Waar is Apie?

“Weet je nog, papa, toen we naar zee gegaan zijn om mijn vlieger op te laten? Dat was zo leuk. Gaan we dat nog eens doen?” vraagt Lars. “Maar dan wil ik ook mee!” roept Lies. “En ik ook,” zegt mama. “Ok, dan gaan we morgen een dagje naar zee en iedereen mag mee,” lacht papa, ”en we laten onze auto thuis, we gaan… met de trein.” Lars en Lies vinden dat super, ze hebben nog nooit met de trein gereisd.

De volgende morgen staan Lies en Lars klaar om te vertrekken. “Alles bij?” vraagt mama. Papa zit al te wachten in de auto. “Maar we gaan toch met de trein?” vraagt Lies teleurgesteld. “Natuurlijk, maar de trein stopt hier niet hé, we moeten eerst naar het station rijden,” lacht mama. “Apie wil ook graag mee want die heeft ook nog nooit met de trein gereden. Mag het mama?” vraagt Lies, terwijl ze haar lievelingsknuffel stevig vasthoudt. “Ok, maar dan moet je heel goed voor hem zorgen Lies,” zegt mama. Ze stappen in en rijden naar het station. Lars en Lies zijn zo benieuwd. Ze zijn nog nooit in het station geweest. Terwijl mama naar het loket gaat om de biljetten te kopen, kijken de kids goed rond. “Papa, wat staat daar allemaal op dat grote bord met die letters en die cijfers?” vraagt Liesje. “Dat is het bord met de vertrektijden. Daar zie je waar de treinen naar toe rijden en om hoe laat,” vertelt papa. “En onze trein naar Oostende vertrekt om 10u,” leest Lars. “Helemaal juist Lars, dat heb je goed gezien,” zegt mama, die de treinbiljetten bij heeft. “Kom, we gaan naar het perron want we mogen onze trein niet missen.”

Lies wil echt alles weten, ”waarom heb jij kaartjes gekocht mama en wat is een perron?”

Als ze boven zijn, vertelt papa: ”nu staan we op het perron Lies. Dat is de plaats waar de mensen moeten wachten tot de trein komt. En daar zijn de sporen waar de trein op rijdt. Daar mag niemand komen want als de trein komt is dat een gevaarlijke plaats.” Luister eens… ik hoor iets, de trein komt eraan,” zegt Lars ongeduldig. Ze doen allemaal een stap achteruit en Lies en Lars geven mama en papa een hand.

 

“Waw… het is een mooie trein en een grote!” roept Lars blij. De trein stopt, de deuren gaan open en er stappen mensen uit. Als laatste stapt er een meneer uit met een kepie op zijn hoofd en een mooi pak. “Wie is die sjieke meneer en wie rijdt er eigenlijk met de trein?” vraagt Lies. ”Wat ben jij toch een vraagstaartje,” lacht mama, ”kom, we gaan eerst opstappen, een plaatsje zoeken en dan zullen we dat allemaal vertellen.” Er reizen vandaag veel mensen naar zee en daarom is het even zoeken naar een plaatsje voor vier. Het is nog even wachten voor de trein vertrekt. Ondertussen vertelt papa verder: “Die sjieke meneer op het perron is de treinbegeleider. Hij zorgt voor de mensen die met de trein reizen. Hij sluit de deuren en zorgt ervoor dat de trein op tijd vertrekt. Als hij op het fluitje blaast, mag er niemand meer instappen. Dan duwt hij op een knop waardoor de deuren dichtgaan en dan gaat er in de cabine van de machinist een groen licht branden. Dat wil zeggen dat de trein mag vertrekken. Ah ja, de cabine is vooraan in de trein en de machinist rijdt met de trein. Wil je nog iets weten?” Dan horen ze het fluitsignaal, de deuren gaan toe en de trein begint te rijden. Lars en Lies zitten naar buiten te kijken. Lies vertelt aan Apie wat ze allemaal ziet. “Goeiemorgen. Kaartjes alstublieft.” Mama laat 4 kaartjes zien en de treinbegeleider knipt er een gaatje in. “Wie ben jij?” vraagt Liesje, ”en waarom doe jij onze kaartjes kapot?” De treinbegeleider moet lachen. “Ik ben Stef en ik kom kijken of jullie een kaartje gekocht hebben aan het loket in het station. Anders mag je niet meerijden hoor. Ik knip er een gaatje in ter controle. En wie ben jij en wie is je kleine vriend?” Liesje laat Apie zien, ”ik ben Lies en dit is Apie mijn beste vriend en we gaan naar zee,” zegt Lies. “Dag Lies, dag Apie, veel plezier aan zee,” zegt Stef de treinbegeleider en dan gaat hij verder om de andere mensen hun kaartje te knippen.

Na een uurtje komen ze aan in Oostende. Het wordt een superleuke dag. Ze gaan vliegeren, zandkastelen maken, pootjebaden in de zee, wandelen op de dijk, een beetje shoppen en natuurlijk een ijsje eten. En Apie doet alles mee. Mama en papa hebben ook leuke foto’s genomen en Apie staat er ook op. Voor ze terug naar huis vertrekken, gaan ze nog lekker eten in een leuk restaurantje. En dan gaat het richting station. Lars en Lies zijn heel moe. In de trein valt Lies in slaap op de schoot van papa. Apie doet een dutje naast Lies op de zetel. Een uurtje later stappen ze uit de trein. Papa draagt Lies die nog altijd slaapt. De deuren van de trein gaan weer toe en hij vertrekt weer. Lies wordt wakker. “Apie, Apie, waar is Apie? Apie ligt nog op de trein!” roept Lies. Ze begint heel hard te huilen. Dat is zo erg! Ze gaan binnen in het station en aan het loket gaat papa vertellen wat er gebeurd is. Hij laat een foto zien waar Apie opstaat. De mevrouw achter het loket beloofd om aan Stef de treinbegeleider te vragen of hij Apie gezien heeft.  Lies heeft veel verdriet. “Apie komt wel terecht. Stef de treinbegeleider zal hem wel vinden en terugbezorgen,” troost mama. De hele rit naar huis zit Liesje te wenen. Ook Lars wil haar troosten maar dat lukt niet. Ondertussen heeft Stef, de treinbegeleider, Apie gevonden. “Het knuffeltje van Liesje, zo erg, ze zal hem wel heel erg missen,” denkt Stef. Als zijn werk op de trein gedaan is, neemt hij Apie mee naar het station. Aan het loket vraagt Stef of er iemand naar Apie gevraagd heeft. “Ja hoor en dat kleine meisje had zo veel verdriet. Haar papa heeft zijn telefoonnummer gegeven,” zegt de mevrouw achter het loket. “Gelukkig, ik ga hem direct bellen en kleine Apie naar huis brengen,” zegt Stef.  Als ze weer thuis zijn, rinkelt papa zijn telefoon. “Dag Meneer Stef… echt… fantastisch… hier gaat er eentje blij zijn. Bedankt! Ja… tot straks,” zegt papa. “Liesje, ik heb fantastisch nieuws, Stef, de treinbegeleider heeft Apie gevonden en hij gaat hem straks brengen,” zegt papa blij. Liesje begint opnieuw te wenen maar nu omdat ze superblij is. Ze blijft heel de tijd wachten bij de voordeur en na een halfuur wordt er aangebeld. Lies doet open. “Apieeeee,’ Lies ziet Apie, hij zit in de kepie van Stef. “Dag Liesje, ik heb Apie gevonden op de trein en ik wist nog dat hij jouw beste vriend was en daarom heb ik hem meegenomen. In de auto is hij in slaap gevallen in mijn kepie. Hij dacht dat dat zijn bedje was. Lies begint te lachen en geeft Apie een dikke knuffel. Ook Stef krijgt een dikke knuffel. Mama en papa komen Stef ook bedanken om zo goed voor Apie te zorgen en bieden hem nog iets te drinken aan. Maar voor Lars en Lies is het bedtijd. “Ik denk dat Apie graag in zijn nieuwe bedje wil slapen,” zegt Stef, ”jullie mogen de kepie houden.” Dat vinden ze allemaal zo leuk. “Apie kan er dan ’s avonds in slapen en overdag kunnen we dan treintje spelen hé Lars,” stelt Liesje voor. “Deal,” zegt Lars. En dan gaan ze slapen. Apie krijgt van Lies nog een dikke knuffel en een nachtzoentje. “Lekker slapen Apie,” zegt Lies terwijl ze hem in zijn eigen nieuwe bedje legt, ”tot morgen…”

Illustratie Lena Dhooghe

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *