Dinoweetjes…

Foto Janel van Dalfzen

“ZOEF! ZOEF! ZOEF!” roept Luka terwijl hij zijn pterodactylus laat rondvliegen tussen de takken van een oude boom. Hij stapt van de ene grote tak naar de andere. De pterodactylos is één van Luka’s dinosaurussen. Hij heeft er heel veel en weet er alles over. Overal waar hij gaat neemt hij er enkele mee.

Vandaag was Luka met mama, papa en zijn broertjes in het bos om een wandeling te maken en lekker te ravotten. Dat mocht want Luka heeft zijn speelkleren en zijn laarzen aan. Bij mooi weer komen ze vaak naar het bos. Daar is zo veel te ontdekken. En zeker als de dino’s erbij zijn. Na de wandeling trokken ze naar de rand van het bos waar een picknickbank staat. Van het wandelen en spelen hadden ze best wel honger en dorst gekregen. Ze maakten het gezellig en smulden van appeltaart en chocomelk.

“Alles is op, mag ik nu met de dino’s gaan spelen?” vraagt Luka. En dat mag. “In de buurt blijven, dat we je zien hé,” roept mama hem na. “Jaja, dat doe ik,” roept Luka terwijl hij in de oude boom kruipt.

Hij springt van tak naar tak terwijl hij zijn pterodactylus in het rond laat vliegen. Als Luka weer eens heen en weer springt voelt hij de boom bewegen. Verschrikt blijft hij staan. En dan hoort hij ook nog iets. “Wie springt daar op mijn takken?” bromt een zware stem. “Ooooooh,” roept Luka en schuift van de tak naar beneden op de grond. Naast hem ligt de pterodactylus. “Dag kleine vriend wie ben jij en wat doe jij daar tussen mijn oude dikke takken?” vraagt de stem. Voorzichtig staat Luka recht en zoekt waar de stem vandaan komt. Als hij voor de boom staat, ziet hij de grote ogen, de neus en de mond. “Euh, ik ben Luka en wie ben jij?” vraagt Luka verwonderd. Een boom die kan praten… dat heeft hij nog nooit gezien. “Ik ben de babbelboom en ben al heel oud. Ik sta al meer dan honderd jaar hier op mijn plekje aan de rand van het grote bos. Vroeger kwamen er veel vogels op mijn takken zitten om een nestje te bouwen en hun kleintjes te verzorgen. De eekhoorn kroop langs mijn stam naar omhoog, de specht hakte met zijn snavel om eten te zoeken. Maar nu ik oud ben en niet meer zo mooi, komen er geen dieren meer. Maar nu komen er af en toe kinderen op bezoek om naar een verhaaltje te luisteren. Voor de zon ondergaat gaan ze dan op het stronkje met mos zitten en zeggen een toverspreuk om mij te wekken. En die gaat zo:

‘Biebbele babbele boe

 Oren open en mondjes toe.

 Het is geen grap, het is geen droom,

 luister naar de Babbelboom.

 Letters, woorden, zinnen,

 laten we beginnen.’

Als ik dat hoor, komt mijn gezicht tevoorschijn en kan ik praten. Omdat ik al heel oud en heel veel gehoord heb, ken ik veel verhalen die ik graag vertel. Maar af en toe vertellen de kinderen aan mij een verhaal over iets wat ik nog niet weet. Maar nu je toch hier bent… wil jij graag een verhaal horen,” vraagt de babbelboom. Daar moet Luka niet lang over nadenken. “Ken jij een verhaal over dino’s?” lacht hij. “Dino’s? Dino’s? Nog nooit van gehoord,” bromt de babbelboom verwonderd, “vertel eens Luka wat zijn dat ‘dino’s’?”

Luka neemt er enkele uit zijn rugzak en zet ze op het stronkje met mos. Hij neemt er ook zijn pterodactylus bij. “Kijk, dit zijn allemaal dino’s of dinosaurussen met het lange woord. Is het goed dat ik er een liedje over zing? Zo kan ik ook vertellen wat een dino is?” vraagt Luka. En dat vindt de babbelboom prima. Hij houdt van muziek en liedjes. Luka zoekt een plaatsje tussen de dino’s en dan klinkt het liedje in bos…

dino-dinges-vrolijk-liedje-over-dinosaurussen

Lang, heel lang geleden
toen er nog geen mens bestond
liepen er al grote beesten
op de aarde rond

Ze briesten en ze beten
en ze hadden een lange nek.
Maar ik weet niet hoe ze heten
want die namen zijn zo gek:
dinodinges, brontodingesen tyrodingesrex.
Ik geef ze wel een eigen naam een leuke, of iets geks

