Trrrriiiiing… de wekker loopt af. Het is drie uur in de nacht. Terwijl iedereen slaapt is het voor Bertje tijd om op te staan. Hij gaat altijd vroeg slapen want midden in de nacht begint Bert al te werken in de bakkerij. Hij zorgt er voor dat er ’s morgens vers brood en verse koeken in de winkel zijn. In de straat waar Bertje woont ruikt het ‘s morgens altijd heerlijk naar vers gebakken brood.
Elke morgen rond negen uur komt de postbode langs. Hij brengt de post van Bert en elke dag koopt hij een lekker versgebakken koffiekoek. Vandaag heeft de postbode een heel speciale brief bij. “Goeiemorgen Bert, kijk eens een brief uit Spanje,” zegt de postbode. ”Uit Spanje, voor mij? Ik ken niemand die daar woont,” zegt Bert verbaasd. Hij neemt de brief aan en doet hem vlug open. “Oh, het is een brief van … de Sint,” zegt Bert. “Ah jij bent niet braaf geweest dit jaar, de Sint laat weten dat hij niet op bezoek komt,” lacht de postbode. “Tot morgen, Bert!” roept de postbode terwijl hij verdergaat om de post te bedelen. Bert gaat vlug zitten en leest de brief:
Bert legt de brief even opzij. “Speculaas bakken voor de Sint, dat wil ik heel graag doen,” zegt Bertje luidop. “Maar proeven… dat is wel moeilijker. Dat zal ik aan iemand anders moeten vroegen.” Bertje denkt diep na…..
“Wij willen wel je proevers zijn.” Bertje hoort stille stemmetjes. “Wie is daar?” vraagt Bert terwijl hij rondkijkt in de bakkerij. “We zijn hier, naast de grote oven,” hoort hij de stemmetjes weer. Naast de grote oven voor een holletje in de muur zitten twee muisjes, een witte en een bruine muis. “Hé wat doen jullie hier, ga eens vlug weg, ik wil geen muizen in mijn bakkerij!” roept Bertje boos. “Niet boos zijn Bert, wij willen je helpen,” zeggen de muizen bang. “Luister even Bert, we willen je eerst iets vertellen.” Bertje zet zich neer bij de muizen op de grond en luistert…
“Wij zijn Mini en Piepke en wij wonen al heel lang in de bakkerij. We wonen hier in het holletje naast de oven. Als jij in de bakkerij werkt verstoppen we ons en als je weg bent smullen we van de lekkere kruimeltjes die wel eens op de grond liggen. Maar we eten nooit van de broden of de koeken. Want we weten dat dat niet mag. En Bert alles wat je maakt is heel lekker. Dat proeven we als we van de kruimels eten. En misschien kunnen we je nu helpen om de speculaas te proeven door de kruimeltjes op te eten.”
“Ik heb jullie nog nooit gezien. En als jullie beloven om echt alleen kruimeltjes te eten en mijn proevers te worden, mogen jullie misschien wel blijven. Maar als ik merk dat er gaten in de broden geknabbeld zijn, moeten jullie verhuizen. Afgesproken?” vraagt Bert.
“Ja, joepie, dat beloven wij!” roepen Mini en Piepke blij.
Met de hulp van de muisjes wil Bert de speculaasbakker van de Sint worden. Hij stuurt een mail naar computerpiet om te zeggen dat hij de Sint graag wil helpen. Maar hij vertelt niet dat hij hulp krijgt van de muizen. Dat mag echt niemand weten. Dat is het grote geheim van Bertje Bakker.