Aangename kennismaking

Vervolg op “Nieuwe vrienden

Zeg kennen jullie Alffartje van de Alffarhoeve?

Hij waggelt, kakelt, vliegt en fluit.

Trekt gekke bekken met zijn snuit.

Die kleine vreemde vogel…

Elke dag en elke nacht

houdt Alffartje trouw de wacht

bij de dieren groot en klein…

En bij volle maan

zie je hem goed staan.

Ja dan is hij helemaal

klaar voor een verhaal.

Foto Pixabay / Illustratie Evelien De Laet

Het is weer volle maan, de avond dat je Alffartje heel goed kan zien staan. En dat zijn zijn beste vrienden Chloë, Chepito en Schalulleke niet vergeten. Tijdens hun geheime wandeling stoppen ze bij de knotwilg waar Alffartje woont. Maar waar is hun kleine vreemde vriend?

“Knor knor, Alffartje, ben je daar?” fluistert Chloë. Ze horen geritsel maar zien niets. “Wij zijn het, je beste vrienden. Ook al is het volle maan… we zien je hier niet staan,” fluistert Chepito bezorgd. “Zijn jullie alleen?” fluistert Alffartje terwijl hij zijn kopje even buitensteekt. Zijn bruine kam is helemaal slap. “Natuurlijk, met z’n drietjes  zoals elke avond en vanavond willen we graag een praatje met je maken zoals we altijd doen bij volle maan. Alffartje waggelt voorzichtig naar buiten en gaat bij de vrienden zitten. “Oei, wat is er met jou aan de hand? Je kam hangt helemaal slap. Ben je verdrietig of moe misschien?” wil Schalulleke weten. “Nee nee, maar ik ben bang. Toen ik vandaag zat te genieten op de trapjes van de pipowagen, kwamen er mensen voorbijgewandeld. Ik was enorm geschrokken, viel van de trapjes en vloog weg. Ik weet zeker dat ze me gezien hebben. Sinsdien ben ik niet meer uit mijn knotwilg gekomen. Ik heb me hier goed verstopt,” vertelt Alffartje met trillende stem. “Ze zullen me zoeken en als ze me vinden moet ik hier weg. En dat wil ik niet. Ik wil hier blijven op de Alffarhoeve. Jullie zijn allemaal zo lief,” snikt hij. “En die mensen zijn ook heel lief. Wees maar gerust Alffartje. Misschien hebben ze je gezien en da’s helemaal niet erg. Het zijn die mensen die zo goed voor ons zorgen. Ze houden echt heel veel van dieren en jij bent toch ook een dier,” lacht Chloë. “Ja da’s waar maar ik ken ze niet en zij kennen mij niet,” antwoordt Alffartje, “vertel er eens iets over.” De drie vrienden komen nu heel dicht bij. “Dat willen we wel doen maar er is zo veel te vertellen… Wie heb je gezien? “ vraagt Chepito. Alffartje denkt even heel diep na. “5 mensen,” zegt hij. “Oei dat zijn er veel en zo heel lang durven we nu niet te blijven. In de volle maan zie je ons ook heel goed staan,” zucht Schalulleke. Ze is bang dat iemand hen zou zien en dat hun geheim zou uitkomen. “We zullen vanavond over iemand vertellen en morgenavond komen we dan terug. Iemand van ons zal met een hoef tegen de stam van jouw boom tikken als we er zijn,” stelt Schalulleke voor. Dat vinden ze allemaal een schitterend idee. “Ik zag een mens met witte haartjes onder zijn neus en ook wat hier en hier maar niet hier,” vertelt Alffartje terwijl hij naar de linker- en rechter- en de bovenkant van zijn kopje wijst.

Foto’s Bart Verschelden

“Dat is Pol, zeker weten,” juicht Schalulleke. “Ssssst, niet zo luid,” knort Chloë stil. “Sorry, maar ik ben altijd zo blij als ik Pol zie. Hij zorgt zo goed voor ons allemaal. ‘s Morgens brengt hij ons ontbijt en vers hooi. Hij is de beste vriend van alle geitjes, dus ook van mij hé,” fluistert Schalulleke. “En van ons ook. We krijgen veel aaikes en knuffeltjes en Pol zegt ook altijd lieve dingen,” antwoorden Chloë en Chepito. “Hoe weten jullie dat? Verstaan jullie wat de mensen zeggen?” vraagt Alffartje terwijl hij zijn kopje een beetje schuin houdt. “Niet alles maar we weten wel wat ze bedoelen”, lacht Schalulleke, ”je moet maar eens kijken naar al die gekke bekken die ze trekken. Dan weet je of ze blij, bang, boos of verdrietig zijn.” Alffartje komt nog wat dichterbij. “Ik heb ook een bek maar die is niet gek. Als ik verdrietig, boos of bang ben, hangt mijn bruine kam slap. En als ik blij ben staat hij mooi rechtop,” vertelt Alffartje terwijl hij aandachtig naar de snuiten van Chepito, Schalulleke en Chloë kijkt. “Maar hoe zie je dat eigenlijk bij jullie?” wil Alffartje weten. “Bij ons kan je dat niet zien, maar wel horen aan hoe we knorren, balken of mekkeren,” mekkert Chepito blij. “Morgen wil ik kennismaken met Pol,” zegt Alffartje vastbesloten terwijl zijn bruine kam een heel klein beetje rechtop gaat staan. Want hij is toch wel bang. “Top! Zeker doen!” knort Chloë blij, ”als we dan morgenavond terugkomen, zullen we zien of je bruine kam rechtop staat of nog slap hangt.” De vier vrienden wensen elke een rustige nacht en vertrekken naar hun slaapplaats.

Foto & Illustratie Bart Verschelden

De volgende morgen zit Alffartje ongeduldig te wachten op de trappen van de pipowagen. Zijn bruine kam hangt nog steeds een beetje slap. Alffartje is bang om Pol te ontmoeten. Hij hoort het piepen van een hek… zou dat Pol zijn? Doffe stappen… er komt iemand fluitend dichterbij… Alffartje vlucht weg achter de pippowagen. Hij is toch zo bang. Van op een veilige afstand ziet hij nu dat het Pol is. Hij volgt Pol tot bij de pony’s. “Komaan Alffartje,” moedigt hij zichzelf aan, “flink zijn en tot bij Pol vliegen.” Dapper speidt hij zijn vleugels en al fluitend vliegt hij tot bij Pol en de pony’s. “Hey, dag vreemde vogel,” lacht Pol, “niet bang zijn, kom gerust een beetje dichterbij.” Alffartje blijft stokstijf staan. “Dit kan niet, ik denk dat ik droom… ik versta wat hij zegt,” denkt Alffartje. Hij waggelt al kakelend dichterbij en als hij naast Pol staat, begint hij een vrolijk liedje te fluiten en Pol… fluit vrolijk met hem mee.  Alffartje wordt er helemaal blij van en zijn bruine kam staat mooi rechtop. “Jij vliegt en fluit als een vogel, kakelt als een kip en waggelt als een eend,” zegt Pol verbaasd, “wat ben jij nu eigenlijk?” Alffartje trekt zijn vleugels op en houdt zijn kopje schuin. “Weet je het zelf ook niet?” vraagt Pol. Alffartje schudt zijn kopje . “Geen probleem, jij bent gewoon een leuk vreemd diertje. Woon jij hier op de hoeve? Ik heb jou hier nog nooit gezien? Ken je de andere dieren en kennen zij jou?” wil Pol weten. Alffartje knikt en wijst met zijn rechtervleugel naar de knotwilg waar hij woont. “Ach zo, jij kent het hier al goed. En ken je de mensen die voor de dieren zorgen?” vraagt Pol. Alffartje schudt zijn kopje weer. “Heb je zin om me te helpen? Hier is altijd werk op de hoeve,” lacht Pol. Dat wil Alffartje zeker en al waggelend volgt hij Pol als hij met een kruiwagen vol lekkers voor de dieren rondrijdt. “Spring er er maar op, da’s gezellig,” knipoogt Pol. En met z’n tweetjes zorgen ze voor het ontbijt. Alffartje en Pol genieten samen van de ritjes in de kruiwagen. “Hé, waar vlieg je nu naartoe?” roept Pol. Alffartje vliegt weg als hij een mens ziet afkomen.  Hij ziet dat Alffartje naar een knotwilg vliegt en erin verdwijnt. Voor het leuke vreemde vogeltje was de kennismaking met Pol echt wel genoeg voor vandaag. Het is tijd om wat uit te rusten.

Als die avond de zon is ondergaan, stoppen de drie geheime wandelaars aan de knotwilg. Het is Chloë die met één hoef tegen de stam tikt. “Hey Alffartje, je ziet er al een pak vrolijker uit,” knort Chloë stil als Alffartje zijn kopje buitensteekt. “Heb je Pol gezien vandaag?” vraagt Schalulleke. De bruine kam van Alffartje staat kaarsrecht. “Ja hoor. Het was een hele leuke kennismaking. Ik moest helemaal niet bang zijn. Hij was echt lief en ik heb hem geholpen bij het brengen van jullie ontbijt,” vertelt Alffartje trots. “Dat hebben we gezien,” lachen de vrienden, ”en jij deed dat zo goed.” Alffartje komt weer heel dichtbij. “Toen ik in de verte iemand zag komen, vloog ik wel terug naar mijn knotwilg.”

Foto’s Bart Verschelden

“Ze had blond haar zo tot hier,” vertelt Alffartje terwijl hij met het puntje van zijn vleugel aan zijn kin komt, “en ik heb haar al zien wandelen met de twee honden. Op een avond rustte ze even op de bank en keek mijn richting uit. Ik heb me dan vlug verstopt, diep in de knotwilg.”

Schalluleke schudt haar kopje. “Dat was zeker en vast baasje Ingeborg. We noemen haar Bi da’s gemakkelijker om te zeggen,” lacht ze. “Die is altijd zooooooo lief,” geniet Chepito, “we zien haar vaak wandelen met Quiroz en Roman en die geven haar kletsnakke likjes. We houden zo van haar aaikes en haar knuffeltjes.” Alffartje moet er niet lang over nadenken. “Dan wil ik haar heel graag ontmoeten. Ik wil ook graag geaaid en geknuffeld worden,” kakelt hij stilletjes. Dat is zijn plan voor morgen. “Tot morgenavond,” fluisteren de drie vrienden en ze vertrekken naar hun slaaplaats. Ook Alffartje gaat slapen…