Waggelsaurus, huppelsaurus dikke vette potensaurus fladdersaurus, knuffelsaurus, bolle buikenrex, minisaurus, megasaurus, papa- en een mamasaurus, happosaurus, bijtosaurus, lange nekkenrex, lollisaurus, dropposaurus, frites met mayonaisesaurus, supersaurus, discosaurus, neusgaten-rex, stekelsaurus, pokosaurus voetbal-, tennis-, pingpongsaurus wiebelsaurus, vliegersaurus, zwiebelstaartenrex
‘k Heb al mijn eigen dinobeesten bij elkaar in de kast gezet

en als ik dan zo naar ze kijk, dan lijkt het lijkt het net alsof er eentje grommend zegt, “ik heb dan wel een gekke naam maar bijten dat kan ik echt.” “Luister, onze Luka zingt zijn dinolied,” lacht papa. “Wat zingt hij dat toch mooi. Maar het wordt tijd om in te pakken en naar huis te gaan, want het wordt stilaan donker,” zegt mama en ze roept. “Luka, kom je? Het is tijd om naar huis te gaan?” Ook al vindt Luka het jammer, roept hij, “ja hoor, ik kom!” Ook de babbelboom vindt het jammer dat Luka al moet gaan. “Ik wil nog zo veel meer weten over de dino’s,” bromt hij verdrietig, ”kom je nog eens terug?” Dat wil Luka heel graag en terwijl hij de dino’s bij elkaar zoekt, belooft hij om zo vlug mogelijk nog eens langs te komen. “En dan breng ik prenten mee en een boek met een verhaal. Dan kan ik jou een dinoverhaal vertellen,” lacht Luka. “Fantastisch!” bromt de babbelboom blij, ”tot ziens!” Luka haast zich naar mama, papa en de broertjes want die staan al te wachten. “Komen we vlug weer terug? Het was zo leuk om met mijn dino’s te spelen daar bij die oude boom,” vraagt Luka. “Als we nog eens naar het bos komen en we hebben onze picknick mee, dan komen we terug naar hier. En dan mag jij weer met je dino’s spelen en zingen en vertellen,” lacht papa. “Hebben jullie dat dan gehoord?” schrikt Luka. “Natuurlijk wel,” zegt mama, ”we hebben ervan genoten.” “Maar tegen wie was je daar altijd aan het praten?” vraagt papa. “Oh gewoon, tegen mezelf en de dino’s,” lacht Luka. Want ‘de babbelboom’ is zijn groot geheim…

Er gaan enkele dagen voorbij met veel regen en wind. Dat vindt Luka heel jammer want dan gaan ze niet naar het bos. En hij wil zo graag weer een bezoekje brengen aan de babbelboom… Maar vandaag is het eindelijk zover. Als Luka ’s morgens wakker wordt en door het raam kijkt, schijnt de zon en is de hemel prachtig blauw. “Gaan we vandaag naar het bos?” vraagt Luka tijdens het ontbijt. “Wat denk je mama?” plaagt papa, ”gaan we vandaag?” De kids gaan bij mama staan. “Please, please,” smeekt Luka. “Ja natuurlijk,” lacht mama het is prachtig weer. Maar zeker de laarzen aan want er zullen heel veel plassen liggen van al die regen van de voorbije dagen.” Maar dat vinden ze niet erg want in de plassen spelen vinden ze keileuk. Na de middag vertrekken ze met z’n allen en na een fikse wandeling in en naast de plassen stoppen ze bij de picknickbank. “Alles is op, mag ik met de dino’s spelen?” vraagt Luka ongeduldig als hij heeft gegeten en gedronken. “Maar Luka, nu heb je toch wel echt zitten schrokken hoor,” zegt mama een beetje boos. “Ja, maar dan kan ik vlug gaan spelen,” zeurt Luka en daar gaat hij met zijn rugzak op zijn rug. “Zit die vol met dino’s,” vraagt papa verwonderd. Maar dat hoort Luka niet meer. Even later zit hij op het stronkje met mos dichtbij de babbelboom. Hij denkt even na en dan …

‘Biebbele babbele boe

 Oren open en mondjes toe.

 Het is geen grap, het is geen droom,

 luister naar de Babbelboom.

 Letters, woorden, zinnen,

 laten we beginnen.’

Maar er gebeurt niets. De babbelboom wordt niet wakker. “Misschien is het nog te vroeg?” denkt Luka. Omdat hij heel ongeduldig is om met de boom te praten, kruipt hij erin en springt van tak naar tak. “Misschien zal hij nu wel wakker worden,” denkt Luka. En ja hoor, de boom beweegt. “Wie springt daar op mijn takken?” bromt de zware stem. “Ik ben het Luka,” zegt Luka en schuift langs een dikke tak naar beneden en gaat op het stronkje met mos zitten. “Ooooow, jij bent het, blij om je terug te zien,” geeuwt de babbelboom. “Ik had het beloofd hé,” lacht Luka terwijl hij tekeningen uit zijn rugzak neemt.

Illustratie Luka Veenstra

“Ik heb mijn speelgoeddinosaurussen niet meegebracht vandaag maar wel andere dingen om over hen te vertellen. Kijk maar,” zegt Luka terwijl hij dicht bij de babbelboom gaat staan. “Ik heb mijn tekeningen meegebracht die ik van de dino’s heb gemaakt.” De babbelboom kijkt verwonderd naar de tekeningen. “Zijn dat nu dino’s? Wel gekke dieren hé? En die namen… zo moeilijk. Wil jij ze even voorzeggen?” vraagt hij. “Deze is de minotaurasaurus, en deze heet triceratops. En deze ken je al, da’s de pterodactylus. En dan hebben we nog de pachycephalosaurus en de ankylosaurus,” vertelt Luka vlotjes. De babbelboom spert zijn ogen wijd open. “Wat een namen en jij kan die allemaal onthouden en goed zeggen! Een dikke proficiat hoor!” lacht hij.

Illustratie Diary of a Mouse

Dan neemt Luka een doosje uit zijn rugzak. “Dit is een dinospel. Speel je mee?” vraagt hij. “Euh, ja, ik wil dat wel proberen. Maar die namen, die kan ik niet onthouden en niet uitspreken hoor,” zucht de babbelboom. “Geen probleem,” lacht Luka, ”dat doe ik wel.” Hij neemt zes kaartjes en legt ze op het stronkje met mos. Daar staan zes verschillende dino’s op met de volgende namen: ankylosaurus, triceratops, parasauroloptus, stegosaurus, apavosaurus en pterandom.

Illustratie Diary of a Mouse

“Hier zie je drie prenten van skeletten van dino’s. En hier de zes kaartjes. Nu moet jij zeggen van welke dinosaurus elk skelet is,” vertelt Luka. De babbelboom fronst zijn voorhoofd waardoor zijn onderste takken bewegen. Hij denkt na… ”Ik heb het gevonden. Het eerste skelet is van de vliegende dino. Het tweede van die platte met dat bolletje aan zijn staart en de derde van de grote groene dino. Ik zeg het zo want ja zeg, die namen… zo moeilijk,” zucht de babbelboom. “Geen probleem,” lacht Luka, ”het is allemaal juist. Dat heb je goed gedaan.”

Illustratie Diary of a Mouse

Hij neemt de kaartjes weg waarvan er geen skelet is en de andere legt hij onder elkaar op het stronkje met mos. “Ziezo, zo heb je het gezegd hé,” vraagt Luka. “Euh, ik denk het wel. Maar ze liggen nu wel een beetje anders hé deugniet,” zegt de boom met een diepe zucht. “Hi hi, gefopt,” lacht Luka. “Zit er nog iets in je rugzak?” vraagt de babbelboom nieuwsgierig. “Ja hoor, ik heb ook nog twee boeken bij. Een boek met foto’s en een boek met een verhaal. Wat wil je het eerste zien?” vraagt Luka. De babbelboom wil eerst in het fotoboek kijken. Luka gaat weer dicht bij hem zitten zodat hij goed naar de foto’s kan kijken.

“Wist je dat dino’s eieren legden?” vraagt Luka. “Zoals de kippen dan?” vraagt de babbelboom. “Ja, zoals de kippen want kippen zijn eigenlijk… maar dat zal ik straks vertellen want dat staat in het andere boek. En als de eieren uitgebroed waren, kwam er een dinokuiken uit. We kunnen dat nu niet meer zien, want dino’s bestaan nu niet meer. Maar een tijdje geleden heb ik bij mijn verjaardag een dino-ei gekregen. Geen echt hé, een speelgoed ei. Ik moest dat ei in water leggen en dan wachten en kijken wat er gebeurt,” vertelt Luka. Ondertussen toont hij de foto’s. “Kijk, hier zie je het ei. Na enkele uren kwamen er barsten in. Steeds meer en meer tot je een kleine dino zag zitten. Die maakte de schaal van het ei helemaal kapot tot hij eruit kon kruipen. Toen hij er helemaal uit was, groeide hij nog verder in het water tot hij deze dino was.” Luka laat de groene dino zien. “O hoe leuk is dat! En heel interessant!” roept de babbelboom verrast, “en wat staat er nog op de andere foto’s?”

