Tijdens een wandeling door het bos kwam Lena voorbij de Babbelboom. Lena wilde even rusten en zette zich neer op het stronkje met mos en zei de toverspreuk:
‘Biebbele babbele boe
Oren open en mondjes toe.
Het is geen grap, het is geen droom,
Luister naar de Babbelboom.
Letters, woorden, zinnen,
Laten we beginnen.’
Langzaam werd de boom wakker en zei: “Dag Lena, ik ben blij dat je op bezoek komt. Kan ik je plezieren met een verhaaltje? En waarover mag het verhaaltje gaan?”
Lena zei natuurlijk ja en vroeg, “ken je een verhaal over een vlieger?”
De Babbelboom knikte ja en vertelde:
Vandaag is het voor Milan een speciale dag. Hij gaat met papa naar zee. Vorige week kreeg Milan voor zijn verjaardag een grote vlieger. Hij kon niet wachten om hem op te laten. Bij Milan thuis hebben ze wel een grote tuin maar daar staan veel bomen en struiken. “Hier in onze tuin kunnen we hem niet oplaten”, zei papa, ”hij zou tussen de takken van de bomen blijven vastzitten en scheuren.” Hij beloofde om samen naar zee te gaan.