Het bos waar de oude babbelboom staat is in de herfst op zijn mooiste, zeker als de zon schijnt. Daarom besluit ik om een lange herfstwandeling te maken en te genieten van de prachtige herfstkleuren. De paadjes liggen bedekt met een kleurrijk tapijt van afgevallen bladeren. Terwijl ik ze hoor kraken onder mijn voeten zie ik een eekhoorntje springen van tak naar tak en van boom naar boom.
Lees verder “Kabouters bestaan echt!”Is er iemand thuis?
In de tuin waar Bartholomeus bij en zijn vrienden wonen is er de laatste twee weken heel wat veranderd. De herfst is in het land en dat kan je heel goed zien. De bomen kleuren bruin, rood en geel. En als de wind hard waait, dwarrelen de blaadjes met tientallen naar beneden. Het wordt ook kouder en de dagen worden korter. Elke morgen zijn het gras, de planten en de bloemen nat van de dauw. ‘s Nachts zoeken de dieren een warme plaats om te slapen. En als het nog kouder en winter zal worden, zal dat hun plaatsje worden om de winter door te brengen. Pedro de pony blijft nu vaker in zijn warme stal. Pol de mol blijft langer onder grond en komt alleen een kijkje nemen als de zon schijnt. Kobe zie je ook alleen maar op het waterlelieblad zitten als de zon er is. Anders zit hij aan de rand van de vijver, verstopt onder een dekentje van bladeren. En Bartholomeus bij kruipt als het koud is, in een klein gaatje in de grond. Maar vandaag is de zon nog van de partij en Bartholomeus vliegt rond in de grote tuin.
Lees verder “Is er iemand thuis?”1, 2, 3… hop
Tijdens een wandeling door het bos kwam Fran voorbij de Babbelboom. Fran wilde even rusten en zette zich neer op het stronkje met mos en zei de toverspreuk:
‘Biebbele babbele boe
Oren open en mondjes toe.
Het is geen grap, het is geen droom,
Luister naar de Babbelboom.
Letters, woorden, zinnen,
Laten we beginnen.’
Langzaam werd de boom wakker en zei: “Dag Fran, ik ben blij dat je op bezoek komt. Kan ik je plezieren met een verhaaltje? En waarover mag het verhaaltje gaan?”
Fran zei natuurlijk ja en vroeg, “ken je een verhaal over een lieveheersbeestje?”
De Babbelboom knikte ja en vertelde:
Er was eens een lieveheersbeestje dat veel eitjes gelegd had. Na een paar dagen kwamen de eitjes uit. Uit die eitjes kwamen larven. De larven gingen veel eten, vooral bladluisjes. Dan werden de larven poppen. En na een paar weken kwamen er uit de poppen allemaal kleine lieveheersbeestjes. Levenscyclus lieveheersbeestje