Foto Janel van Dalfzen

“We zijn ooit eens naar dinoland geweest. Echt superleuk! Daar staan allemaal grote dino’s en ze lijken wel echt,” vertelt Luka. “Was jij dan niet bang?” vraagt de babbelboom. “Nee hoor! En we mochten er opkruipen en eraan komen. Echt super!  Zo een grote dinokop aaien en in zijn nek zitten. Echt gek om te doen. En kijk, hier zit ik samen met mijn broertje op een dino. En daar ben ik in mijn vragenboekje aan het kijken want we moesten allemaal opdrachten doen en vragen oplossen over de dino’s.”

Foto Janel van Dalfzen

“Je ziet dat er vroeger heel grote dino’s waren hé,” zegt Luka. “Ja dat zie ik, maar hoe hebben ze die dino’s kunnen namaken. Als ze heel lang geleden leefden en er nu geen dino’s meer zijn, kan dat toch niet,” vraagt de babbelboom terwijl hij zijn voorhoofd fronst en zijn onderste takken weer even bewegen. “Da’s een hele goeie vraag en ik ken het antwoord. Over heel de wereld heeft men fossielen van dinosaurussen gevonden. Fossielen zijn botten zoals je ziet op de prentjes van de skeletten. En ze hebben ook kaka gevonden,” vertelt Luka. “Hoe kan dat nu? Na zoveel tijd?” vraagt de babbelboom. “Jaja, dat kan, dat was allemaal heel hard geworden zoals een steen. En dan zijn er paleontologen, dat zijn mensen die de fossielen onderzoeken, aan het werk gegaan. En zij hebben ontdekt hoe de dinosaurussen eruitzagen en hoe ze geleefd hebben,“ zegt Luka heel serieus met een diepe zucht. “Gefeliciteerd,” lacht de babbelboom,” dat heb je weer fantastisch uitgelegd Luka.”

“En gaan we nu nog eens in dat verhalenboek kijken?” vraagt de babbelboom. “Luka, denk eraan, over een een kwartiertje gaan we naar huis hé!” roept papa. “Ok, ik zal er zijn!” antwoordt Luka. “Oh jammer, dan hebben we niet veel tijd maar voor het verhaal,” zegt de babbelboom. “Da’s tijd genoeg hoor,” lacht Luka, ”ik zal vlug vertellen terwijl ik je de prenten toon.” Luka opent het boek en vertelt:

Dit is mevrouwtje kip en ze zegt dat ze een dino is, maar niemand gelooft haar. “Kijk maar naar mijn poten,“ zegt ze, ”echte dinopoten. En ik ben geen kip maar een gallus domesticus. Wacht ik zal het bewijzen.” Mevrouw kip neemt er het familiefotoalbum bij. “Het begint allemaal bij de familie Velociraptor. Ze hadden vleugels maar konden niet vliegen. Alleen een beetje wapperen zoals wij doen,” vertelt mevrouw kip. “En dan is er ook de familie Iguanodon. Die legden eieren net als wij. Later kwam er de familie Diplodocus, een andere tak van de familie. Die waren groot ,sterk en net zo lief als wij,“ vertelt mevrouw kip. “Luka, kom je? Het is tijd!” roept papa. “Oh jammer en het boek is nog niet uit,” zegt de babbelboom verdrietig. “Ja hé, ik was ook graag nog wat gebleven om verder te vertellen. Maar weet je, als we nog eens komen vertel ik de rest van het verhaal. En daarna kan jij mij dan eentje vertellen. Afgesproken?” stelt luka voor. “Ok da’s goed. Maar niet te lang wachten hé,” bromt de boom met zijn diepe stem. Luka stopt alles in zijn rugzak en neemt afscheid. “Tot de volgende keer!” roept hij. “Tot ziens en bedankt om al die dinoweetjes met mij te delen,” zegt de babbelboom. “Graag gedaan!” roept Luka nog. Mama en papa staan verwonderd te kijken als Luka weer bij hen komt. “Van wie nam jij daar afscheid? En tegen wie zei jij ‘graag gedaan’?” vraagt papa, ”is daar nog iemand misschien?” Ondertussen is mama een kijkje gaan nemen. “Daar is niemand. Alleen een oude boom en een stronkje met mos,” zegt ze. “Inderdaad maar dat is geen gewone boom hoor, dat is…. Nee, ik ga het niet vertellen. Dat is mijn grote geheim… en dat van mijn dino’s.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *