De hele zomer lang zijn Edison ezel, Kootje konijn en Valeir de vogelverschrikker op stap geweest. Ze willen de hele wereld zien en elke dag opnieuw ontdekten ze mooie plaatsen en kregen ze nieuwe vrienden. Op de heel warme dagen trokken ze door de bossen op zoek naar wat koelte. Ze sliepen vaak op een strand en genoten van het geluid van de golven en van de frisse wind. Maar de zomer loopt stilaan op zijn einde. De dagen worden al frisser en korter en de nachten soms al koud. Daarom zijn ze op zoek naar warme plaatsen om te overnachten. Ook aan de zee vinden ze het al te koud. En vandaag nemen ze afscheid van de zee met een prachtige wandeling langs de kust.
De vrienden zijn al een hele tijd aan het stappen als Edison plots stopt. “Valeir, Kootje, spring eens vlug op mijn rug, dit moeten jullie echt zien!” roept Edison. “Hé, je doet me schrikken,” zegt Valeir, ”terwijl hij zijn hoed opraapt. Hij was zo hard geschrokken dat zijn hoed was gevallen, bovenop Kootje. “Hallo, hier ik ben ik weer,” lacht Kootje, ”het werd ineens zo donker.” Ze springen op Edison zijn rug want ze zijn nieuwsgierig wat er te zien is.
Tussen de reusachtige rotsblokken zien ze een prachtig schip varen. “Prachtig, zo een mooie boot heb ik nog nooit gezien,” roept Kootje. “Boot, boot, dat is geen boot maar een schip,” zegt Valeir boos, ”een boot is klein en dit is een groot, prachtig schip.” Kootje en Edison begrijpen niet waarom Valeir zo boos wordt. “Vroeger droomde ik wel eens dat ik een piraat was en dat ik over de grote zeeën vaarde met een piratenschip op zoek naar een grote schat. En piraten varen met een schip en geen boot,” vertelt Valeir. “Een vogelverschrikker kan toch geen piraat worden,” lacht Kootje, ”en ook niet met een boot, …euh een schip varen.” Valeir kijkt verdrietig. “Ik weet het, maar in mijn dromen was het fantastisch,” zucht hij. “Is dit een piratenschip?” vraagt Edison. Ondertussen nadert het schip. “Nee, een piratenschip draagt een zwarte vlag met een doodskop erop. En dat zie ik niet bij dit,” vertelt Valeir.
Ondertussen is het schip wel heel dichtbij gekomen. “Nee, een piratenvlag is dat niet. Het is een Spaanse vlag,” zegt Valeir trots. “Amai, jij weet echt wel veel van boten …euh schepen,” zegt Edison verbaasd. “Dat schip is al heel oud en komt van Spanje. Het is een groot zeilschip. In volle zee, worden de zeilen losgemaakt, die vasthangen aan de drie masten. Daarom heet zo een schip een driemaster. Dan vaart het schip door de kracht van de wind die in de zeilen blaast. En achteraan zit het roer, dat is het stuur van het schip,” vertelt Valeir. “Edison en Kootje zitten met open mond te luisteren. Wat weet hun vriend toch veel. Ondertussen zet het schip zijn tocht verder en vaart voorbij….
“Niet te geloven, daar komt nog een schip aangevaren. Kijk daar!” roept Valeir. Tussen de reusachtige rotsblokken zien ze opnieuw een prachtig schip varen. Het is ook een driemaster maar het ziet er helemaal anders uit. Het schip komt stilaan dichterbij. “Er staat een naam op ‘Artemis’. Wat een prachtig schip,” zegt Kootje, ”en kijk eens naar de vlag Valeir.”
Hij kan zijn ogen niet loven. “Da’s een piratenvlag, dan vaart daar een echt piratenschip!” roept hij luid, ”was ik maar een piraat dan kon ik meevaren!” Valeir weet dat het altijd een droom zal blijven maar hij is zo enthousiast en wil zijn vrienden alles vertellen over de piraten…
“Piraten varen met hun schepen over de wereldzeeën op zoek naar goud en andere schatten. Vanuit de verte is hun zwarte vlag al te zien. Piraten kijken altijd heel boos, dragen een geknoopte zakdoek om hun hoofd en hebben vaak een papegaai zitten op hun schouder.Veel piraten dragen een ooglapje omdat ze tijdens het vechten gekwetst werden aan hun oog. Ze gaan niet op pad zonder zwaard of pistool. Was ik toch maar een piraat…”
En stilaan verdwijnt ook het piratenschip uit het zicht. Tijd voor onze vrienden om weer op stap te gaan. Terwijl ze verder stappen langs de kust zingen Kootje en Edison een leuk liedje voor Valeir de piraat.
Valeir Piraat, Valeir Piraat
Schip ahoy, hoy, hoy
Dat is onze kameraad
Schip ahoy, hoy, hoy
we hebben geen schip, maar ‘t maakt niet uit
want we trekken er zo op uit.
Valeir Piraat, Valeir Piraat, Valeir Piraat
(melodie Piet Piraat )
“Fantastisch!” juicht Valeir. Hij vindt het een leuk liedje en even later zingen ze het met z’n drietjes. “Nog een geluk dat je geen piraatje bent,” zegt Kootje, ”nu hebben we zoveel plezier samen.” “Da’s waar,“ lacht Valeir, ”en ik zou jullie voor geen geld van de wereld willen missen.”
En dan gaan ze weer op pad, Edison, Valeir en Kootje, op weg naar een volgend avontuur. En ze zingen er hun liedje bij…
We gaan op reis, met wie o wie?
We gaan een eindje stappen, met z’n drie
Ben je moe, dan moet je het maar vragen…
Spring maar op mijn rug, ik zal je dan wel dragen
En heb je kou, kom dan maar in zijn armen.
Valeir de vogelschrik die zal je wel verwarmen.
Samen springen, samen lachen, samen gluren. Op zoek, op zoek naar de leukste avonturen.