Foto & Illustratie Bart Verschelden

De volgende morgen zit Alffartje weer te wachten op de trappen van de pippowagen. Hij kijkt er naar uit om geaaid en geknuffeld te worden door baasje Ingeborg of Bi zoals de dieren haar noemen. Hij hoort weer het piepen van het hek… zou het Bi zijn? “Hé kleine vriend, kom je me weer helpen vandaag?” Het is Pol die zoals elke morgen voor de dieren komt zorgen. “Eigenlijk zit ik te wachten tot baasje Ingeborg komt. Ik wil haar graag leren kennen want ze geeft graag aaikes en knuffeltjes,” antwoordt Alffartje verlegen. “Dat begrijp ik,” lacht Pol, “dan zal je nog even moeten wachten. Straks komt ze wel.” Terwijl hij zit te wachten, hoort Alffartje de schapen en de lammetjes vrolijk blaten. “Die zijn wel heel blij,” lacht Alffartje, “maar waarom?” Even later ziet hij baasje Ingeborg voorbijwandelen. Ze is op weg naar de schapen.  “Oh ja, nu begrijp ik waarom ze zo blij zijn?” denkt Alffartje. Als baasje Ingeborg even later gehurkt een lief klein zwart lammetje knuffelt, is het tijd om kennis te maken. Hij spreidt zijn vleugels en vliegt naar haar toe. Als hij bij de schapen is geland, waggelt hij voorzichtig dichterbij. “Hé, hallo daar vreemde vogel, ik heb jou hier al gezien hoor en Pol vertelde me dat je een fantastische helper bent… maar ook een beetje bang was toen je me zag,” zegt baasje Ingeborg. Alffartje is weer zo verbaasd dat hij alles kan verstaan. Baasje Ingeborg is superlief en als ze Alffartje over zijn kopje aait is hij helemaal in de wolken. “Heb je zin om mij te helpen? De schapen verhuizen vandaag naar de grote groene weide en daar kan ik best wel een helper bij gebruiken. Natuurlijk wil Alffartje dat en waggelt achter baasje Ingeborg die het voedsel voor de schapen gaat halen. Samen strooien ze het uit op de weg die de schapen moeten volgen om naar de grote weide te gaan. Alffartje zorgt voor de lammetjes. Als ze allemaal veilig toegekomen zijn, krijgt Alffartje een dikke knuffel van Bi. “Dank je voor de hulp. Altijd welkom als je graag nog eens helpt,” zegt BI voor ze naar de andere dieren gaat. Alffartje spreidt zijn vleugels en vliegt vrolijk fluitend naar zijn knotwilg om te rusten.

Foto’s Bart Verschelden / Illustratie Emma Franckaert

Als hij er bijna is, hoort hij verschillende stemmen. Nieuwsgierig kijkt hij van op een tak van de knotwilg naar de Alffarhoeve. “Daar zijn nog mensen,” denkt Alffartje, “maar ze zijn kleiner dan Pol en Bi… het zijn kleine mensen.” Hij ziet een kleine mens rondwandelen met een ezeltje aan een dik touw. Verderop staan nog kleine mensen. Ze kijken naar de ezeltjes die aan het eten zijn. En op een andere weide ziet hij een kleine mens bij Dakar, één van de Shetlandpony’s. Die wordt geaaid en geknuffeld. Bij het zien van die kleine mensen, wordt Alffartje weer wat bang. Hij kruipt in de knotwilg zodat ze hem zeker niet kunnen zien. “Ik zal vanavond aan de drie vrienden vragen wie dat zijn,” denkt Alffartje.

Als de drie vrienden ‘s avonds aankomen bij de knotwilg, zit Alffartje al ongeduldig te wachten. “Het was weer fantastisch vandaag,” juicht Alffartje stilletjes, ”Bi is echt heel lief. Ik mocht haar helpen bij de verhuis van de schaapjes. En ik heb een aaike en een knuffeltje gekregen.” De vrienden genieten ervan om Alffartje zo blij te zien. Zijn bruine kam staat helemaal rechtop. “Maar wie zijn die kleine mensen, die ik vandaag bij de dieren zag,” vraagt Alffartje. “Kleine mensen? Oh je bedoelt de kinderen,” lacht Chepito, “die komen op bezoek. Echt leuk hoor. We worden dan veel geaaid en geknuffeld. En soms gaan ze wandelen met de ezeltjes en helpen ze bij het voederen. Da’s echt genieten voor alle dieren van de Alffarhoeve. “Wat is het zalig hier! Ik ben zo blij dat ik hier bij jullie mag wonen,” geniet Alffartje. “En heb je nog een grote mens gezien vandaag?” vraagt Chloë.

Als je graag wil weten wie Alffartje nog gezien heeft, lees dan zeker het volgende verhaal dat weer verschijnt bij volle maan.

WORDT VERVOLGD…

4 antwoorden op “Aangename kennismaking”

  1. Fantastisch verhaal. Ik kijk er zeker naar uit om het volgende verhaal van Alffartje te kunnen lezen.
    Bedankt Bart .

  2. Opnieuw super verhaaltje uit je mouw/brein geschud. Proficiat. Als het zo voortgaat zie ik nog een mooi boekje in t vooruitzicht .

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *