Krisje Krekel en een ander diertje spelen een prachtige melodie. Krisje speelt viool. Dat weet Alffartje nog. Maar wie is de andere muzikant en op wel instrument speelt hij?
Omdat hij niet niet wil storen, is Alffartje muisstil en landt hij zacht op een dikke tak van de boom waar ze onder zitten.
In het licht van de volle maan ziet Alffartje een diertje zitten. Hij maakt een prachtig geluid. Hij houdt iets vast. Wie is dit? Wat doet die hier? Zou het een nieuwe vriend zijn?
Voorzichtig waggelt Alffartje dichterbij. Het diertje stopt met spelen en springt weg. “Niet bang zijn,” fluistert Alffartje, “ik wil je graag leren kennen.” Hij waggelt nog wat dichterbij en het diertje blijft met trillende pootjes zitten.
“Wat maak jij een mooi geluid,” bewondert Alffartje. Het diertje is verlegen en zijn lange voelsprieten hangen slap naar beneden. “Dank je wel, ik speel graag op mijn viool,” fluistert het diertje. “Wat is dat een viool? En wie ben jij eigenlijk en waar kom je vandaan?” vraagt de nieuwsgierige blauwe vogel. “Oei, zo veel vragen,” zucht het diertje. “Mag ik bij je komen? Dan zal ik het vertellen.” Even later zitten ze samen gezellig op een boomstronk. En het diertje vertelt…