Hallo Herfst!

Alffartje ontdekt samen met oma Chris dat het echt herfst is, ook op de Alffarhoeve.

DEEL 1

De voorbije nacht heeft het veel geregend en hard gewaaid. Alffartje heeft niets gemerkt. Hij heeft rustig geslapen op zijn bedje van afgevallen bladeren in de holte van de knotwilg.

Als hij wakker wordt, is alles weer rustig. Hij spreidt zijn vleugels en vliegt naar het kippenhok voor zijn ontbijt.

Als zijn buikje goed gevuld is, vliegt hij rond om zijn vrienden goeiemorgen te wensen. “Alles ziet er zo anders uit,” denkt Alffartje. Hij houdt zijn kopje schuin en kijkt heel verbaasd rond.

Op een dikke tak van een boom blijft hij zitten. Op de grond rond de bomen liggen heel veel blaadjes. De bladeren aan de bomen zijn groen, bruin, geel en rood.

Alffartje schrikt. Zijn bruine kam hangt helemaal slap. Hij hoort een vreemd geluid…

krak krak krak krak… “Goeiemorgen Alffartje, wat zit jij daar te dromen?” lacht een lieve stem. Het is oma Chris, de mama van baasje Bart. Ze komt heel vaak een bezoekje brengen aan de dieren. Die kennen haar heel goed en weten dat ze vaak iets lekkers bijheeft.

“Ik was geschrokken,” zegt Alffartje verlegen, “ik hoorde iets maar ik zag niemand.“ “Je hoorde het kraken van de afgevallen blaadjes onder mijn voeten,” zegt oma Chris.

Alffartje vliegt naar beneden en landt op de tak van een struik, dichter bij oma Chris. Aan die takken hangen nog veel groene bladeren.

“Heb je de regen en de wind gehoord vannacht?” vraagt oma Chris. “Ik heb niets gehoord. Ik heb goed geslapen,” antwoordt Alffartje. “De wind heeft vannacht de kleine verdroogde blaadjes van de takken geblazen. De grote bladeren, die nog groen zijn, hangen nog goed vast,” vertelt oma Chris. “Ah, de wind heeft dat gedaan. En wie heeft de blaadjes zo mooi gekleurd?” vraagt de kleine blauwe vogel. “Dat heeft schilder Herfst gedaan,” lacht oma met een knipoogje. “Wie is dat nu weer?” zucht Alffartje en zijn kopje staat een beetje schuin.

Hij volgt oma Chris die naar het kleine tuintafeltje wandelt. Daar liggen gele afgevallen blaadjes op.

Oma Chris gaat zitten op het stoeltje en Alffartje waggelt rond op de blaadjes die op de tafel liggen. “Luister, het kraakt onder mijn pootjes,” fluistert hij. “Kijk eens rond Alffartje, kijk eens naar de kleuren van de bladeren. Omdat het kouder wordt in de herfst, verkleuren ze en later vallen ze af. In de winter zijn de bomen kaal. En in de lente krijgen ze nieuwe blaadjes,” vertelt oma Chris.

“Ik zie gele, rode en bruine blaadjes,” zegt Alffartje terwijl de zon begint te schijnen. “En als de zon schijnt ziet alles er nog veel mooier uit,” lacht oma.

Ze blijven nog even zitten en genieten samen van de herfstzon.

Als de zon weer achter de wolken verdwijnt, wandelen ze verder. Alffartje vliegt vooruit.

“Kijk eens oma Chris, de vogeltjes spelen met de blaadjes in het water,” lacht Alffartje. “Ze drinken ook van het water en nemen daar een bad,” zucht oma. “Niet te vlug hé Alffartje, ik kan niet vliegen hoor en mijn benen zijn al een beetje ouder hé.”

“Geen probleem,” giechelt de kleine deugniet en springt op oma’s schouder. “Ziezo, nu kunnen we samen wandelen.”

De hangbuikzwijntjes schoppen met hun korte poten de afgevallen bladeren in het rond. “Het moet niet altijd modder zijn om in te spelen hé knorretjes,” roept oma Chris als ze voorbijwandelen.

“Pas op!” roept oma als Alffartje zijn vleugels spreidt om een eindje te vliegen. “Alffartje schrikt. Zijn bruine kam hangt slap. “Je vloog bijna tegen die mooie kunstwerkjes daar,” zegt oma Chris. Ze wijst naar twee prachtige spinnenwebben.

“Dat hebben de spinnen gemaakt,” vertelt Alffartje,” ik heb dat al eens gezien.” https://www.youtube.com/watch?v=YkaoleYPtl0

Oma Chris is een beetje ongerust. Ze vindt de webben heel mooi, maar ze houdt niet van spinnen. Ze vindt die kriebelbeestjes een beetje eng en wandelt rustig verder.

“Pas op!” Nu is het Alffartje die roept. “Kijk daar!”

Oma Chris blijft stokstijf staan en kijkt naar beneden. “Oh, hier staan paddenstoelen. En wat zijn ze mooi!” zegt oma. “Om op te zitten? Die zijn toch te klein?” vraagt Alffartje. “Nee gekke vogel,” lacht oma Chris, “geen stoelen om op te zitten. Nu het herfst is en de grond nat is en bedekt met afgevallen bladeren, kunnen er paddenstoelen groeien. Er zijn veel verschillende. Grote, kleine, dikke dunne en in verschillende kleuren.” Alffartje vindt ze prachtig en kijkt goed rond op zoek naar nog paddenstoelen. Hij ziet er nog enkele en rode met witte stippen. “Kijk eens oma Chris. Dit vind ik de mooiste.” Oma Chris komt dichterbij. “Niet aankomen Alffartje want paddenstoelen kunnen gevaarlijk zijn. Kijken mag, aankomen niet,” zegt ze streng. “Dit vind ik de allermooiste stoel,” zegt Alffartje. “Paddenstoel,” lacht oma Chris. “Ja dat vind ik ook.”

Ondertussen is de zon helemaal achter een pak grijze wolken verdwenen. Het begint zachtjes te regenen…

“Kom, we gaan naar de pipowagen. Daar ligt mijn paraplu,” zegt oma Chris gehaast als het harder begint te regenen. Het wordt ook kouder. Alffartje volgt…Hij houdt wel van een beetje regen. Zo kan hij zijn blauwe veren wassen.

Oma Chris heeft haar warme oranje sjaal aangedaan en houdt een grote paraplu vast. “Kom er gezellig bij Alffartje. Samen onder oma’s paraplu,” lacht ze. Ze zingt er een vrolijk liedje bij. En Alffartje fluit vrolijk mee.

Onder oma’s paraplu stonden vrolijk zij aan zij

 Oma Chris en even later kwam Alffartje er ook bij.

 En de regen deed van tik tik tak

 En de blaadjes deden van krak krak krak

 Onder oma’s paraplu.

 Onder oma’s paraplu.”

Het is gestopt met regenen en de zon komt piepen van tussen de witte en de grijze wolken.

“Kijk daar oma Chris! Daar is een regenboog!” roept Alffartje blij. Maar oma hoort hem niet. Ze schudt de regendruppels van haar paraplu. De zon heeft het weer lekker warm gemaakt. Dan wandelt ze naar Alffartje…

“Je bent te laat. Er was een regenboog. Nu heb je hem niet gezien, zucht Alffartje. “Ja da’s jammer,” zegt oma Chris, “want dat is zo mooi. Spijtig dat een regenboog maar even blijft. Heb je de kleuren gezien?” Alffartje denkt diep na… “Ik zag rood, geel en groen zoals de blaadjes. De andere kleuren ken ik niet…” antwoordt Alffartje. “Er is ook nog oranje, blauw, paars en roos,” vertelt oma Chris terwijl ze geeuwt. “Alffartje, het is tijd voor mijn middagdutje.” Alffartje moet ook geeuwen. “Goed idee, ik ga dat dat ook doen,” geeuwt hij. “Slaapwel en tot de volgende keer mijn kleine blauwe vriend,” zegt oma Chris en wandelt weg. Onder haar voeten kraken de afgevallen blaadjes…

DEEL 2

Alffartje vliegt over de dieren naar de knotwilg. De regen heeft overal plassen gemaakt en Alffartje vliegt over een hele grote. “Daar is iemand,” denkt hij en vliegt naar beneden. Hij landt naast de plas en waggelt voorzichtig dichterbij…

“Zie je wel, daar is echt iemand in de plas.” Hij wijst naar de vogel in de plas… en die wijst ook. Alffartje begrijpt er niets van. Zijn kopje staat scheef en zijn kam ligt slap. Hij neemt nog een kijkje. “Wie ben jij?” vraagt Alffartje. Er antwoordt niemand. Alffartje buigt naar voor zo ver hij kan. Hij ziet twee ogen, een oranje snavel, een bruine kam, twee vleugels en gele poten. Alffartje zwaait en de vogel zwaait terug. Hij gaat op één poot staan en de vogel doet dat ook. Alffartje denkt heel diep na…

“IK WEET HET! DAT BEN IK!” roept Alffartje blij. Zijn bruine kam staat weer mooi rechtop. “IK ZIE MEZELF!” Het is de allereerste keer dat Alffartje zichzelf ziet.

Hij blijft staan en bekijkt zichzelf heel goed. “Nu zijn we met twee Alffartjes. Hoe leuk is dit!” lacht de kleine blauwe vogel. Terwijl hij in de plas kijkt, moet Alffartje geeuwen. En zijn spiegelbeeld geeuwt ook… “We zijn een beetje moe hé,” lacht Alffartje, ”kom we gaan slapen.” Maar het spiegelbeeld vliegt niet mee. Hij blijft in de plas…

Tijdens het middagdutje is de wind weer heel hard beginnen waaien en zijn er veel blaadjes van de bomen gewaaid.

Als Alffartje ontwaakt, hoort hij buiten geritsel en gekraak van blaadjes.

Aan de voet van zijn knotwilg ziet hij een hoopje bladeren dat beweegt. “Dat is raar,” denkt Alffartje. Hij waggelt voorzichtig dichterbij. “Is daar iemand?” fluistert Alffartje terwijl het hoopje bladeren weer beweegt. Er verschijnt een klein zwart neusje en kleine zwarte oogjes. “Ja, ik ben hier,” zegt een stil bang stemmetje. Als het hoopje heen en weer beweegt en er blaadjes rondvliegen ziet Alffartje de kleine oortjes en enkele stekels van… een egeltje.

“Wat doe jij hier kleine prikkebol?” lacht Alffartje. Het egeltje schrikt en de blaadjes vliegen in het rond. “Oh sorry, woon jij hier?” vraagt het egeltje verlegen. “Ja, ik woon hier in de holte van de knotwilg,” antwoordt Alffartje. “Speel jij verstoppertje?” Het egeltje schudt de blaadjes van zijn stekels en komt wat dichterbij. “Ik zoek een plaats om mijn winterslaap te houden. De wind heeft de blaadjes hier op een hoop geblazen. Ik wil daar inkruipen om te slapen want het is ’s nachts al koud,” vertelt het egeltje, “is dat goed voor jou?”

Natuurlijk vindt Alffartje dat goed. Hij maakt met zijn vleugels het hoopje nog wat groter en helpt de egel om er diep in te kruipen. Hij legt er nog wat blaadjes bovenop. “Slaapwel,” fluistert Alffartje.

Alffartje gaat nog op bezoek bij zijn vrienden op de Alffarhoeve tot het bijna donker is.

Voor hij gaat slapen kijkt hij naar de prachtige avondlucht. En naar het hoopje bladeren tegen de stam van de knotwilg. Het beweegt niet meer…

Als hij op zijn bedje van afgevallen bladeren ligt, denkt Alffartje aan oma Chris. Wat was het leuk om met haar op avontuur te gaan. Hopelijk komt ze vlug terug…

Die nacht zie je bij het licht van de volle maan nog heel veel blaadjes naar beneden dwarrelen. Het is helemaal herfst.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *