dat vindt mama een goed idee want het blijft fijn voor groot en klein…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *