“Mama, kom nu eens kijken naar mijn zonnebloem!” roept Lies blij, “kijk eens hoe groot ze is geworden!” Lies is zo fier. Toen ze in de klas vertelden over zaaien en planten hebben alle kinderen een zonnebloempit geplant in een potje met aarde. De potjes stonden allemaal op een lichte plaats op de vensterbank en af en toe kregen ze wat water. Toen de pitjes tot een plantje gegroeid waren, mochten de plantjes mee naar huis. Lies mocht het hare in de groentetuin overplanten. Dat is nu enkele maanden geleden… ”
Wat een prachtige zonnebloem is het geworden,” zegt mama, ”ga er eens naast staan Lies, dan maak ik een foto en dan kan je zelf zien hoe groot ze wel is.” Lies gaat naast de bloem staan. “Gaat ze nu nog groeien?” vraagt Lies. “Nee, papa heeft er al een grote stok naast gezet, anders zou ze omvallen. Groeien gaat ze nu niet meer doen. Kom eens naar de foto kijken,” zegt mama.
“Waw die is veel groter dan mij, wel meer dan twee keer zo groot,” zegt Lies verwonderd. Ze neemt een stoeltje en gaat bij haar zonnebloem zitten. Ze blijft heel stil zitten want haar zonnebloem krijgt bezoek.
Een prachtige vlinder komt wat uitrusten en daarna komt er een bijtje wat honing halen bij de bloem. “Wat zit jij hier te doen,“ vraagt Lars die in de tuin komt spelen. ”Sssst, ik kijk naar mijn zonnebloem, die krijgt veel bezoek. Kijk, er zit een bijtje op en eerst was er een vlinder die een beetje kwam rusten,” fluistert Lies. Lars zet zich neer in het gras om ook naar de zonnebloem te kijken. “Kijk, nu zit er een lieveheersbeestje op,” fluistert Lars. “Lars, Lies, komen eten!” roept mama. “Tot straks lieve bloem, dan kom ik weer terug hoor,” zegt Lies. Lars moet lachen, ”bloemen hebben geen oren, die hoort dat niet.” “Die van mij wel, want dat is een heel speciale,” zegt Lies een beetje boos.
Na het eten kunnen Lars en Lies niet meer naar buiten want het is hard beginnen regenen.
“Zo jammer,” zeurt Lies. “Het is wel goed dat het eens regent, dan krijgt de bloem veel drinken en kan ze nog wat groeien,” troost Lars zijn zusje. “Kom eens zus,” zegt Lars, ”ik heb een goed idee.” Samen gaan ze naar de speelkamer. Lars zit nu al in het derde leerjaar en kan al goed schrijven. “Gaan we een verhaaltje schrijven over de zonnebloem en er tekeningen bij maken? Dan kunnen we dat vertellen aan mama en papa.” Vraagt Lars. Lies vindt dat een fantastisch idee. Samen verzinnen ze het verhaaltje en Lars schrijft het op. Daarna maken ze een tekening van de zonnebloem. “Wij hebben voor straks een verrassing,” roepen Lars en Lies als ze in de woonkamer komen. “Wat is de verrassing dan?” vraagt papa nieuwsgierig. “Dat zal je straks wel zien,” lachen de kids terwijl ze naar de badkamer gaan. Het is tijd om de pyjama’s aan te doen. “Kruip maar in jullie bed, dan kom ik jullie seffens instoppen?” zegt mama. “Tijd voor de verrassing!” roept Lies. “Mama, papa, kom eens in de zetel zitten. We willen jullie een verhaaltje vertellen. Ze gaan in de zetel zitten en kijken verwonderd naar elkaar. En hun verhaaltje gaat zo:
Er was eens een zonnebloempit. Iemand had haar in de grond gestopt. De zon scheen veel en soms regende het ook. Na een tijdje kwam er een plantje uit de grond. Dat werd altijd maar groter en groter. Er kwam een grote stengel en op die stengel groeide een bloem. De bloem ging open en was mooi geel. De bloem had ook vriendjes. Soms kwam er een vlinder wat rusten als hij moe was van te vliegen. De bij kwam ook om lekkere honing te snoepen. En ’s avonds als het donker werd, kwam een lieveheersbeestje slapen op de zonnebloem.
En de zonnebloem leefde nog lang en gelukkig.
Papa en mama klappen in hun handen. Ook de tekeningen vinden ze fantastisch mooi.
“Is dat wel zo?” vraagt Lies, ”blijft mijn zonnebloem altijd mooi en zal ze daar altijd blijven staan?” Papa kijkt een beetje triest en hij vertelt: “Nee Lies, als de zomer voorbij is, zal de bloem verwelken. Als je goed kijkt, zie je dat er in de zonnebloem heel veel pitjes zitten. Als de bloem verwelkt is, kunnen we de pitjes eruit halen en dan kunnen we volgend jaar in de lente heel veel nieuwe zonnebloemen planten.” Lies vindt dat helemaal niet leuk. Ze wil haar bloem voor altijd houden. ”Dan kan ik ze niet meer zien,” zegt Lies verdrietig. Mama heeft ondertussen de foto afgeprint die ze van Lies en haar zonnebloem gemaakt heeft. “Kijk eens Lies, hier kan je de zonnebloem altijd zien,” zegt mama. “Dank je wel, mama. Dan gaat mijn grote zonnebloem ervoor zorgen dat er volgend jaar heel veel zonnebloemen in de tuin staan,” zegt Lies weer blij. Ze vindt het nu wel ok. Ze stopt de foto in de schuif van haar nachtkastje. Nu kan ze nog genieten van haar grote zonnebloem. En als hij verwelkt is, kan ze naar de foto kijken. Dan is het echt tijd om te gaan slapen want morgen is het school. “Mag ik die foto morgen eens meedoen naar school,” vraagt Lies als mama haar nog een nachtzoentje komt geven, ”dan kan ik hem eens laten zien aan de juf van vorig jaar.” Dat mag zeker Lies,” zegt mama, “slaapwel.”