“Happy
Birthday to You
Happy Birthday to You
Happy Birthday sweet Owen
Happy Birthday to You.”
Klonk het enkele weken geleden op Owen’s kamer toen hij werd gewekt door mama, papa en opa. Toen Owen wakker werd en rondkeek wist hij het weer. “Ik ben jarig vandaag! Ik word 3 jaar!” juichte hij. Het was een speciale verjaardag want opa uit Nederland is op bezoek.
En opa is Owen’s beste vriend. Owen kreeg ook veel telefoontjes om hem te feliciteren en er werd ook wel eens een verjaardagsliedje gezongen in het Afrikaans en dat klonk zo:
Veëls geluk liewe Owen
Omdat jy verjaar
Mag die Here jou seën
En nog baie jare spaar
En natuurlijk werd er die dag gefeest…
In de woonkamer was alles prachtig versierd met vlagjes en ballonnen. De grote gouden ballon met het cijfer 3 vond Owen het allermooiste. En bij een verjaardag horen natuurlijk feesthoedjes en foto’s. En dat vond Owen fantastisch want hij houdt ervan om met mama, papa en opa op de foto te staan en gekke snoeten te trekken. Na de middag werd er een grote braai gegeven. Zo noemen ze in Zuid-Afrika een barbecue. Het was weer smullen. Zeker voor opa want die wil wel elke dag braaien als hij op bezoek komt. “Zo veel lekkerder hier in Zuid-Afrika, dan thuis in Nederland,” lacht hij dan.
En bij een verjaardagsfeest hoort natuurlijk ook een taart. En daar zorgde mama voor. Ze maakte een prachtige olifantentaart. Een bruine olifant met gele ogen en versierd met groene en rode krulletjes. En uit zijn slurf spoten kleine drietjes. Hij was prachtig en ook keilekker. “Dikke duim voor mama,” zei Owen en gaf haar een dikke knuffel.
En cadeautjes mochten natuurlijk ook niet ontbreken.
“Dieren en sporen” was één van de cadeautjes en samen met opa gaat Owen dit spel vandaag spelen. In Zuid-Afrika ziet Owen wel eens sporen van de dieren die daar wonen. Vooral als het geregend heeft. En dat gebeurt niet zo vaak. In het droge zand blijven de sporen niet en kan je ze maar heel even zien. “Ik ben eens benieuwd,” lacht opa, ”want er zijn ook veel dieren bij die niet in Zuid-Afrika wonen. En die je misschien niet kent.” Owen trekt een gekke snoet. “Ik ken heel veel dieren,” zegt hij trots en opent het doosje met de dierenkaartjes. Hij legt ze open op de tafel.
‘Vertel eens Owen, welke dieren ken jij allemaal?” zegt opa. En Owen benoemt ze en duidt ze aan mijn zijn wijsvinger. “Een krokodil, een poes, een hond, een olifant, een vos, een kikker, een gorilla, een beer, een nijlpaard, een paard, een luipaard, een hagedis, een pauw, een varken, een neushoorn en een zebra,” zegt hij apetrots. “Bravo Owen, wat ken jij veel dieren! Eens kijken of ik de andere ken,” zegt opa. “Euh… een gordeldier, een wolf, een egel, een koala, een maki, een mandarijneend, een panda en daar nog een rode panda. “Owen zit verwonderd te kijken. “Bravo opa, jij kent ook veel dieren hoor,” lacht hij, “samen kennen we ze allemaal.”
Nu neemt opa de andere kaartjes met de sporen van de dieren. “Nu moeten we zoeken van wie die sporen zijn,” zucht opa, ”da’s heel moeilijk.” Owen kijkt naar de kaartjes en denkt diep na. Hij neemt die van de olifant en het nijlpaard en legt er de sporenkaartjes naast. “Dit is het spoor van de olifant. Dat is zeker want dat heb ik al vaak gezien. En dit is van een nijlpaard dat heb ik ook al eens gezien,” zegt Owen trots. “Hey oupa, ek het’n goeie idee!” roept Owen blij. “Haha ben je weer Afrikaans aan het spreken,” lacht opa, “ik heb het verstaan hoor. Heb jij een goed idee?” Owen loopt naar zijn kamer en komt terug met zijn verrekijker. “Ons kan langs die roetes na die hide gaan en dan sien ons baie spore,” lacht Owen. “He Owen, kleine deugniet, daar begrijp ik niet veel van hoor,” zucht opa. “Iets van sporen en wandelen denk ik.” Owen vindt het zo leuk dat opa hem niet goed begrijpt. “Gaan we nu?” vraagt hij ongeduldig, ik vertel het je straks allemaal.” Ze nemen nog afscheid van mama en papa en dan gaan Owen en opa samen op ontdekking.
Even later wandelen ze over een pad. Owen blijft staan. “Kijk opa, dit is van een kleine olifant,” vertelt hij. Maar opa begrijpt het niet. “Dit is toch een pad van cement. Hoe kan hier nu een olifantenspoor zijn?” vraagt hij. “Ik weet dat. Papa heeft dat verteld. Dit is een looppad om naar de hide te gaan. Toen de cement nog nat was, is hier een olifantje doorgelopen. Dan is de cement opgedroogd en nu gaat dat spoor nooit meer weg,” vertelt Owen fier. “Ach zo, nu begrijp ik het. Maar Owen wat is nu een hide?” wil opa weten. “Dat zeg ik lekker niet. Dat zal je straks wel zien,” lacht de kleine sloeber. Ondertussen is Owen met zijn twee voetjes in één olifantenspoor gaan staan. “Da’s groot hé opa,” roept Owen. “Ja zeker, en da”s nog maar van een kleine olifant,” antwoordt opa, ”en kijk daar is nog iemand.” “Nee opa, da’s mijn schaduw,’ lacht Owen terwijl hij naar zijn schaduw zwaait. “Kleine wijsneus, zijn er nog sporen?” lacht opa.
”
Owen loopt een eindje verder. “Niet te vlug Owen, mijn benen zijn al wat ouder dan de jouwe hé!” roept opa. “Kijk, hier zijn hele kleine spoortjes, ze zijn kleiner dan mijn voeten. Ze zijn van antilopen.” Opa is zo onder de indruk. Wat weet zijn kleinzoon toch veel over de wilde dieren. Echt super, vindt hij dat. Een trotse opa. “Stond er een antiloop bij de prentjes van het sporenspel?” vraagt hij. “Neenee, die stonden er niet bij. Dat weet ik zeker!” zegt Owen vastbesloten. “Ok, ben eens benieuwd of we nog sporen gaan zien,” zegt opa.
“Ja hoor, kom,” roept Owen terwijl hij opa zijn hand vastneemt en een eindje verder loopt. “GRRRR! GRRR!” gromt Owen en zet zich neer tussen andere grote sporen. “Ik denk dat die van een gevaarlijke leeuw zijn,” zegt opa terwijl hij diep nadenkt, ”hebben we die ook gezien bij het spel?” Nu denkt Owen heel diep na. “Neenee, dat was geen leeuw. Dat was een luipaard,” zegt Owen heel serieus. “En nu gaan we naar de hide.” “Ah da’s goed,” zegt opa, ”ik draag al heel de tijd jouw verrekijker en ik weet nog altijd niet waarvoor.” Owen legt zijn kleine hand in opa’s grote hand en samen stappen ze verder.
Even later komen ze aan bij een houten huisje met langs alle kanten een spleet. Juist groot genoeg om door te kijken. “Maar nu weet ik wat een hide is. Thuis hebben wij dat ook. Wij noemen dat een kijkhut. Dat is om naar de vogels te kijken. Maar naar wat kijken jullie hier?” wil opa graag weten. Owen schuift een houten krukje naar de kant en als een echte spotter neemt hij zijn verrekijker. “Ik kan hier naar de wilde dieren kijken. Het is niet gevaarlijk want de dieren kunnen mij niet zien. Ik zit verstopt. Moet jij ook eens kijken opa?” vraagt Owen. Natuurlijk wil opa kijken…
“Ik denk dat daar een beer gewandeld heeft want ik zie zijn sporen,” zegt opa. “Nee dat kan niet opa,” lacht Owen, ”hier zijn geen beren. Mama heeft me verteld dat de beren ergens wonen waar het koud is en waar veel water is. En hier in Afrika is het warm en is er niet veel water. Het zal van een ander dier zijn opa.” Opa staat weer verbaasd te kijken. Hij kan nog heel veel leren van zijn kleinzoon.
Ze blijven nog even kijken in de hide. Maar wilde dieren zien ze niet. “Ik denk dat ze allemaal slapen. Ik ben ook al een beetje moe. Gaan we nu terug naar huis en mag ik op je schouders zitten opa. En gaan we straks verder spelen met het sporenspel?” vraagt Owen terwijl hij heel hard moet geeuwen. “Daar zal je wel te moe voor zijn. We zullen wel zien,” antwoordt opa terwijl hij Owen optilt en op zijn schouders zet. Voor ze thuis zijn, is Owen in slaap gevallen op de sterke schouders van opa. “We zijn thuis slaapkopje,” fluistert opa als hij Owen met beide voeten op de grond zet.
“Hé, wie heeft er met mijn sporenspel gespeeld?” vraagt Owen verwonderd als hij alle kaartjes ziet liggen op de tafel. “Dat heeft papa gedaan,” lacht mama die aan de computer zit te werken. “En heeft hij alles juist gelegd?” vraagt opa. Owen heeft de brief met de oplossingen genomen. Samen met opa kijkt hij nu of papa het goed gedaan heeft. “Bravo papa! Je hebt alles juist!” juicht Owen.
“Hebben jullie veel sporen gezien op de wandeling naar de hide?” vraagt mama. “Jaja van de leeuw, de antilopen en de kleine olifant. En toen we in de hide waren zag opa door de verrekijker sporen van een beer. Maar dat kan niet hé mama want beren wonen hier niet hé. Het is hier te warm en te droog,” vertelt Owen . “Ja mama, ik heb weer veel geleerd van meester Owen,” lacht opa terwijl hij knipoogt .“Willen jullie nog sporen zien?” vraagt mama, ”ik heb er nog enkel foto’s van.” Natuurlijk wil Owen dat en kruipt bij mama op schoot. “Kom oupa, kom ons gaan kyk saam!” roept Owen. “Jaja ik kom al, klein Afrikaantje,” lacht opa.
Mama toont de foto en Owen vertelt…
“Dit zijn sporen van een nijlpaard. Die hebben we daarnet niet gezien want die staan op een ander paadje naar een andere hide. Kijk opa, hier staat een groot, dik nijlpaard,” vertelt Owen terwijl mama een andere foto toont. “En hier staan veel nijlpaarden op, grote en kleine.” Opa luistert en kijkt geboeid mee.
“En van welk dier is dit een spoor? Wie weet het?” vraagt mama bij de volgende foto. “Van Owen die getekend heeft in het zand,” lacht opa. “Neeneee, sssssss, ssssss, van een slang!” roept Owen. “Slangen maken toch geen sporen. Ze hebben toch geen poten,” zegt opa. “Da’s waar maar een slang kronkelt heen en weer in het zand en laat zo ook een spoor achter. Dat hebben wij als eens gezien hé Owen,“ vertelt mama. “En ek was nie bang nie,” zegt Owen fier.
Na het avondeten spelen ze met z’n allen het sporenspel nog eens. Het blijft wel een moeilijk spel waarbij papa weer wint maar Owen heeft nu ook al 12345678910 kaartjes juist.
“Morgen spelen we het nog eens hé,” geeuwt Owen. “Misschien, maar nu is het de hoogste tijd om te gaan slapen Owen,” antwoordt mama.
Zoals elke avond neemt Owen zijn dierenknuffeltjes en zet ze allemaal op een rij: ” ’n olifant, ’n aap, ’n krokodil, ’n leeu, ’n kameelperd en ’n zebra,” zegt Owen in het Afrikaans. “Dans jij ook mee vanavond, opa?” vraagt Owen. Mama Yvonne start het favoriete dansnummertje van Owen en met z’n tienen dansen ze erop los. De dieren, mama, papa, opa en Owen.
Na het dansje is het tijd om de pyjama aan te doen, tandjes te poetsen en te gaan slapen.
In Owen’s bedje ligt olifantje Tan al te wachten. Hij neemt hem stevig vast. Nog een dikke knuffel van mama, papa en opa. “Lekker slaap,” zeggen ze samen in het Afrikaans. Owen sluit zijn oogjes. “Lekker slaap Tan,” fluistert hij en valt in slaap.
Wederom een prachtig verhaal 🙂 echt geweldig, dankjewel
alweer zo’n geweldig verhaaltje over mijn neefje Owen, zo trots dat er over hem zulke leuke verhaaltjes geschreven worden.