Elfje Twaalfje

Foto Willie de Vries

Het is nacht in het grote dierenbos waar Krisje Krekel en zijn vrienden wonen. De maan schijnt door de bomen en verlicht de donkere nacht. Het is volle maan en hierdoor zijn de nachtdieren heel onrustig. De das loopt voortdurend heen en weer, op zoek naar eten. De nachtvlinders trillen zenuwachtig met hun vleugels op en neer om het warm te krijgen. Ook de vos is op pad, op zoek naar een lekker hapje en enkele vleermuisjes vliegen van de ene boom naar de andere. De sluwe vos loert vanachter een boom en daarom kruipen de bosmuisjes en de konijntjes vlug weg in hun holletje. Het belooft een onrustige nacht te worden…

Foto Marcel’s Photography

Vanop zijn grote houten paal houdt Meneer Uil alles goed in de gaten. Hij houdt de wacht aan de rand van het bos. Ook hij voelt dat het heel onrustig is in het grote dierenbos. Bij volle maan hangt er altijd een rare geheimzinnige sfeer. De uil draait zijn kopje helemaal rond, knippert enkele keren met zijn grote bolle ogen en kijkt ongerust in het duister. En dan gebeurt er iets raar…

Foto Marcel’s Photography

Plots wordt het stil en ijzig koud in het bos.

De volle maan kleurt helemaal blauw en tovert het bos om in een geheimzinnige plaats. Meneer Uil wordt ongerust. “Er gaan vannacht nog rare dingen gebeuren,” zucht hij, ”de maan vertelt het.”

Foto Pixabay

Even later zijn de kleine vriendjes, de vuurvliegjes daar. Ze vliegen onrustig heen en weer. Ze vliegen in rondjes rond Meneer Uil alsof ze hem iets willen vertellen. En dan ziet Meneer Uil tussen de vuurvliegjes een groter helder licht dat heel snel voorbijvliegt. De vuurvliegjes zijn geschrokken en vliegen weg naar alle kanten van het bos. Even later wordt het weer donker, alleen de blauwe maan schijnt nog in de duisternis.

“Wat was dat?” roept Meneer uil verbaasd. Het konijntje, de bosmuis en de das zagen het ook. “Hebben jullie dat ook gezien?” vragen de kleine vleermuisjes die ondersteboven in de een oude boom hangen. Iedereen heeft het licht gezien maar niemand weet wat het is.

Foto Marleen van Eijk

“Wat is hier allemaal aan de hand?” geeuwt Kraakje de eekhoorn die net wakker geworden is. Hij kruipt uit zijn holletje in de omgevallen boom en kijkt verbaasd naar de blauwe maan. Meneer uil vertelt wat er gebeurd is. “Ah, de blauwe maan,” zegt Kraakje. “Weet jij dan wat dat betekent, een blauwe maan?” vraagt Meneer uil. “Ja, ja, als de maan blauw kleurt komt elfje Twaalfje op bezoek,” vertelt Kraakje. “Een elfje!” lachen de kleine vleermuisjes, ”en dat vliegt hier zo maar rond in het bos.” Meneer uil en de anderen vinden het ook grappig. “Elfjes bestaan toch niet, ik heb er nog nooit gezien,” bromt de das. Maar Kraakje weet het zeker, elfje Twaalfje is weer op bezoek. “Kom maar eens mee,” zegt Kraakje heel ernstig, ”ik zal het jullie bewijzen.”

Foto Willie de Vries / Bernine Deramoudt

Kraakje wijst de weg naar een plaatsje in het bos waar heel speciale paddenstoelen groeien. Elk jaar op deze plaats groeien er elfenbankjes. Heel lang geleden woonden hier elfjes en als ze moe waren van rond te vliegen in het bos, kwamen ze hier uitrusten op de bankjes. Daarom zijn dat elfenbankjes. Ik zal jullie eens een verhaaltje vertellen over elfje Twaalfje, dan zullen jullie het wel begrijpen. https://www.youtube.com/watch?v=Qhp1Fftc9Gc

De dieren hebben geboeid geluisterd. “En als het volle maan is en ze kleurt blauw, dan komt Twaalfje nog eens bezoek om de dieren die haar geholpen hebben, te bedanken. En deze nacht is ze er weer,” zegt Kraakje fier.

Foto Marcel’s Photography

“Kom, we gaan haar zoeken,” zegt de das. “Wij gaan ook mee!” roepen het konijntje en de muis, ”ik heb nog nooit een elfje gezien.” Meneer uil gelooft er niets van en blijft rustig op zijn paal zitten. “Ok, we gaan samen op zoek, maar stil zijn hé, Twaalfje is vlug bang,” fluistert Kraakje.

De vleermuisjes zijn ook wel nieuwsgierig en volgen de anderen op een afstand.

Foto Marcel’s Photography

“Waar moeten we nu eigenlijk naar zoeken?” vraagt het konijntje. “Wel als Twaalfje er is dan gaat ze altijd naar haar speciale paddenstoel. Hij heeft een rode hoed met witte stippen en hij verdroogt nooit. Als Twaalfje er is, brandt er een lichtje in de paddenstoel…” Het duurt niet lang voor ze hem gevonden hebben. “Daar, daar staat hij,” fluistert Kraakje.

Foto Rianne Timmerman

En dan zien ze hoog in de lucht …Twaalfje! “Oh, wat is ze mooi,” fluisteren de dieren. “Ze lijkt wel van goud,” zucht de muis, ”en ze heeft glazen vleugeltjes. Echt prachtig!” Twaalfje vliegt mee met de duizend vuurvliegjes die haar een bezoekje komen brengen. Ook de kleine vleermuisjes hebben Twaalfje gezien. Ze vliegen vliegensvlug terug naar Meneer uil om te vertellen dat elfje Twaalfje echt bestaat. “Ben je zeker dat het een elfje was?” vraagt Meneer uil, “of was het een ander diertje?” Ondertussen zijn Kraakje, de das, de muis en het konijntje ook terug. Ook al vertellen ze dat ze een echt elfje gezien hebben, Meneer uil gelooft er niets van. “En waar is het elfje dan nu?” vraagt hij. “Elfje Twaalfje is nu terug naar de ander elfjes in het elfenbos want kijk de maan is niet meer blauw. Als je haar de volgende keer ook wil zien, moet je wel wachten tot de volgende blauwe maan,” zegt Kraakje. “Jaja, wie weet ga ik dan ook eens kijken,” lacht Meneer uil.

Illustratie Evienna Mol

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *