Mmmm, Lekker!

Alffartje gaat op stap met zijn grote vriend baasje Bart. Het wordt een lekker avontuur…

Het is nog stil op de Alffarhoeve. De zon komt op en in de verte kraait een haan. Het is tijd voor Alffartje om op te staan. Hij heeft zalig geslapen in de knotwilg op zijn bedje van afgevallen bladeren en mos.

Zijn buikje gromt van de honger dus…is het tijd voor ontbijt.

In de voederschaal van de kippen ligt nog heel wat lekkers. Graantjes, maïs en stukjes brood.

Als zijn buikje goed gevuld is, spreidt Alffartje zijn vleugels en vliegt hij rond op de Alffarhoeve om zijn vrienden een goeiemorgen te wensen.

“Hé goeiemorgen Alffartje,” klinkt een bekende stem. Het is baasje Bart. Hij luistert naar de dieren die wakker worden en elkaar goeiemorgen wensen. De kippen kakelen, de ezels balken, de alpaca’s hummen. Elk dier heeft zijn eigen geluid.

“Goeiemorgen baasje Bart. Mag ik even bij jou komen zitten?” vraagt Alffartje een beetje verlegen. “Natuurlijk!” lacht baasje Bart, “altijd gezellig met jou erbij.”

Alffartje waggelt tot bij baasje Bart en springt op zijn knie. 

“Zin in een appeltje?“ vraagt baasje Bart. Naast hem staat een kruiwagen vol blozende appels.

Alffartje kijkt verbaasd en houdt zijn kopje schuin. “Ik heb nog nooit appeltjes gegeten. Maar ik wil zeker eens proeven. Is dat lekker?” vraagt Alffartje benieuwd. “Natuurlijk. Kom ik zal het je tonen,” zegt baasje Bart.

Bart wandelt tot bij Kim met Alffartje op zijn schouder. Elke morgen staat ze paraat om de dieren eten te geven. Vooral de alpaca’s en de geitjes zijn dan heel ongeduldig. Ze weten dat Kim altijd lekkers voor hen bij heeft in haar rode emmer.

“Daar liggen ook appels en nog iets,” zegt Alffartje met zijn kopje schuin. “En wortels,” lacht baasje Bart. “We snijden ze in stukken en geven ze dan aan de dieren. Wil je proeven?”

Alffartje wil graag een appeltje proeven. Hij neemt een grote hap van een blozend appeltje. “Mmmm lekker! Mijn snavel wordt er een beetje nat van,” smult Alffartje en hij neemt nog een hap. Zijn snavel is nu nog natter. “Lekker sappig appeltje hé,” lacht Bart en neemt zelf ook een hap uit een ander appeltje. “Is jouw snavel ook zo nat?” vraagt Alffartje. “Ik heb geen snavel gekke vriend. Ik heb een mond en ja die is ook nat. In een appel zit sap en als je erin bijt komt het sap in jouw snavel en in mijn mond,” vertelt baasje Bart.

“Mmmm echt lekker,” smult Alffartje en hij neemt nog een hap. “Proeven is leuk!”

“Spring maar op mijn schouder. Ik heb nog lekkers om te proeven,” zegt baasje Bart. Ze wandelen naar de andere kant van de Alffarhoeve…

Tegen de draad staan stokken met groene bladeren en tussen de bladeren hangen groene bolletjes.

“Kijk Alffartje, dit zijn druiven,” vertelt baasje Bart en doet de bladeren opzij. “Mag ik die proeven?” vraagt Alffartje ongeduldig. Er hangen heel veel druiven aan een tros. Baasje Bart trekt er enkele af.

“Goed knabbelen Alffartje,” zegt baasje Bart en neemt zelf ook een druifje. “WOOOOW!” roept Alffartje, ”nu is mijn snavel helemaal nat! Zo veel sap! Maar mmm heel lekker die druifjes!” Ze nemen er nog één en de twee vrienden wandelen verder op zoek naar nog lekkere dingen.

Als ze bij de braambessenstruiken komen, vliegt Alffartje er ongeduldig naar toe. “Wacht!” roept baasje Bart.  Maar Alffartje hoort hem niet… Hij wil proeven. Hij plukt een rode braambes en stopt ze in zijn grote oranje snavel. “BAH, dat is niet lekker!” roept Alffartje en spuwt de braambes uit. “Ik wilde zeggen dat de rode bessen nog niet rijp zijn. Ze zijn zuur. En dat je van de zwarte bessen moet proeven, maar je hoorde me niet,” zucht baasje Bart. Alffartje proeft van een zwarte bes… en ja hoor die vindt hij heel lekker.

Hij heeft de smaak te pakken. Proeven is echt heel leuk!

Hij spreidt zijn vleugels en vliegt rond. Hij gaat zelf op zoek naar lekkers.

Dicht bij het huis van baasje Bart staan grote emmers met gele vruchten.

“Kom eens kijken!” roept Alffartje, “hier is nog iets.”  Hij wacht om te proeven tot baasje Bart bij hem is.

“Dat zijn kweeperen. Ze groeien daar in die grote boom. Wil je graag proeven? Doe maar,” lacht baasje Bart. Alffartje wil een hap nemen… “Auw mijn snavel doet pijn,” zeurt hij. Als baasje Bart vertelt dat de kweeperen heel hard zijn, kijkt Alffartje boos. Zijn bruine kam hangt helemaal slap. “Ze zijn veel te hard en niet zo lekker om gewoon te eten. Mijn mama maakt er heerlijke gelei van. Superlekker om op een boterhammetje te smeren,” vertelt baasje Bart terwijl hij over zijn buik wrijft. “Dat wil ik dan wel eens proeven,” giechelt Alffartje. “Komt in orde,” zegt baasje Bart en stapt naar de keuken.

“Kijk eens hier. Kom maar proeven.” Alffartje krijgt een broodje met daarop een laagje kweeperengelei. Dat wordt smullen! Hij neemt een grote hap en … zijn bruine kam staat weer mooi rechtop. “Mmmm mmmmm mmmmm amai wat is dat lekker!” geniet Alffartje. Hij neemt nog een hap en nog één en nog één… tot het broodje helemaal op is.

“Mijn buikje zit al goed vol,” lacht Alffartje en wrijft over zijn dikke buik.

“Oh da’s jammer. Ik heb nog een verrassing maar als je geen honger meer hebt…” plaagt baasje Bart. “Oh maar proeven gaat altijd hoor!” lacht Alffartje.

Hij is benieuwd. “Waar is de verrassing?” vraagt hij ongeduldig. “Spring maar op mijn schouder dan neem ik je mee naar de keuken,” zegt baasje Bart.

“Oh mijn neusje vertelt dat hier iets lekkers is,” zegt Alffartje terwijl hij zijn kopje heen en weer draait. “Heb jij een neusje? Kan jij dan ruiken?” vraagt baasje Bart verbaasd. “Ja hoor. Kijk, hier op mijn snavel heb ik twee piepkleine gaatjes. Dat is mijn neusje,” zegt Alffartje trots.

Op het aanrecht staat een ovenschaal met koekjes. Ze zijn versgebakken en staan af te koelen. “Mag ik proeven van… wat is dat eigenlijk?” vraagt Alffartje benieuwd. “Dat zijn koekjes en kijk eens wie daar opstaat,” zegt baasje Bart. “Dat ben ik, ik sta op die koekjes!” juicht Alffartje. “Ja dat ben jij en daarom zijn het Alffarkoekjes. Je mag proeven maar eerst blazen want ze zijn nog warm,” lacht baasje Bart. Even heel hard blazen met z’n twee en Alffartje kan proeven. “Hmmm hmmm ze zijn zo lekker! Mijn eigen koekjes!” geniet Alffartje. Hij is zo fier!

“Zo veel lekkere dingen,” geeuwt Alffartje. Zijn buikje is dik en rond van al dat lekkers.

“Het is tijd voor mijn middagdutje baasje Bart. Van al dat proeven ben ik een beetje moe geworden,” geeuwt Alffartje. “Dat geloof ik. Ik ben blij dat het gesmaakt heeft. Rust maar goed uit en tot ziens,” lacht baasje Bart.

Even later ligt Alffartje in de knotwilg te rusten op zijn bedje van mos en afgevallen bladeren.

“Hmmm wat was dat lekker!” Hij wrijft over zijn buikje en valt in slaap…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *