In de tuin waar Bartholomeus en zijn vrienden wonen, is er een prachtige bloementuin. “Mijn klein paradijsje,” zegt Bartholomeus trots als hij geniet van de prachtige kleuren en de heerlijke geuren. De bloemen staan al een hele tijd in bloei want het is nu hoogzomer. Bartholomeus en de andere bijen hebben het heel druk. De bijen zuigen nectar uit de bloemen en vliegen dan naar de imker die bijenkorven heeft. Daar spuiten ze de nectar in honingraten. Honing van de bijtjes
In de grote tuin staat er ook een groot bijenhotel. Dat wordt bezocht door verschillende soorten bijen. De vrouwtjes maken hun nest in de kleine gaatjes. Ze zoeken heel veel stuifmeel in de bloemen en leggen dat in hun nestje. Op dat stuifmeel leggen ze dan een eitje. Daarna metselen ze het gaatje dicht met een beetje zand. Als de eitjes uitgekomen zijn, eten de kleine bijtjes, dat dan nog larven zijn, het stuifmeel op. En als ze groot genoeg zijn vliegen ze uit.
Het bijenhotel is nu helemaal leeg. Alle jonge bijtjes zijn uitgevlogen. En Bartholomeus heeft een schitterend idee. Hij vliegt naar het dak van het bijenhotel en neemt zijn accordeon mee. Daar begint hij heel luid te spelen. Alle bijtjes die in de buurt zijn, schrikken. Bartholomeus die zo luid speelt… ze gaan allemaal kijken wat er aan de hand is. “Beste vrienden, ik ben blij dat jullie de tijd genomen hebben om even tot hier te vliegen,” roept Bartholomeus. De nieuwsgierige bijtjes gaan bij hem op het dak zitten. ”Ons hotelletje staat er nu een beetje verlaten bij en dit is misschien wel het momentje om eens een bijenwedstrijd te houden,” stelt Bartholomeus voor, wie doet er mee? De bijtjes kijken elkaar verwonderd aan. Een bijenwedstrijd? “De deelnemers aan onze wedstrijd moeten om ter eerst een gaatje vullen met stuifmeel. Maar het moet echt wel bomvol zitten. We gebruiken één deel van het hotel waar alle gaatjes even groot zijn natuurlijk. En de winnaar krijgt de grootste bloemen uit de bloementuin,” vertelt Bartholomeus. De bijtjes vinden het een fantastisch idee en willen graag meedoen aan de wedstrijd.
Bartholomeus bij gaat het nieuws vertellen aan zijn beste vrienden. Pedro de pony, Pol de mol en Kobe de kikker vinden het ook een schitterend idee en ze willen hem graag helpen om alles in gereedheid te brengen voor de start van de wedstrijd. Als alles klaar is, vliegt Bartholomeus weer naar het dak van het bijenhotel en speelt luid op zijn accordeon. De bijen komen aangevlogen en komen bij Bartholomeus zitten. “Beste vrienden, alles is klaar voor de wedstrijd. We verzamelen allemaal op het hek van de weide van Pedro. Het startsein wordt gegeven door Kobe. Als hij in het water springt, begint de wedstrijd. Pol de mol en ikzelf zijn de jury en wij kijken of er niemand valsspeelt,” roept Bartholomeus. De bijtjes vliegen naar het hek en Kobe neemt plaats op zijn grote waterlelieblad. En dan is het zover…
Kobe neemt een grote sprong en plonst in het water. De wedstrijd is begonnen. In de bloementuin is het nog nooit zo druk geweest. Alle bezige bijtjes doen hun uiterste best om zoveel mogelijk stuifmeel te verzamelen. Bartholomeus houdt alles goed in de gaten en Pol de mol zet zijn brilletje wat beter op zijn neus. “Amai amai, wat een gezoem!” roept hij luid, ”en wat een drukte aan het hotel!” Alles verloopt prima. Iedereen heeft een kamertje gevonden en vult het met hopen stuifmeel.
Alle bloemetjes in de bloementuin worden bezocht. Na een tijdje wordt het moeilijk om nog stuifmeel te vinden. Maar wie zoekt die vindt… Even rondvliegen, goed kijken, en dan vlug het laatste stuifmeel nemen en het naar het kamertje in het hotel brengen. De bijtjes zijn goed bezig! Terwijl Bartholomeus rondvliegt als jurylid en Pol op de grond alles goed in het oog houdt, horen de bijtjes iemand heel luid roepen. “Help, help, ik zit vast, ik kan er niet meer uit! Help, help!” Alle bijtjes gaan op zoek… van waar komt die stem? Ook Bartholomeus heeft het gehoord.
De bijtjes hebben het probleem al gevonden. Een grote dikke hommel zit vast in een klein geel bloemetje. “Help, help, ik zit vast, ik kan er niet meer uit! Help, help!” roept de hommel. “Oh nee, hoe ben jij daarin geraakt?” lacht Bartholomeus, ”niet bang zijn we gaan je helpen.” Maar hoe? Enkele bijen trekken de blaadjes van het gele bloemetje voorzichtig open en nog twee andere trekken heel voorzichtig aan zijn pootjes. “Een twee drie en trekken!” roept Bartholomeus. En ja hoor, het is gelukt. De dikke hommel staat nog te trillen met zijn vleugeltjes. “Dank je wel, dank je wel,” zegt de hommel met een trillende stem. “Maar waarom ben je daarin gekropen? Die bloem is toch veel te klein voor een hommel?” vraagt Bartholomeus. “Ik hoorde van jullie wedstrijd en wilde graag meedoen. Maar toen ik stuifmeel ging zoeken, vond ik alleen nog in deze bloem. Ik weet het, het is dom van mij. Want in de kamertjes kan ik ook niet in hé,” vertelde de dikke hommel. Alle bijtjes begonnen te lachen. “Oh, maar nu heb ik jullie gestoord bij de wedstrijd. Sorry, Sorry,” zei de hommel verdrietig. Maar dat vinden de bijen niet erg. Ze zijn allemaal heel blij dat ze de hommel konden helpen. En de wedstrijd? Wie is de winnaar? “We zijn allemaal winnaars,” zegt de jury, ”we hebben allemaal ons best gedaan en onze dikke vriend geholpen.” Alle bijtjes zijn akkoord. Na de wedstrijd zijn ze heel moe. Maar voor ze naar hun slaapplaatsje vliegen, zingen ze nog samen het vriendenliedje.
‘Vrolijke, vrolijke vrienden, vrolijke vrienden dat zijn wij!
‘Vrolijke, vrolijke vrienden, vrolijke vrienden dat zijn wij!
En Bartholomeus speelt op zijn accordeon en de bijtjes zoemen vrolijk mee…
Wat een aandoenlijk verhaaltje over onze gevleugelde vriendjes!