Edison is al een tijdje op bezoek in het dierenparadijs samen met Witje het konijn en Valeir de vogelverschrikker. lees ook het eerste verhaal van het dierenparadijs
Ze voelen zich daar al heel goed thuis. “Toch zalig hé,” geniet Edison elke morgen als hij zijn ogen opent, ”hier in het paradijs der dieren.” Samen met de andere ezels, Balou, Poupette, Valentin en Cheyenne is het elke dag een feest. Ze genieten van hun vrijheid, het mooie weer en de vele vrienden. Ook Witje huppelt elke dag vrolijk rond met haar 14 witte vriendjes. Ze spelen het liefste verstoppertje want daar hebben ze heel veel plaats voor. En Valeir de vogelsverschikker…die kijkt vrolijk rond en geniet elke avond voor zonsonderang van het bezoek van zijn beste vrienden. Ze zijn steeds trouw op post om hun avonturen van de voorbije dag te vertellen.
Laurenca, één van de baasjes van het dierenparadijs komt de dieren elke morgen een leuke dag wensen met een aaike en een knuffel. Het heeft toch wel even geduurd maar nu heeft Edison ook het volste vertrouwen in haar. Vandaag gaat hij zelfs gezellig bij haar liggen als ze op het erf Frutsel en Obelix zit te strelen. “Hé Edison, mag ik jou ook eens aaien?” vraagt ze verrast. Edison plaatst zijn oren een stukje naar voor en komt met zijn neus dichterbij alsof hij neuzeneuze wil doen. “Fantastisch Edison, je bent zo lief en je bent hier echt wel thuis hé,” lacht Laurenca, “fijne dag en groetjes aan Witje en Valeir.” Edison wil naar de andere ezels gaan maar Frutselke de kleine poes springt voor hem…
“Miauw, miauw, heb je het al gehoord?” roept Frutsel. “Ia ia ia!” roept Edison geschrokken, ”pas op kleine poes ik trap bijna op je staartje.” Frutselke gaat op een veiliger plaatsje staan. ”En wat heb jij dan gehoord?” vraagt Edison. “Toen ik gisteravond in de zetel lag bij de baasjes vertelden ze over een feestje, een verjaardagsfeestje. Maar voor wie dat weet ik niet? Weet jij soms wie er verjaart, Edison?” vraagt Frutsel. “Oh nee dat weet ik niet hoor, ik ben hier ook nog niet zo lang in het dierenparadijs. Vraag het misschien eens aan de andere dieren.
“Hé Frutsel wat zit jij daar in het konijnenhok te doen? Jij bent toch geen konijn?” lacht Witje als hij de kleine poes ziet. “Miauw miauw natuurlijk niet Nijn. Maar heb jij soms iets gehoord over een verjaardagsfeest? Weet jij wie er jarig is?” vraagt Frutsel. “Nijn?” zegt Witje verwonderd, ”ik ben Nijn niet, ik ben Witje.” Frutsel komt dichterbij en besnuffelt het konijn. “Oh ja nu zie ik het, jij bent Witje. Tja, jullie witte konijnen lijken dan ook zo goed op elkaar hé,” lacht Frutsel. “Wat zei je daar over een verjaardag? En over een feest?” vraagt Witje. “Ja gisteravond hoorde ik de baasjes er over vertellen. En nu ben ik op zoek naar de jarige. Maar jij kan me ook niet helpen hé want net als Edison woon jij nog niet zo lang bij ons,” zucht Frutsel. “Inderdaad, maar laat me weten wanneer het feestje begint. Dat wil ik niet missen,” lacht Witje. “Miauw, zal ik doen,” en Frutsel gaat verder op zoek…
“Dag klein prutske, op stap?” lacht Hope de witte geit als hij Frutsel ziet lopen. “Ik ben geen klein prutske, ik ben Frutsel en ja ik ben op stap,” antwoord de kleine poes boos. “Sorry, het was maar een grapje. Kan ik je helpen?” vraagt Hope. “Misschien. Weet jij soms wie er vandaag jarig is,? Ik hoorde gisteren de baasjes een feestje plannen voor een verjaardag maar ik weet niet voor wie,” antwoordt Frutsel. Hope denkt even heel diep na…”En een groot feest, zeg je, dan moet het wel een speciale verjaardag zijn… Nee, ik heb echt geen idee,” zegt Hope. “Roekoe, roekoe, hoorde ik daar iets over een feestje?” vraagt Mohito de duif. Zij heeft alles gehoord en is er ook altijd heel graag bij als er gefeest wordt. “Weet jij wie er jarig is?” vraagt Frutsel. “Roekoe, roekoe, ik heb geen flauw idee,” antwoordt Mohito, ”maar hou me op de hoogte hé.” Frutsel belooft het en gaat verder op pad…
“Hé grote vriend, wat zit jij daar te kijken?” vraagt de kleine poes als ze Bouffe de hond ziet zitten. “Sssst,” fluistert Bouffe, ”kijk eens daar.” Frutsel komt naast haar grote vriend zitten en samen kijken ze binnen in het hok waar Snabbel de eend zit. “Hé Snabbel zit daar niet alleen,” lacht Frutsel. “Nee nee, Snabbel is mama geworden van twee schattige eendjes. Zijn ze niet prachtig? Ik kan er de hele dag naar kijken,” fluistert Bouffe.
“Wanneer is dat gebeurd? Ik wist daar helemaal niets van?” vraagt Frutsel verwonderd. “Ik wist het ook niet. Maar toen ik die poezelige kleintjes dicht bij hun mama zag liggen was ik zo blij,” lacht Bouffe, “ik ben nu zo een beetje hun waakhond. Ik zorg ervoor dat ze veilig zijn en dat er niet te veel curieuze neuzen komen kijken.” Terwijl Bouffe en Frutsel samen genieten, kruipen de kleintjes heel dicht tegen mama Snabbel aan. “Niet bang zijn hoor,” fluistert Frutsel terwijl ze nog wat dichterbij komt. Als de kleintjes Frutselke zien, worden ze toch wel een beetje nieuwsgierig en komen ook wat dichterbij.
Terwijl mama Snabbel de kleintjes heel goed in het oog houdt, lopen ze voorzichtig rond in het hok. Wat zijn ze flink! “Miauw miauw, dag kleine snoezelige bolletjes,” fluistert Frutsel als ze met hun snaveltje tot tegen de kippendraad komen. “Tjiep tjiep tjiep,” piepen de kleintjes. ‘Hoe leuk is dit! Nu ben ik niet meer het kleinste diertje in ons dierenparadijs,” zegt Frutsel blij. “Ja, maar dat zal vlug veranderen want de kleintjes gaan groeien en dan zal jij weer de kleinste zijn,“ zucht Bouffe. ”Gelukkig maar want dan ben jij weer mijn kleinste fijnste vriendje,” lacht hij als hij ziet dat Frutsel verdrietig kijkt. Ze kruipen dicht tegen elkaar aan.
‘Oh, waarvoor ik je eigenlijk kwam opzoeken… weet jij wie er vandaag jarig is? Ik hoorde van de baasjes dat er een feest wordt gevierd maar ik weet niet voor wie,” vraagt Frutsel. “Dat weet ik ook niet,” zegt Bouffe, ”en een groot feest. Dan zullen er verschillende dieren jarig zijn. We zullen het eens aan vragen aan osje Ollie. Die komt overal en is van alles op de hoogte.
Met z’n tweetjes gaan ze naar de weide waar osje Ollie staat. “Doen we een wedstrijdje?” vraagt Frutsel terwijl ze het op een lopen zet. “Da’s niet eerlijk hé kleine pruts, jij bent al gestart,” roept Bouffe terwijl hij ook begint te lopen. Ze komen samen aan in de weide. “Allebei gewonnen!” roept Frutsel. “Jaja,” zegt Bouffe terwijl hij lachend met z’n kop heen en weer schudt. “Hé Ollie weet jij wie er jarig is vandaag?” vraagt Frutsel, “er is een groot feest gepland maar we weten niet voor wie.” Ollie stopt met eten en kijkt verwonderd naar Bouffe en Frutsel. “Weten jullie dat dan niet? De kinderen van Lola zijn vandaag jarig. Ze worden vandaag twee jaar,” antwoordt Ollie. “Is dat al twee jaar geleden dat Lola mama werd van 10 kleine biggetjes?” vraagt Bouffe verwonderd. “Ja zeker, maar dat zijn allang geen biggetjes meer,” lacht Ollie, ”maar grote varkens met een gekke snoet.”
Inderdaad het is vandaag twee jaar geleden dat Lola, het varken mama werd van 10 kleine biggetjes. “En hoe heten die varkens dan?” wil Frutsel weten. Ollie denkt even heel diep na. “Jerommeke, Bowie, Grumpie, Sjuul, Jumbo, Blondje, Robijn, Humpy, Madonna en Sidonia,” telt Ollie, ”dat zijn ze allemaal.” Bouffe en Frutsel hebben meegeteld. “Amai en jij kan die namen zo goed onthouden!” zegt Bouffe verrast. “Kom eens mee,” zegt Ollie. Met z’n drietjes lopen ze naar de varkensstal
Als ze door het kleine raampje kijken, zien ze de jarigen smullen van het verse hooi en horen ze het geknor van 10 blije snoetjes. De stal is mooi versierd met gekleurde vlagjes. “123456789 10,” telt Frutsel, ”ze zijn er allemaal. Maar waar is mama Lola?” Bouffe telt nog eens na, ”ja ze zijn met 10 en Lola is er niet bij.” Even later rennen de jarigen naar buiten naar mama Lola. “Kom erbij!” roept Lola die al lekker vies is van de modder. Maar de jarigen blijven op een veilige afstand. Op hun verjaardag willen ze liever proper blijven.
Na Lola’s modderfeest, is het tijd voor een wasje in de badkuip die op het erf staat. Ze kruipt erin en gaat op haar rug liggen. En terwijl het water in het rond spat, zingt Lola er haar liedje bij:
Ik ben Lola en ik ga in bad,
‘k Heb modder op mijn buikje en modder op mijn gat.
Ik ga me lekker wassen spetter spieter spat.
Ik ben Lola en ik ben kletsnat.
Net als Lola weer proper is hoort ze de baasjes Laurenca en Henk roepen. “Gelukkige verjaardag Jerommeke, Bowie, Grumpie, Sjuul, Jumbo, Blondje, Robijn, Humpy, Madonna en Sidonia.” Met z’n tienen rennen ze naar hun stal en kletsnatte Lola rent mee. Daar staat een fantastische verrassing klaar. Voor iedereen een kleurrijke smultaart.
11 taarten op een rij. Wat een smulpartij! Henk en Laurenca maakten voor elke jarige en natuurlijk ook voor mama Lola een verjaardagstaart. Een groot bord met appelmoes, pasta, ananas, meloen, appels, wortelen, sla, tomaat, komkommers en nog veel lekkers. Veel werk om ze te maken maar die gulzige varkens aten alles in enkele minuten op.
De andere dieren van het dierenparadijs zitten geduldig te kijken en te wachten op de restjes. Maar die zijn er niet de jarigen aten al het lekkers zelf op. Enkele gaan zelfs bij de baasjes vragen of er nog is. Die grote gulzige deugnieten.
Mama Lola is apetrots op haar kinderen. “Hé Lola, kan jij de namen van je kinderen goed onthouden? Het zijn er zo veel?” wil Bouffe weten. “Oh maar het zijn de baasjes die de namen gaven. Ik vind ze nogal moeilijk en noem ze gewoon 123456789 10,” lacht Lola terwijl ze schudt met haar dikke buik. En Lola zingt er een vrolijkliedje bij:
Er werden in de varkensstal 10 biggetjes geboren
Een krulstaart aan de achterkant een varkenssnoet vanvoren.
Een handvol kleine varkentjes wat was hun moeder blij
Ze riep ,“ze krijgen stuk voor stuk een leuke naam van mij!”
En mama varken heeft ze allemaal een naam gegeven.
Ze heten 1 2 3 en 4 en 5 en 6 en 7.
Toen kwamen nummer 8 en nummer 9 bovendien.
En ’t allerlaatste biggetje dat hete nummer 10.
En natuurlijk zongen ze met z’n allen nog verjaardagsliedjes en het feest ging nog een hele tijd door…
Maar toen de zon bijna onder is gegaan verlaten Edison en Witje het feest want zij gaan zoals elke avond op bezoek bij hun vriend Valeir, de vogelverschrikker, om hun avonturen van die dag te vertellen.
De vrienden blijven een hele tijd napraten over weer een fantastische dag die bijna voorbij is. Als het helemaal donker is, nemen ze afscheid en Witje en Edison gaan slapen bij hun nieuwe vrienden. Valeir gaat op het bankje liggen en net als zijn vrienden en alle dieren van het dierenparadijs, valt hij in een diepe slaap… Ook in de varkensstal is het stil. De 10 feestvarkentjes liggen zachtjes te knorren. En mama Lola knort natuurlijk het luidste van allemaal.