Het verhaal van Hope

Foto Laurenca Sewalt

Het is nu al meer dan een jaar geleden dat Edison, Kootje en Valeir aankwamen in ‘Het Dierenparadijs.’  Ze zijn nog nooit zo lang op dezelfde plaats gebleven. Voor hen is het dan ook de mooiste plaats ter wereld, waar veel verschillenden dieren samenwonen en er unieke vriendschappen zijn ontstaan. De dieren zorgen voor elkaar en alle dieren worden verzorgd en vertroeteld door de twee baasjes Henk en Laurenca.

Lees verder “Het verhaal van Hope”

Daar zijn vrienden voor…

Het is bijna bedtijd voor Meneer Uil want de zon komt bijna op in het grote dierenbos. Hij vliegt naar de open plek waar hij wacht op Krisje Krekel. “Dat is raar,” zegt Meneer Uil, ”Krisje is er nog niet. Ik mis zijn vrolijk deuntje dat hij elke dag op zijn viool speelt om ons te wekken.” De vogels en de konijntjes zijn ook al wakker en komen naar de open plek. Ook zij missen het vrolijke deuntje van Krisje waarbij de vogeltjes altijd vrolijk meefluiten en de konijntjes met hun oren flapperen. Meneer Uil wordt toch wel een beetje ongerust. “Weten jullie waarom Krisje hier nog niet is?” vraagt hij aan de vogels. Maar ook zij weten het niet. Stilaan komen alle dieren samen op de open plek om elkaar een goeiemorgen te wensen. Maar er is nog steeds geen Krisje te zien.

Lees verder “Daar zijn vrienden voor…”

Hulp voor Zeb…

Tijdens een wandeling door het bos kwam Pieter voorbij de Babbelboom. Pieter wilde even rusten en zette zich neer op het stronkje met mos en zei de toverspreuk:

‘Biebbele babbele boe

 Oren open en mondjes toe.

 Het is geen grap, het is geen droom,

 Luister naar de Babbelboom.

 Letters, woorden, zinnen,

 Laten we beginnen.’

Langzaam werd de boom wakker en zei: “Dag Pieter, ik ben blij dat je op bezoek komt. Kan ik je plezieren met een verhaaltje? En waarover mag het verhaaltje gaan?”

Pieter zei natuurlijk ja en vroeg, “ken je een verhaal over een zeehondje?”

De Babbelboom knikte ja en vertelde:

Foto Ecomare

In de Waddenzee wonen heel veel zeehonden. Als het eb is of laagwater, liggen ze op de zandbanken te rusten en te zonnen. In de zomer worden er veel jonge zeehondjes geboren op de droge zandbanken. Maar als het vloed of hoogwater is, moeten de kleintjes al direct kunnen zwemmen. De jongen drinken maar een drietal weken moedermelk. In die tijd groeien en verdikken ze heel vlug. Daarna moeten ze zelf zoeken naar eten. Zeehonden eten allerlei soorten vis. Daarvoor zwemmen ze verder naar de Noordzee. Zo gebeurde het ook met Zeb, de kleine zeehond.

Lees verder “Hulp voor Zeb…”