Op zoek naar tegenstellingen…

Vervolg op hieperdepiep-voor-olga 

Het verjaardagsfeest van Olga is voorbij en de dieren genieten van hun middagdutje. Alffartje, Krisje en Bartholomeus vliegen samen naar de knotwilg. Alffartje geniet van uit de holte van de knotwilg van de rust en de prachtige natuur terwijl zijn twee kleine vriendjes ook een middagdutje doen. “Hmmm zalig!” zucht hij…

Een uurtje later nemen ze afscheid. “Alffartje, we willen je uitnodigen om bij de volgende volle maan bij ons op bezoek te komen. Onze vrienden uit het grote bos willen je heel graag leren kennen,” vertelt Krisje. “Oh ja, gezellig. Ik wil heel graag komen” antwoordt Alffartje blij. “Je kan die avond gewoon het geluid volgen van ons grote dierenorkest en dan kom je zo op de open plek in het bos,” vertelt Krisje terwijl Bartholomeus met zijn twee voelsprieten de juiste richting aanwijst. “Fantastisch! Ik kijk er zo naar uit!” juicht Alffartje. De kleine vriendjes spreiden hun vleugeltjes en vliegen naar het grote bos. “Oh ik kijk er zo naar uit…” geniet onze kleine blauwe vogel.

Het was een vermoeiende dag en nog voor de zon is ondergegaan, ligt Alffartje zachtjes te snurken op zijn zachte bedje van afgevallen bladeren in de holte van de knotwilg…

De volgende morgen wordt Alffartje gewekt door een luid gemekker. Hij spreidt zijn vleugels, rekt zich uit en vliegt naar de geitjes. Alffartje is ongerust. “Hé Zita, waarom mekker je zo luid?” roept Alffartje als hij de verdrietige mamageit ziet staan. “Mèèè mèèèè, ik zoek mijn kleintjes,” huilt Zita, “ik werd wakker en ik zag ze niet meer.” Alffartje begreep het niet. Het deurtje van de stal was halfdicht. “Wil jij ze gaan zoeken Alffartje?” vraagt Zita. (Alffartje had ooit het kleine geitje Jozefke teruggevonden toen die zoek was. de-grote-held )

Natuurlijk wil Alffartje dat. “Ik ben al vertrokken,” roept hij terwijl hij hoger vliegt en goed rondkijkt. Ondertussen is het Zita gelukt om het poortje helemaal open te doen. Ze zoekt rond de geitenstal maar vindt ze niet. “Hé mama Zita, ik heb ze gevonden!” roept Alffartje even later. Hij landt in de grote ezelweide. “Wel wel wel, een bezoekje gebracht aan de ezeltjes?” vraagt Alffartje streng, “jullie mama is heel ongerust hoor. Ga maar vlug naar huis.”  Lucia en Rocco schrikken en zetten het op een lopen. Met een grote aanloop springen ze over het hek van de ezelweide en rennen naar de geitenstal. “Daar zijn jullie,” zucht mama Zita opgelucht maar ook een beetje boos. “Die kleintjes van jou… die kunnen nogal springen!” roept Alffartje, “ik denk dat ze over het poortje gesprongen zijn die sloebers. Ze waren aan ’t spelen in de ezelweide.” Zo was het ook gebeurd. Ze vonden het tijd om met z’n tweetjes op avontuur te gaan. “Dank je wel lieve Alffartje, je bent een echte held!” lacht Zita. “Kom sloebers,” zegt Zita streng, “het is tijd voor ons ontbijt.” Lucia en Rocco rennen naar de rode emmer waar ze samen smullen van al het lekkers.

Alffartje vliegt terug naar de knotwilg. Het is nog vroeg in de morgen en hij wil nog even rusten. “Hé blauwe vriend, je bent zo vroeg wakker vandaag?” Het is baasje Bart die al op stap is. “Een beetje té vroeg. Maar Zita had me nodig. Ze was zo luid aan het mekkeren dat ik er wakker van werd. Haar twee kleintjes waren verdwenen. Toen ik over de hoeve vloog, vond ik ze in de ezelweide,” vertelt Alffartje die geland is op een houten balkje. Hij gaat even zitten maar schuift wat heen en weer. “Zit je niet goed?” lacht BB, “is het paaltje te hard?” Alffartje kijkt verwonderd. “Hard? Wat is dat ‘hard’?” vraagt hij. “Ga daar eens zitten, daar waar het kussentje ligt,” toont BB. Alffartje vliegt er naartoe en landt op het kusentje. “Ja, dit zit veel beter,” lacht hij. “Dat is zacht. Je zakt er zo een beetje in,” vertelt BB. De kleine blauwe vogel vliegt een paar keer heen en weer. “Dit is HARD en dat is ZACHT. Ik begrijp het,” zegt Alffartje trots. Nu gaat hij op een steen zitten. “Dit is heel HARD” zegt hij. “Nu vliegt hij naar één van de siergrassen? “En dit is ZACHT,” lacht Alffartje terwijl hij in de grassen zakt. “Toppie, je hebt het begrepen,” lacht BB, “dat noemen ze tegenstellingen.” Wat een moeilijk woord,” denkt Alffartje en trekt zijn vleugeltjes op. “Kom, ik zal je nog wat tegenstellingen tonen,” zegt BB en samen gaan ze naar de speeltuin.

“Je mag eens glijden zoals de kinderen doen als ze op bezoek komen,” zegt BB die staat te wachten naast de glijbaan. “Oh nee, dat durf ik niet!” antwoordt Alffartje en schudt zijn kopje heen en weer. “Ik zal je helpen. Da’s echt leuk en dan kriebelt het in je buikje,” lacht BB. Na lang twijfelen vliegt Alffartje tot boven op de glijbaan. “1 2 3 GO!” roept BB. “Alffartje’s vleugels zijn open en zijn oogjes houdt hij stijfdicht. “Ooooo joepie!” juicht Alffartje die de kriebels in zijn buikje voelt. “Dat ga ik nog doen!” roept hij. Keer op keer giert hij van de pret. “Ik weet het, eerst zat ik BOVEN en nu zit ik BENEDEN. Is dat ook zo een… euh … hoe heet dat weer?” vraagt Alffartje. “Ja, hoor dat is ook een tegenstelling BOVEN en BENEDEN,” lacht BB.

“Ik weet er nog zo één,” roept Alffartje en waggelt naar een dikke boom. Hij gaat op het gras zitten met zijn rugje tegen de stam. “Ik ben BENEDEN” zegt Alffartje. “Hij opent zijn vleugels en vliegt naar boven waar hij tussen twee dikke takken gaat zitten. “En nu ben ik BOVEN!” roept hij fier. Da’s ook een euh… tegenstelling.” Alffartje begrijpt het helemaal. “Ga straks maar eens op zoek naar nog tegenstellingen. Maar nu is het tijd voor ontbijt. Daaag,” zegt BB. “Dat ga ik zeker doen,” en ook Alffartje gaat ontbijten.

Hij vliegt naar het kippenhok. Onderweg ziet hij op een tuintafel een GROTE broodmand staan waar nog stukjes brood en kruimeltjes inliggen. “Hmmm lekker!” smult Alffartje en kruipt in de mand om alles op te eten. Dan vliegt hij verder naar het kippenhok. Op de grond ziet hij een KLEINE oude kookpot staan met heel wat lekkers voor alle dieren. “Hmmm jammie” denkt Alffartje en landt in de pot. “O help, ik kan er niet meer uit. Mijn buikje is te dik van al dat lekkers. HELP! HELP!” roept hij wanneer de pot helemaal leeg is. “De kippen, de hanen en de kuikentjes komen helpen. Ze proberen de pot om te duwen maar het lukt niet. Ook de pauw kan het niet. “Mèèèè mèèèè, wat is er aan de hand?” vraagt Rocco, het kleine geitje, die Alffartje hoorde roepen. “Ik zit vast in de pot. Een beetje veel gegeten en door die dikke buik geraak ik er niet uit,” zeurt Alffartje. “Oei, ik ga mama halen,” zegt Rocco bezorgd. Even later is Rocco terug met mama Zita. Met hun harde kopjes duwen ze tegen de pot… En ja hoor, het lukt. De pot valt om en Alffartje kruipt eruit. “Mééé mééé!” juicht Rocco en springt op en neer. “Zo veel ga ik nooit meer eten,” belooft Alffartje verlegen, “dank je wel lieve geitjes.”

Zita is blij dat ze de held van de Alffarhoeve nu ook eens kon helpen.

“Ik wist niet dat je van eten zo moe kon worden,” geeuwt Alffartje en waggelt met zijn dik buikje naar de stam van de dikke boom. Hij valt in slaap wanneer hij over zijn buikje wrijft.

“Tok tok tok, hé Alffartje ga je nu al slapen? Het is nog ochtend?” kakelt een kip. Alffartje schrikt wakker. “Ah oei, was ik in slaap gevallen? Ja, da’s omdat mijn ontbijt een beetje te groot was. En ik werd daar zo moe van,” zucht Alffartje. “Hé, jij bent hier ALLEEN en daar op het hooi zitten ze met VEEL kippen,” giechelt Alffartje, “da’s ook een tegenstelling.” De kip begrijpt er niets van en houdt haar kopje schuin. Alffartje waggelt een eindje verder. “En dit kuikentje is ook ALLEEN en daar rennen ze met VEEL achter mama kip. Goed gevonden Alffartje, weer een tegenstelling,” zegt hij tegen zichzelf.

Onze kleine blauwe vogel gaat verder op zoek …Hij waggelt verder tot bij de pauw. Die wandelt rond terwijl zijn grote lange staart over de grond sleept. Alffartje blijft staan. De pauw is nog VER maar komt rustig aangewandeld tot hij DICHT bij Alffartje is. De kleine vogel is een beetje bang en blijft stokstijf staan. Hij is maar KLEIN en die vogel is zo GROOT! De lange staart is nog DICHT maar stilaan vouwt hij OPEN. “Oh wat is dat mooi!” bewondert Alffartje en staat met open snavel te kijken. Zoiets moois heeft hij nog nooit gezien. “Ik vond je staart al mooi toen hij DICHT was maar OPEN is hij prachtig!” vertelt hij aan de pauw die trots zijn mooie veren laat zien.

De hele dag gaat Alffartje op zoek naar nog tegenstellingen en hij vindt er heel veel: DIK en DUN, LANG en KORT, NAT en DROOG, GROOT en KLEIN en nog veel meer.

Ook de witte duiven brengt hij een bezoekje. De grote deuren van de duiventil staan open en Alffartje vliegt naar binnen. Daar ziet hij nog kleine deurtjes. Sommige zijn OPEN en andere DICHT. Er zitten enkele duiven BINNEN en de andere zijn BUITEN. “Weer tegenstellingen!” juicht Alffartje. “En daar…één kip zit IN het kippenhok en de bruine kip is er UIT.”

Ondertussen is de dag bijna voorbij. Tijd voor Alffartje om naar de knotwilg te vliegen. Het was een dag vol tegenstellingen. En het is nog niet gedaan…

Als hij aan de grote vijver komt, ziet Alffartje eenden zwemmen. Ze zijn helemaal NAT. Drie eenden zitten te rusten aan de oever. Die zijn DROOG. Overal ziet hij tegenstellingen.

Alffartje kijkt vanuit de holte van de knotwilg naar de dieren die stilaan hun slaapplaats opzoeken. Het is nog LICHT. Een half uur later zakt de zon en kleurt de lucht tot een prachtig schilderij. En dan wordt het DONKER.

Alffartje gaat op zijn zacht bedje van afgevallen bladeren liggen. Met zijn ogen OPEN denkt hij aan een dag vol tegenstellingen. Wat heeft hij weer veel geleerd vandaag. Nog even en zijn oogjes vallen TOE.  Slaap wel kleine blauwe vriend…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *