Het kriebelfeest

Bartholomeus bij wil een clubje oprichten met allemaal kleine kriebelbeesten die samen met hem in de grote tuin wonen, ’de kriebelclub’. Hij heeft zijn vriendjes uitgenodigd op een echt kriebelfeest. Dan zal hij ze vragen om bij de club te komen. Vandaag vliegt Bartholomeus de tuin rond om iedereen uit te nodigen.

Lees verder “Het kriebelfeest”

Diep in de zee…

Tijdens een wandeling door het bos kwam Pieter voorbij de Babbelboom. Pieter wilde even rusten en zette zich neer op het stronkje met mos en zei de toverspreuk:

‘Biebbele babbele boe

 Oren open en mondjes toe.

 Het is geen grap, het is geen droom,

 Luister naar de Babbelboom.

 Letters, woorden, zinnen,

 Laten we beginnen.’

Langzaam werd de boom wakker en zei: “Dag Pieter, ik ben blij dat je op bezoek komt. Kan ik je plezieren met een verhaaltje? En waarover mag het verhaaltje gaan?”

Pieter zei natuurlijk ja en vroeg, “ken je een verhaal over een octopus?”

De Babbelboom knikte ja en vertelde:

Elke dag maakt Oscar Octopus een lange tocht door de prachtige zee. Met zijn acht armen kruipt hij verder op de bodem en af en toe spuit hij naar boven door het water. Daar komt hij zijn beste vrienden tegen en maken ze een praatje. Zaza zeester ligt te rusten op een grote schelp.

Lees verder “Diep in de zee…”

Het kleine reetje

Het is al enkele weken zomer en dan zoeken de dieren in het bos de koelste plaatsjes op. De bewoners van het bos doen na de middag allemaal een middagdutje omdat het dan het warmste moment van de dag is. Als ’s avonds de zon bijna onder gaat, komen Krisje en zijn vrienden samen op de open plek in het bos. Krisje speelt op zijn viool, er wordt gedanst en gezongen. Het is weer een gezellige boel. De dieren blijven langer op omdat ze genieten van de friste van de avond.

Lees verder “Het kleine reetje”

Twee lichtjes in het donker…

In de grote tuin klinkt zoals elke avond het lied van de vrolijke vrienden en Bartholomeus speelt daarbij op zijn accordeon. De vrienden nemen afscheid en wensen elkaar een goeie nacht. Bartholomeus vliegt over de vijver en het kippenhok op weg naar zijn slaapplaats. Vanuit de lucht ziet hij twee kleine lichtjes tussen de struiken. Bartholomeus vliegt wat lager om te kijken wat die lichtjes zijn. Maar het zijn geen lichtjes…het zijn twee ogen…het zijn de ogen van… een vos.

Lees verder “Twee lichtjes in het donker…”

Aan de andere kant van de wereld…

Tijdens een wandeling door het bos kwam Lena voorbij de Babbelboom. Lena wilde even rusten en zette zich neer op het stronkje met mos en zei de toverspreuk:

Zelfportret Lena D’hooghe

‘Biebbele babbele boe

 Oren open en mondjes toe.

 Het is geen grap, het is geen droom,

 Luister naar de Babbelboom.

 Letters, woorden, zinnen,

 Laten we beginnen.’

Langzaam werd de boom wakker en zei: “Dag Lena, ik ben blij dat je op bezoek komt. Kan ik je plezieren met een verhaaltje? En waarover mag het verhaaltje gaan?”

Lena zei natuurlijk ja en vroeg, “ken je een verhaal over een koala?”

De Babbelboom knikte ja en vertelde:

Aan de andere kant van de wereld, in Australië, leven heel speciale diertjes, koala’s. Men noemt ze ook wel eens koalabeertjes omdat ze er zo schattig uitzien, en ze een superzachte vacht hebben.  Maar het zijn helemaal geen beertjes, het zijn buideldieren, zoals de kangoeroes, die ook in Australië wonen. Ze hebben scherpe klauwen waarmee ze heel hoog in de eucalyptusbomen kunnen klimmen.

Lees verder “Aan de andere kant van de wereld…”

Fladderen van bloem tot bloem…

“Sssssst, sssssst…,” fluistert Bartholomeus. Hij zit samen met Kobe de kikker en Pol de mol op het gras te kijken naar de grote vlinderstruik die in de tuin staat. Op één van de prachtige paarse bloemen zit een mooie vlinder. “Een nieuw vriendje in onze tuin?” vraagt Pol stilletjes terwijl hij zijn brilletje wat hoger op zijn neusje duwt om beter te kunnen kijken.

Lees verder “Fladderen van bloem tot bloem…”

Over cowboys en indianen…

Zoals elke woensdagmiddag staan oma en opa te wachten aan de schoolpoort. Ze wonen maar een paar straten verder en daarom komen ze Lars en Lies altijd te voet halen. “Eten we pannenkoeken oma?” vraagt Lars als hij oma ziet. “Dag Lars, krijg ik geen zoen?” lacht oma. “Tuurlijk wel, maar ik heb reuzehonger en jouw pannenkoeken zijn de lekkerste van heel de wereld,” zegt Lars, terwijl hij oma en opa een dikke knuffel geeft. En daar komt Lies aangelopen. “Joepie, oma pannenkoek is daar!” roept Lies. De juffen en de andere ouders en grootouders moeten lachen. Ze kennen oma pannenkoek ook al.

Lees verder “Over cowboys en indianen…”

1, 2, 3… hop

Tijdens een wandeling door het bos kwam Fran voorbij de Babbelboom. Fran wilde even rusten en zette zich neer op het stronkje met mos en zei de toverspreuk:

Zelfportret Fran Cole

‘Biebbele babbele boe

 Oren open en mondjes toe.

 Het is geen grap, het is geen droom,

 Luister naar de Babbelboom.

 Letters, woorden, zinnen,

 Laten we beginnen.’

Langzaam werd de boom wakker en zei: “Dag Fran, ik ben blij dat je op bezoek komt. Kan ik je plezieren met een verhaaltje? En waarover mag het verhaaltje gaan?”

Fran zei natuurlijk ja en vroeg, “ken je een verhaal over een lieveheersbeestje?”

De Babbelboom knikte ja en vertelde:

Er was eens een lieveheersbeestje dat veel eitjes gelegd had. Na een paar dagen kwamen de eitjes uit. Uit die eitjes kwamen larven. De larven gingen veel eten, vooral bladluisjes. Dan werden de larven poppen. En na een paar weken kwamen er uit de poppen allemaal kleine lieveheersbeestjes. Levenscyclus lieveheersbeestje

Lees verder “1, 2, 3… hop”

Hoe Kobe een kikker werd…

Bartholomeus, Pedro, Pol en Kobe zitten op een avond gezellig bij elkaar aan de rand van de vijver. En Bartholomeus, de nieuwsgierige bij, heeft enkele vraagjes voor Kobe. “Zeg Kobe, waarom ben jij de enige kikker hier in de vijver? En was jij vroeger geen vis?” De andere kijken verwonderd. “Vis, vis, Kobe is een kikker en geen vis,” lacht Pol de mol terwijl hij zijn brilletje wat verder op zijn neus duwt. “Dat is geen grap, Bartholomeus heeft gelijk. Ik was vroeger een visje, een kikkervisje. En ja, vroeger woonde ik in een sloot en niet in deze prachtige vijver. Willen jullie weten wat er vroeger allemaal gebeurd is?” vraagt Kobe. De vrienden knikken. Dat willen ze zeker weten. En Kobe vertelt.

Lees verder “Hoe Kobe een kikker werd…”

Een eindje vliegen…

Tijdens een wandeling door het bos kwam Lena voorbij de Babbelboom. Lena wilde even rusten en zette zich neer op het stronkje met mos en zei de toverspreuk:

Zelfportret Lena D’hooghe

‘Biebbele babbele boe

 Oren open en mondjes toe.

 Het is geen grap, het is geen droom,

 Luister naar de Babbelboom.

 Letters, woorden, zinnen,

 Laten we beginnen.’

Langzaam werd de boom wakker en zei: “Dag Lena, ik ben blij dat je op bezoek komt. Kan ik je plezieren met een verhaaltje? En waarover mag het verhaaltje gaan?”

Lena zei natuurlijk ja en vroeg, “ken je een verhaal over een vlieger?”

De Babbelboom knikte ja en vertelde:

Vandaag is het voor Milan een speciale dag. Hij gaat met papa naar zee. Vorige week kreeg Milan voor zijn verjaardag een grote vlieger. Hij kon niet wachten om hem op te laten. Bij Milan thuis hebben ze wel een grote tuin maar daar staan veel bomen en struiken. “Hier in onze tuin kunnen we hem niet oplaten”, zei papa, ”hij zou tussen de takken van de bomen blijven vastzitten en scheuren.” Hij beloofde om samen naar zee te gaan.

Lees verder “Een eindje vliegen…”