Tijdens een wandeling door het bos kwam ik voorbij de Babbelboom. Ik wilde even rusten en zette me neer op het stronkje met mos en zei de toverspreuk:
‘Biebbele babbele boe
Oren open en mondjes toe.
Het is geen grap, het is geen droom,
Luister naar de Babbelboom.
Letters, woorden, zinnen,
Laten we beginnen.’
Langzaam werd de boom wakker en zei: “Dag Hilde, ik ben blij dat je op bezoek komt. Kan ik je plezieren met een verhaaltje? En waarover mag het verhaaltje gaan?”
Ik zei natuurlijk ja en vroeg, “ken je een verhaal over een waterschildpad?”
De Babbelboom knikte ja en vertelde:
Er was eens een waterschildpad. Hij woonde op een eiland met veel rotsen en een heel groot strand. Elke avond keek hij hoe de ondergaande zon in zee zakte. De schildpad kwam elke avond ‘dag’ zeggen tegen de zon en elke avond vroeg hij, ”lieve zon kom alsjeblieft morgen terug want anders zal het hier pikkedonker zijn.” Maar de zon kwam elke dag terug…