Op stap…

Foto Karin Piessens

Enkele jaren geleden werd er op de boerderij van boer Tijs een klein ezeltje geboren. Hij kreeg de naam Edison. Mama ezel was reuze fier op haar kleine deugniet. Edison was een nieuwsgierig en eigenwijs ezeltje. Hij ging op ontdekking. Hij wilde alles zien, aan alles ruiken en alles proeven. Edison liep en huppelde de hele weide rond. “Onze Edison is een echte ontdekkingsreiziger. De weide is veel te klein voor hem,” vertelde mama ezel aan de andere dieren van de boerderij. En dat vond hij zelf ook…

Foto Karin Piessens

Vandaag viert Edison zijn derde verjaardag. Hij is nu oud genoeg om op eigen poten te staan. Hij vertrekt vandaag op een lange reis om de wereld te ontdekken. Hij neemt afscheid van de andere dieren. Hij geeft mama ezel een dikke knuffel en belooft haar om heel vaak op bezoek te komen. “Zorg goed voor jezelf, goed eten en drinken en als het koud wordt een warme plaats zoeken voor te slapen,” zegt mama ezel bezorgd. Dat belooft hij en daar gaat Edison.

Illustratie Lander Loots

Edison vindt het fantastisch. Hij voelt zich vrij. Slapen, eten… hij doet het wanneer hij er zin in heeft. Op een zonnige morgen stapt hij voorbij een hele grote weide. In de verte ziet hij een heel mager mannetje staan met een hoedje op. Als Edison dichterbij komt, ziet hij dat het een vogelverschrikker is.

Illustratie Lena Dhooghe

“Dag meneer de vogelverschrikker,” zegt Edison verbaasd, ”jij ziet er niet goed hé?” De vogelverschrikker begint stilletjes te wenen. “Ik voel me heel slecht. De wind heeft mijn stro en mijn kleren weggeblazen. En ik wil de vogels niet meer bang maken.  En zo helemaal alleen in de grote weide is echt niet leuk.” Edison heeft medelijden en haalt het stro en de kleren die daar wat verder in de weide liggen. “Zalig,” lacht de vogelverschrikker, als hij zijn kleren weer aan heeft. “En zeg maar Valeir hoor en wie ben jij?” vraagt de vogelverschrikker. “Ik ben Edison en ik ga op reis. Ik wil de hele wereld zien,” zegt hij fier. “Dat lijkt me zo leuk,” zegt Valeir triestig. “Heb je zin op mee te gaan? Met twee is leuker dan alleen,” vraagt Edison. “Dat zou super zijn, maar ik kan niet goed stappen. Mijn beentjes zijn zo slap van altijd stil te staan. Toch bedankt,” zucht Valeir. “Oh maar da’s geen probleem. Als je moe bent, zal ik je wel dragen. Spring maar op mijn rug,“ lacht Edison. Zo gezegd, zo gedaan …  Met z’n tweetjes stappen ze verder, de wijde wereld in. Edison is zo blij met zijn nieuwe vriend en hij zingt er een liedje bij:

We gaan op reis, wie gaat er mee?

We gaan een eindje stappen, met z’n twee

Ben je moe, dan moet je het maar vragen…

Spring maar op mijn rug, ik zal je dan wel dragen.

Samen springen, samen lachen, samen gluren

Op zoek, op zoek naar de leukste avonturen.

Op een avond stappen de vrienden door een heel groot bos. Plots begint het heel hard te waaien en te regenen. Er breekt een groot onweer los. “Schuilen!” roept Valeir. Hij is bang om nat te worden en zijn kleren weer te verliezen. Onder de takken van een hele grote boom wachten ze tot het onweer voorbij is. “Laten we hier maar blijven want het is al bijna donker en we kunnen slapen op het zachte mos,” stelt Edison voor. Als de volgende morgen de zon is opgekomen, gaan ze weer op stap. Valeir springt op Edison zijn rug en die zet het op een lopen. “Zalig!” roept Valeir, “dat kriebelt in mijn strooien buikje.” Na een tijdje stopt Edison en Valeir gaat weer een stappen. “Da’s raar, het kriebelt nog altijd in mijn strooien buikje. Hé wat is dat?” roept Valeir.

Illustratie Fran Cole

Van tussen zijn jas komt een klein konijntje gekropen. “Zeg kriebelbeestje wat doe jij daar?” vraagt Edison een beetje boos. “Euh, ik was gisteren in het bos toen het onweer losbrak. Ik zocht een warm plaatsje om te schuilen. En toen ben ik stilletjes in de jas gekropen. Sorry, sorry…” vertelt het konijntje met een bibberstemmetje. “Ah jij bent een slim konijntje,” lacht Valeir, ”dus jij was me altijd aan het kriebelen.” Het konijntje vindt Valeir wel lief maar van die grote ezel is hij heel bang. “Ik ga dan maar…” zegt het konijntje bang. “Ben jij hier helemaal alleen? Heb je geen vriendjes? En je moet niet bang zijn,” zegt Edison met zijn liefste stemmetje. “Ja, ik ben weggelopen. Ik woonde met nog andere konijntjes in een groot hok. Maar ik vond dat echt niet leuk. Op een keer stond de deur van het hok op een kier en ben ik kunnen ontsnappen. Maar toen ben ik verdwaald. En nu zoek ik mijn weg terug,” vertelt het konijntje. “Je moet niet terug naar dat hok. Je mag met ons mee, wij gaan op reis, op wereldreis. Maar dan moet je je naam eens zeggen,” lacht Edison. “Echt? Dat vind ik formidabel! En ik ben Kootje, Kootje konijn!” roept Kootje blij. “Leuke naam. Ik ben Edison de ezel en dit is mijn vriend Valeir de vogelverschrikker,” zegt Edison.

Met z’n drietjes stappen ze verder, de wijde wereld in. Edison is zo blij met nog een nieuwe vriend en hij zingt er weer een liedje bij:   

We gaan op reis, met wie o wie?

We gaan een eindje stappen, met z’n drie

Ben je moe, dan moet je het maar vragen…

Spring maar op mijn rug, ik zal je dan wel dragen

En heb je kou, kom dan maar in zijn armen.

Valeir de vogelschrik die zal je wel verwarmen.

Samen springen, samen lachen, samen gluren

Op zoek, op zoek naar de leukste avonturen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *